In het schriftje van opa Hendrik van de Jaeger stonden behalve wat gedichten ook voordrachten, lange voordrachten zelfs…. En er achteraan stond vaak een korte als toegift. De humor uit die tijd. Rond 1900 moest men zichzelf en elkaar vermaken. Dat gebeurde met name op jongelings- en meisjesverenigingen. Zo stond er ook dit gedichtje als toegift na zo’n langere voordracht.:
Mond dicht of betalen
Een fattrig heertje uit Den Haag
At in een restaurant
Hij at op z’n Haags met grage maag;
Dat noemt met met ‘élan’.
Maar in de soep vond hij, ’t is naar
Een lange zwarte vrouwenhaar.
‘Hier kelner, dat heb ik niet besteld!’
Riep hij met drukte en veel geweld
“Wees stil”, zei die, “ssstt! Geen jota
Want anders komt het op de nota!”
Bij de foto: Deze toegift komt zo na een lange voordracht ‘Achter het net gevischt’. – 8 bladzijden- Je ziet dat er een paar woorden veranderd zijn, wegens ‘niet netjes genoeg’? Gek= suf. Verliefd= onder de indruk.
Verder is aangegeven waar de klemtoon extra aangezet moet worden en waar even een rust ingelast is. Leuk om zo meer dan 100 jaar mee terug in de tijd te gaan.