Hetty Site

Een uniek inkijkje in die beginjaren 7:

De heer H.J. Gotink vertelt hier dat  in 1891 aan het begin van het nieuwe schooljaar werd ingeschreven mèt het verplichte pokkenbriefje. Bijna 6 jaar liep hij de 5 km naar school aan de Smidstraat met zijn oudere zus en broer. Behalve een paar boerenwagens geen verkeer op de Rijksstraatweg. – Hij zou van de fam. Gotink op de Brandenborg bij de Wiersse kunnen zijn…. En een zus van opoe Kornegoor- Gotink die ook daar geboren is.-.-

Hij weet nog dat dhr. Bösecker niet  erg geliefd was en snel naar de stok greep en herinnert zich de man op en neer door de klas wandelend terwijl hij een lange goudse pijp rookte en veel op- en aanmerkingen maakte.

Hij had het idee dat meester Bösecke een bijzondere belangstelling voor hem had. Hij weet niet waarom. Toen er op een dag een paardenspel in de tuin bij café Brandenbarg zou komen mocht hij er van zijn vader naar toe. Hij had zelf een kwartje. Toen Bösecke in de klas zei dat je beter niet naar het ‘paardenspel’ kon gaan en vroeg wie er van de ouders mochten. Toen hij zijn vinger opstak had Bösecke gezegd: ’Dat geloof ik niet, je gaat er niet naar toe’. Maar hij was wel gegaan, hij mocht immers van zijn vader. Het was een prachtige middag geweest Bösecke was die maandag erop erg boos en hij werd flink gestraft. Hij moest alles uit zijn kastje, de bijbel, pennen en schriften, in de handen vasthouden en omhoog houden en telkens als zijn armen zakten werd hij met de stok geslagen. Verder moest hij Psalm 119 overschrijven, zoals je misschien weet een heeeele lange Psalm. En hij moest de hele week schoolblijven, dat betekende geen pauzes. Toen hij het thuis vertelde, schreef vader een brief voor de meester die de volgende morgen zonder hem te lezen verscheurd werd en de dag er op nog eens. Toen had vader er genoeg van en ging zelf naar meester Bösecke. Hij weet niet wat er besproken is maar …. hij was vrij.

Een leukere herinnering heeft hij aan het schoolfeest ter ere van de troonsbestijging van Wilhelmina. Met kleedwagens waarvan het wagenkleed opgerold werd om er vlaggen uit te kunnen steken en om je heen te kunnen kijken gingen ze, de broodwagen voorop,  met 20 paard en wagens naar het Feestterrein bij de ‘Wenneker’. Het lied wat ze zongen was:

Weer wapperen aan alle kant, de vlaggen in ons land Want onze lieve koningin treedt weer een nieuw jaar in. De zeis des doods hieuw velen neer, Zij werd gespaard zo zwak en teer. Bidden wij o Heer, spaar haar dit jaar nog weer.

In deze tijd probeerden ze bij vrienden en buren pennen en potloden te verkopen om het geringe salaris van de onderwijzers aan te kunnen vullen. Hij verliet met 12 jaar de school.  Een Leerplichtwet was er niet.