Hetty Site

Autobiografie van opa Johan Eggink – 1 –

De Geldersche Tentzending.

Bij de paperassen die in de laatjes van tante Jo gevonden werden waren ook wat bladzijden met uitleg van opa Eggink over de ontwikkelingen in zijn leven.
Voor zijn eigen kinderen zal het een en ander bekend zijn, maar of de kleinkinderen het ook weten? Hier volgt dan een soort van autobiografie.

De kinderen zullen wel eens gedacht hebben, hoe zit dat toch met vader? Vroeger moet hij orthodox geweest zijn en nu lijkt het wel of hij daar niet meer van hebben moet. En hoewel een mens er tegen moet kunnen verkeerd begrepen te worden, moet hij toch proberen zich tegenover zijn kinderen te verklaren..
Welnu, daarom deze autobiografie van mij. Van achteraf bezien is dit alles een gevolg van een ervaring, die ik gehad heb op de avond van de 7e september van het jaar 1905. Voordien had ik niets beleefd, was goed orthodox en was mijn hele verlangen erop gericht een keer werkelijk bekeerd te worden, want dan was ik voor eeuwig behouden. Op die bewuste avond was er dan in Lochem een opwekkingssamenkomst die, zoals dat dan het geval was, een methodisch karakter droeg. Ik ging daarheen en bleef ook in de na-samenkomst, doch ging tenslotte leeg naar huis.. tot bij hotel Schoonoord. Toen hoorde ik voor het eerst een geestenstem die tot mij zei: ‘Ga terug naar die samenkomst en bedank God voor de zegen die je ontvangen hebt’. Ik zei: ’Maar ik weet van niets, ik wil geen huichelaar zijn’. Weer die stem:’Ga terug en bedank God’.
Toen ging ik terug. Vol gedachten ging ik daarna naar huis.
Op de Braamkuil word ik opnieuw staande gehouden. Dan, zonder waarschuwing word ik als het ware van de grond opgenomen in een wolk van liefde. Ik was er geheel door ingesloten, ze doorstroomde mij geheel, nooit zo’n geluk gekend. Als een gek heb ik toen met de paraplu gezwaaid; Jezus nu laat ik u nooit meer los. Ik kom thuis en zeg tegen moeder:’Ik heb de honderdduizend getrokken’. Ach ja… daarvoor was ik orthodox. Enkele jaren was mijn godsdienst een Jezusdienst, wat de bedoeling niet was. Had ik toen een vrijere opvoeding gehad, dan had ik dat geval laten betijen en had afgewacht. Maar nu, nu was ik bekeerd en heb me er ook naar gedragen. Ik liep bidstonden af, deed aan traktaatverspreiding en werd geheelonthouder. Dat laatste was misschien het domste nog niet. En hoewel ik lang niet altijd gelukkig was, voelde ik steeds, ik was met mijn paperassen op de vlakte gekomen. Telkens weer was er die stem die me met een enkel woord voorthielp. Een keer loop ik ’s avonds buiten, ik lag met mezelf overhoop. Ik kijk de lucht in, een egale betrokken lucht met ergens een kleine ronde opening. Dan staat er weer iemand naast mij en zegt klankloos: ’Houdt die opening in de wolken goed in het oog.’ Dat deed ik. En dan zie ik daar die ronde opening langwerpig worden, neemt de vorm aan van een man in een lang kleed. Dan komen uitgespreide armen en zo drijft die gestalte in de vorm van een opening in de wolken enige tijd onveranderd voort. Dan vervaagt het beeld aan alle kanten tegelijk en het is voorbij, en ik heb weer moed..
Een andermaal loop ik in verwarring naar buiten, ik wilde bidden wat ik evenwel niet kon. Dan hoorde ik weer die kalme stem: ‘Je moet vertrouwen’. Goed, ik zet de tanden op elkaar en zeg: ’Ik zal vertrouwen’. Het is melkenstijd, ik wil door de gang naar de deel, bij de keukendeur zegt die stem: ’Loop even de keuken in en sla moeders bijbel open’. Ik gehoorzaam en dan valt mijn oog op een kleine tekst, er omheen zag ik geen letter, en dan lees ik: Gij zult uw ziel tot een buit hebben omdat gij op Mij vertrouwd hebt, spreekt de Heer.. Ik was dankbaar maar ook beschaamd dat zo’n luttel bewijs van vertrouwen reeds zo beloond werd. Och als ik Mohammedaan was geweest was mij zeker gewezen op een vers uit de Koran, maar daar begreep ik toen nog niets van. Ik heb later lang gezocht naar die bewuste tekst. Eindelijk vond ik hem, doch hij staat niet op een open plek, maar midden in een grote tekst..
Als een ander zoiets vertelde kon best wezen dat ik zelf zei:’Je kunt mij nog wel meer wijsmaken’.