Hetty Site

Bijzondere herinneringen

Een artikel uit De Prins van 11 mei 1912 ter gelegenheid van de inwijding van de Groen v. Prinsterer Kweekschool in Doetinchem. Dit krantenknipsel is te koop bij de veilingsite voor verzamelaars QOOP en is ingezet op € 3.

Af en toe heb ik nog een waardevol contact met een medestudent uit onze gezamenlijke Kweekschooltijd, Gerrit Dales. Zo hadden we het eens over die bijzondere leraar Nederlands. Deze was geïnteresseerd in de oude gebruiken van onze streek.. Maar dacht je dat ik toen op zijn naam kon komen…!

Vriendin Joke uit Hengelo nodigde hem eens uit op Hemelvaartsdag om op de Mulderfluite het wegen van de roggebroden mee te maken. Een oude gewoonte in het leven geroepen door de voormalige eigenaar van een aantal boerderijen die aan de boeren geschonken werden op voorwaarde dat elk jaar broden gegeven moesten worden voor de armen. Zo had deze heer Kruithof het voorrecht om samen met de boeren uit de streek, waaronder ook Joke’s vader, dit mee te maken en gezamenlijk een pijpje te roken.

Natuurlijk wist Gerrit nog wèl hoe onze leraar Nederlands heette. Dat was dhr Kruithof. Gerrit wist zelfs z’n adres nog. Die moet wel een fotografisch geheugen hebben. Het bleek dat deze heer Kruithof vrijwillig medewerker was van een instituut van de Universiteit in Amsterdam (Gerrit denkt zelf het van Meertensinstituut) die zich bezighoudt met volkskunde en regionale taaleigenaardigheden.
Dhr Kruithof noemde ons eens als voorbeeld van afwijkende zinsconstructie de Nederlandse zin “Dan pak ik een schep” versus het Achterhoekse “Dan gao ik hen en nem een schuppe”. Wat klinkt dat laatste toch veel mooier!
Zelf weet ik nog dat hij liet horen hoe het onvervalst Rotterdams klinkt in de zin :”Ga je mee buiten spelen joh?”

Gerrit vertelt verder:
Menigeen was een beetje bang voor hem omdat nooit helemaal duidelijk was wat je aan hem had. Hij maakte de indruk van een ijskonijn en je wist bijvoorbeeld nooit of hij al of niet boos was. Dan hing er toch iets als een gespannen stilte in de klas. Als hij zei dat je iets helemaal vrijblijvend wel of niet kon doen, wist je nooit of het een verkapte bedreiging betrof..
Uitvloeisel van die sfeer was een minisketch die Henk Kets (hij weet het ongetwijfeld nog) en ik tussendoor herhaaldelijk opvoerden met als tekst:
“Het is volkomen vrijblijvend hoor!” “Jawel, maar de kolenmijnen in Siberië hebben personeelsgebrek”.
Jan Koenhen uit Wehl die een paar klassen hoger zat, had een traumatische angst voor hem. Op het examen was hij naar het verhaal wilde vreselijk onderuit gehaald bij Nederlands. Dat trauma was zozeer algemeen bekend dat later, toen ik al in Doetinchem werkte, Andela (was onze leraar psychologie en didactiek) daar nog wel eens over begon. Om het noodlot te tarten heb ik in de derde leerkring bij de speciaalstudie voor hem gekozen als examinator. Daarmee is geen bijzondere band ontstaan, maar ik heb ook geen spoor van onbehoorlijke behandeling ervaren.
Dat jij de naam van zo’n leraar niet meer weet!
Gerrit