Hetty Site

Brief van opa Eggink aan vader Hein

Barchem 27-10-1966

Waarde vriend Hein,

Jantje vertelde me gistermorgen van uw telefoontje dat Coba in het ziekenhuis lag aan een bekende vrouwenkwaal, waar wij mannen niets geen begrip van hebben. Meestal verloopt dat makkelijker maar zoals nu met Coba kan het ook minder makkelijk verlopen. Ik denk zo dat ze haar wel een week zullen vasthouden wat dan ook wel te overkomen is.
En de oude Johan van de fiets gevallen en drie ribben gekneusd. Ook dat heelt wel al duurt het op de ouwe dag wat langer. En Hetty komt volgend jaar in Aalten terecht. Wel daar stak ik de oren van op. Mooi, daar is altijd gauw te komen.
Met Bartje van de Jager, dat is een moeilijk geval. Ze was een paar dagen bij Fieneke die daar bij Apeldoorn woont. Ze ging met Fieneke naar de markt, stapt op een scheve steen, valt en breekt een arm, vlak bij de schouder. Dat kon daar niet gezet worden, zit in ’t gips en moet nu stil liggen, een maand lang of langer. Bartje heeft een geduldige aard om jaloers op te worden, ik tenminste die daar nooit een voorraad van heeft. Daar kom ik nu zelf mee op de koffie, een spierontsteking achter het oor. Och, die doffe pijn die ik altijd voel went wel, maar af en toe zulke dunne pijnscheuten jiets jiets.., daar heb ik nog niet van terug, vooral ’s nachts.
Vannacht heb ik aan één stuk door geslapen tot 6 uur. Man dan ben je de koning te rijk. Vroeger dacht je daar niet over, maar nu waardeer ik dat pas. Ik zocht Gerrit Groot Enzerink op. ‘Toen je daar voor een auto hebt gezeten is er iets aan je hersenen beschadigd wat zich vaak jaren later openbaart. Die spierontsteking van voor een paar jaar kwam daar ook van en dat spookt nu nog in je lichaam rond en zit nu achter je rechteroor, maar daar kun je nog wel honderd jaar mee worden.’
Ik zeg: ’Wel ongelukkig als ik met dat gejank nog zolang lopen moet, dat hoop ik dan toch niet’.
Och, ik dacht vaak, straks ga ik op mijn slofjes naar de andere kant, maar daar lijkt het nu niet op. Voor een week of drie op een zondag, de kinderen waren naar de kerk, was ik alleen thuis. Dan komt een hoge geest tot mij en zegt: een mens moet in zijn lichaam een deel van het wereldleed dragen’. Dat woord heeft mij aan het denken gebracht. Is het leed wel leed en is voorspoed wel voorspoed? Het lijkt mij nu dat het net andersom is. Okke Jager b.v. is, nadat hij drs. werd, hard achteruit gegaan en ds. Bosch van Ginneken is er na die gevaarlijke operatie hard op vooruit gegaan. En mensen die het voor de wind gaan krabben nog harder om meer te krijgen maar zijn er innerlijk helemaal niet gelukkiger onder. En ga zo maar door. Die kankerlijders laatst op de tv zijn bepaald niet ongelukkig. Ze leven bijzonder en kennen voor de dood blijkbaar geen vrees wat dan ook wel te begrijpen is. Ik geloof nu, als je iemand beklagen wilt doe het dan die mensen die alles maar meevalt. En is het zgn. wereldleed het enige middel om mensen gelukkiger te maken. Mijn papiertje raakt vol, zou zo graag een vel vol willen zwammen, maar doe het toch maar niet.
Groetend en het beste voor Coba, Johan