Hetty Site

Charlie Chaplin

Die lagere van Heemstraschool was geen onverdeeld genoegen voor Wim. Je zult het niet geloven, maar hij zat het liefst vooraan. Achteraan kreeg hij allerlei rare ideeën , hij was gauw afgeleid, zat meisjes aan hun vlechten te trekken en carbid in inktpotjes te doen. Op een keer ging meester Aartsen, inderdaad de broer van oom Sjoerd, de klas uit. Die was immers het Hoofd der School en kreeg wel eens telefoon. Het was een statige verschijning die wat uit de hoogte de menigte kon overzien. Hij kon wel prachtig vertellen. Hij droeg meestal een roodbruine jas en een bolhoed met wandelstok. Heel oneerbiedig werd hij wel Aadje Rooiepoep genoemd. Tja… Hattem hè!
Wim heeft het eens gepresteerd om diens bolhoed op te zetten voor de klas, zijn wandelstok te pakken en als een echte Charlie Chaplin dat ding rond te draaien.
Hij heeft zelfs meester van Dalfsen zo het vel onder de nagels vandaan gehaald dat die driftig werd en hem zo’n pak rammel gaf dat ze ome Anton, die conciërge was, riepen met de woorden: ‘Van der Kolk, kom gauw’, ze slaot oew neave hartstikke dood’!
Aan de andere kant was hij zo betrouwbaar dat juist hij enveloppen met geld naar het postkantoor moest brengen. Ze waren er zeker van dat hij zo hard hij kon heen en weer liep.
Na de lagere school werd het de Chr. LTS in Elburg. Die was net nieuw opgericht en vader van der Kolk wilde deze school hierdoor ook steunen. ’s Zomers werd er gefietst, de neus op het stuur. ’s Winters ging Wim met de bus vanaf Hattemerbroek. Eens begon z’n fles karnemelk in het bagagerek van de bus te lekken, drup..drup.. drup.., precies op de pet van een kapitein van het leger die op weg was naar de Willem de Zwijgerkazerne in Wezep. Die brulde een paar keer:’Van wie is die tas’? Maar toen niemand en zeker Wim niet reageerde, greep hij de tas en wilde hem meenemen toen hij uitstapte. Terwijl hij bij het uitstappen zijn eigen tas voor zich hield en Wims tas achter zich, kon die nog gauw zijn tas grijpen voor de deur zich sloot.