Hetty Site

Dagboek van vader Hein tijdens hun bezoek aan Herman en Netty-5-

De Amerikaanse tak van de Egginksfamilie, ik denk rond 1960.
Achter Herman en Netty van l. naar r,: Harold, Charlie, Henry en Berdena.

Donderdag 8 mei Hemelvaartsdag
Coba ligt nog op bed. Ze wil nog graag een poosje uitslapen. Herman is naar een vergadering. Sjoerd zit achter de naaimachine en ik ga zo naar Harold helpen vrochten. Ze houden hier geen zondag vandaag. Verjaardagen worden hier ook haast niet gevierd, alleen werken en nog eens werken. Tegen half 5 bracht Harold me weer naar Herman terug en toen was het na het eten nog even tv kijken en toen naar bed voor de grote reis die ons de andere dag wachtte.
Vrijdag 9 mei
Na het opstaan en ontbijt even de post afwachten, niets uit Nederland. Toen de auto in want Herman zegt dat het 4,5 uur rijden is. Ze waren er zelf ook nog maar één keer geweest ( Curtis en Berdena hebben daarvoor een paar jaar in Boston gewoond), onderweg één keer gerust. In Minneapolis waren ze even de weg kwijt en te ver gereden. Geen wonder want er zijn daar twee steden aan elkaar, Minneapolis en St Paul. Het laatste end reed Netty, ze is rustig en niet bang in het drukke verkeer. Eindelijk waren we dan bij Berdena en Curtis. Wat een mooi huis hebben ze. Coba zegt:’t Liekt wel et huus van de Koneginne’. ’s Avonds zijn we naar een groot warenhuis geweest. De vrouwen hadden het erg naar hun zin, wij mannen niet zo. We hebben nog weer eens tegen elkaar gezegd:’Wat liekt Hetty van ons toch goed op Berdena. Na het middageten zijn we verder gegaan naar Mrs Levenkamp want Berdena en Curtis gingen om half vier met het vliegtuig naar Boston. Na onderweg nog wat te hebben gegeten kwamen we in Zuid Dakota aan bij de Levenkamps. Het is nog een stokoud mensje wat daar alleen op de boerderij woont. Ze is 87 maar er gaat haar niets mis. Haar man is al enkele jaren dood, ze hadden een aangenomen kind, Tine, die getrouwd is met een knecht die de Levenkamps hadden. Fred is een fijne man en een hele pientere boer, er lag niks verkeerd. Coba en ik zijn bij de oude oma blijven slapen, de anderen gingen met Fred en Tine mee. Die wonen aan de andere kant van de weg, een boerderij die hij erbij gekocht had. We hebben die nacht goed geslapen want we waren doodmoe van de reis.
De andere morgen, zondag 11 mei
Toen we opstonden had grootje de koffie al klaar met een Hollands beschuitje erbij. Dat deed ze elke morgen, nog net als in Holland. Ze was met haar ouders meegekomen uit Maasdam en had Herman Levenkamp, haar man, ontmoet bij de kerk. Ze liet ons een heleboel foto’s zien, ook nog van de Wildenborch waar Levenkamp geboren was in het Koetshuis. Ook de fam. Fokkink en Smeek van Schependom zagen we nog op de foto. We zijn die morgen niet naar de kerk geweest, de anderen wel, och wij konden er toch niets van verstaan. Na het middageten zijn we weer vertrokken naar Arie van der Wal. Hij had Herman die morgen bij de kerk ontmoet en had toen gezegd dat wij moesten komen.
Wat een man was dat, hij was meer smid dan boer. Hij had een complete smederij net als Berends in linde met nog 1000 acres( 300 bunder) en 750 stuks mestvee. Twee jongens hielpen hem. Hij had een regeninstallatie boven de grond op wielen, had ik nog nooit gezien, en alle soorten machines en grote silo’s. We moesten weer vertrekken voor een volgend bezoek aan een nicht van Netty. Ze is ook al enkele jaren weduwe en woont in een huisje naast haar zoon. Ze kon niet zo goed Hollands praten maar wel verstaan. Daarna gingen we weer op weg naar huis. Nu had ik op de heenweg al een paar mooie paarden in de wei zien lopen en ik vroeg Herman of hij niet even wilde stoppen. Nu die dag werd meer dan goed. De mensen waren thuis en wilden ons alles laten zien. Het waren echte liefhebbers en ze vernamen wel dat ik bijzonder geïnteresseerd was. Ze hadden 13 paarden en een stuk of 6 veulens, een driejarige merrie die ze eerst lieten zien en een tweejarige merrie, een juweeltje als hij nog een handbreed groter was geweest. Ik hoop dat de foto’s goed worden. Ook hadden ze nog een tweejarige hengst en hij vroeg me of hij goedgekeurd zou worden. Herman vertaalde alles en hij had zo’n schik dat hij mij dit alles kon laten zien. Toen hij zag dat ik bijzonder naar het rechterachterbeen keek was hij beginnen te lachen. Hij wist wel dat het een reebeentje had. Toen moesten we binnen ook alles nog bekijken, veel prijzen en bekers. We vertrokken na de familie hartelijk te hebben bedankt.

—Ik denk dat er van schrijven deze dagen niet veel kwam. Ik mis de 10e mei, de dag bij Curtis en Berdena. Zo zijn ook de verhalen over de reis verschillend. Mama vertelde juist over hun bezoek aan Berdena en Curtis met als topper: de kleine Pam die ’s morgens bij hen in bed kroop.
[i]–Mama told totally different about the trip, more about Netty and baking bread, Leone and Luella and at Curtis and Berdena’s place she was very impressed by little Pam who came to her in the morning and wanted to come in their bed… and so she did..![/i]

[i]Ascension’s day
Coba would like to sleep herself out, Herman has a meeting, Sjoerd is sitting behind the sewing machine and I’m ready to go to Harold to repair the fences with him. No Sunday here on Ascension’s day. No birthday celebrating too, just work and working…
Against half past 4 Harold brought me to Herman and Netty’s house. After dinner a bit watching tv and then into bed before the big journey who is waiting for us.
Friday , the 9th of May
After breakfast we waited for the postman, nothing for us from Holland. Then into the car for a drive from 4,5 hours to Minneapolis. It was for Herman and Netty the second time they visited Berdena and Curtis at their new home. At first they were lost, drove to far. No wonder with 2 cities close to another, Minneapolis and St Paul. The last hours Netty drove, she’s a good driver, so quiet and not afraid at all in the busy traffic. And than we were at Berdena and Curtis’ place. What a beautiful home they have got. Coba said:”It looks like the Queen’s home”. In the evening we went to the mall. The women enjoyed it very much, the men did not. And again we said to each other:’Do you see how Hetty looks like Berdena?’
After lunch we went to mrs Levenkamp while Curtis and Berdena had to leave for Boston by plane.
The Levenkamps live in South Dakota, she is a very old woman, 87, but very keen. Her husband died long ago and their foster child, Tine, lives nearby. She married a farmhand, Fred, a good man. We slept at this place and the others at Tine and Fred’s farm.
We slept very well, while we were worn after the long trip.
Next morning, Sunday, the 11th of May
Coffee was ready as we woke up next morning and… with a Dutch rusk. So she did it every morning, like in Holland. She came here with her parents and is from Maasdam and had met her husband at church. She showed us a lot of pictures with some from the Wildenborch too, where Levenkamp was born in the castle’s coach house. That morning we didn’t attend church. The others did, but we cannot understand anything. After lunch we went on to Arie van der Wal. He did meet Herman at church and invited all of us.
What a man, more blacksmith than a farmer. Two boys were his help, he had a rain installation above the ground on wheels, I’ve never seen it before and all kind of machines and big silages. We had to leave for a visit to Netty’s sister. She’s a widow and lives next to her son. She cannot speak Dutch but she can understand it.
On our way home I asked Herman to stop when I saw beautiful horses. My day became gorgeous. The people would like to show us everything while they saw that I was very interested. They owned 13 horses, 6 fowls, a 3 year old mare and a 2 year old one. It would have been a jewel when she was a bit taller.
Then they asked me to have a look at their 2 years old hengst and asked if he would be approved. Herman translate dit all and enjoyed it all. When he saw I was looking at its right leg behind, he starts laughing. He knew he had reebeentje (leg like a hirsh). After we had seen all the prizes and winning cups we went home after a lot of ’thank you very much…'[/i]