Hetty Site

Een brief van Mies uit 1941

Tussen Heintje en Koos staan Mies en Ernst.

Ik kwam eens een familiefoto van de fam. Eggink tegen waar Mies naast een man staat die ik nergens van ken. Opa heeft het in zijn brief van 1941 over Mies die verloofd is, maar met wie? Uiteindelijk is ze toch met oom Gijs getrouwd, de jachtopziener waar ze, zo ik kon zien, gelukkig mee was.
Tot er een brief uit de laatjes vantante Jo te voorschijn kwam van Mies die ze schreef aan haar toekomstige zwager van dat moment Marinus, de broer van verloofde Ernst te Veldhuis.

Vorden, 16 oktober 1941,

Beste Marinus,
Het zal je verbazen te merken dat je deze brief die je nu in handen hebt van mij is.. Maar ’t is de volle werkelijkheid, jij krijgt nu eens heel gewoon een brief van mij. De reden van mijn is enkel bedoeld om mijn ervaring èn kijk op het leven jou duidelijk te maken, misschien kan ik je hiermee nog iets van dienst zijn. Ga nu maar eens even op een rustig plekje zitten waar je niet gestoord wordt.
Je zult wel denken, je hoeft je om mij niet zo druk te maken, ik red me wel. Maar dat wil ik toch doen. Weet je waarom Marinus? Sinds ik je ken als de broer van Ernst heb ik altijd van je gedacht en dat denk ik nog, dat je iemand wordt die niet voor niets leeft en z’n tijd niet verspilt aan nutteloze dingen. Je hebt een kolossaal sportief en avontuurlijk karakter.
Jij kunt met je eigen goede vaste wil een man uit duizenden van je maken. Dit is geen mooipraterij, dat is zo. En ik ben lang niet de enigste die dit zegt. Maar om dat doel te bereiken moet je alle zeilen bijzetten.

[i]Het wordt een serieuze brief die er uiteindelijk om gaat om deze a.s. zwager te waarschuwen om niet bij een dansclubje en dergelijke te gaan. [/i][i]Ze vervolgt:[/i]
Ik zeg je niet Marinus dat je geen schik in je leven mag hebben, maar je zoekt het verkeerd. Toen ik zo oud was als jij, en een beetje jonger, heb ik wel eens het gevoel gahad dat ik m’n schik niet op kon. Ik ging dan vaak ’s morgens uit pure baldadigheid naar de wei, ’t paard ophalen. En als ik er dan met veel geluk en behendigheid bovenop was geklauterd, was het net of het dier voelde wat me bezielde. Dan ging het in levensgevaarlijke galop naar huis toe en dan voelde ik me oneindig gelukkig en dacht dat er nooit in mijn leven iets kon komen dat me flauw en laf kon maken. Maar toch komt ook dat.
[i]En wat verderop:[/i]
Het leven kun je (zoals ik het bekijk) van vele kanten bekijken maar als je het mooie en goede in de wereld wilt zien moet je jezelf eens goed door elkaar rammelen zodat je er oog voor krijgt. Dan krijg je tintelende lichtjes in je ogen die een ander opvalt en je ziet als een blij en levenslustig mens.

[i]Ze eindigt uiteindelijk met:[/i]
Ik hoop dat je m’n potloodgekrabbel ontcijferen kunt, want m’n pen die heeft x benen gekregen en moet zeker een poosje in ’t gips.
Als je deze brief ontvangt hoop ik dat je net zo gezond en vol levensmoed bent als ik.
Wees heel hartelijk gegroet van je schoonzus en vriendin
Mies Eggink
De Metz “De Belten”Vorden