Hetty Site

Een gedicht uit de dertiger jaren

Dit was zo’n speldje van een Nederlandse Drankbestrijdersbond.

Nog even een vervolg op de Blauwe Knoop van weblog 2:
Een gedichtje uit de dertiger jaren uit een krantje van de Ned. Drankbestrijdersbond.

Kunst
De Kinderstem door: Lautenbach

Pa, in zijn zaken bij de hand,
Was ook een groot komediant
En kon raak imiteren;
Daar wisten velen reeds iets van,
Omdat hij hen- die knappe man-
Vaak wist te amuseren.

Vooral een echte dronkelap
Copieerde hij razendknap:
’t Was hem! Je zou d’r op zweren!
En ook dat dwaas doen van zo’n man,
Dat men dikwijls aanschouwen kan,
Wist hij juist te typeren.

’t Was ook voor vrouw en kind’ren pret
– Wat lachten Ma, en Koos en Jet-
Als Pa zijn kunst vertoonde.
En vroeg men hem: “Doe ’t nog ’s een keer”,
Dan was hij “stom- bezopen” weer
Waar applaus hem voor beloonde.

Maar in de kunst, heel mooi-’t is waar-,
Stak ook helaas wel eens gevaar,
Wat hieruit zal blijken:
Ma zat laatst eens in onze tram,
Met kleine Koos, en zij zag hem
Met aandacht naar iets kijken.

Zij vroeg:”Wat is daar toch te zien,
Mijn kind? Wat int’ressants misschien”?
Koos zei: “Kijk zelf maar Maatje.
Die kerel , ginds in deze straat,
Die daar smoordronken benen gaat,
Doet nu precies als Paatje!”

En allen schrikten in die tram,
Bij ’t horen van deez’ kinderstem;
Ma zag hem hevig blozen;
Maar Pa, al houdt hij van een grap,
Heeft na die tijd geen dronkelap
Weer tot model gekozen.