Weblog1

Ik weet zeker dat ik het kan…

Zo’n 5 jaar geleden was ik nog aardig fit. Nu wacht ik op mijn knieoperatie en is die fitheid even op een laag pitje… Het leven ziet er nu heel anders uit. Was wennen…

Het is nog vroeg als ik de kippen ineens te keer hoor gaan. Om kwart over 7 is Storm nog niet buiten en ik krijg beelden van een vos die onze kippen achtervolgt. Een paar dagen geleden zag ik een dikke vossenkeutel op het terras. Hij is dus in de buurt en Anja heeft hem al zien oversteken met drie jongen in het spoor. Ik had geen rust meer en ging naar beneden en naar buiten met Storm. De nieuwe kippen zitten ’s nachts veilig in het hok maar de overlevers die de hulstboom verkiezen als hun nachtplek zijn al een paar uur wakker. Ik mis in eerste instantie het grijze kipje dat groene eieren legt maar als ik de voerbak heb gevuld verschijnt ze gelukkig. Niks aan de hand dus…

Intussen heeft Wim wel een dikke rat gevangen in de kooi van buurman Jans en met kooi en al in de waterbak ‘laten zwemmen’. Ik vind het maar niks en heb liever een vangkooi waarin ze in een klap dood zijn. Wim haalt nu bij Jans die kooi en anders halen we er zelf een bij de Welkoop. Want ratten brrrr… daar wil je zo snel mogelijk vanaf. Toch ben je er hier in het buitengebied waar kippen gevoerd worden nooit echt vrij van..

Mijn armspieren hebben voorlopig geen fitness nodig. Ik ben in de weer met de elektrische heggenschaar. De liguster heeft al een beurt gehad, nu de hulst aan beide kanten van het hek. Ik heb net voor de tweede keer deze week het snoer beschadigd. Dat is weer een karweitje voor Wim. Ik krijg meteen het advies om de oren: ‘Doe altied het snoer aover de scholder’. Tja… dat was ik even vergeten.

Ik zit nog te denken aan de bosmaaier, maar Wim ziet me dat nog niet doen. Maar na de bladblazer en de heggenschaar is dat het volgende project. Ik denk wel eens aan Pippie Langkous die zo mooi kon zeggen: ’Ik heb het nog nooit gedaan maar ik weet zeker dat ik het kan’.

Foto: Wim knutselt aan de rattenval….

Ik weet zeker dat ik het kan… Meer lezen »

Kippengedoe

Ach… onze kippen…

Dat voorjaar een glorieuze tijd wat eieren betreft. We hadden 6 kippen en elke dag 5 eieren. Iedereen die aan kwam waaien kon wat meekrijgen. We moesten er soms wat moeite voor doen want onze kippen hadden de neiging om hun eieren op verstopplekjes te leggen. Maar uiteindelijk wees hun gekakel ons de weg en konden we de nieuwe leg plek ontdekken. Dan legden we gauw een kunst ei op het nieuwe nest en haalden elke dag het ei of de eieren weg. Zo komt Jan Splinter door de winter.

Maar het tij keerde…. . Vier van de zes kippen werden broeds en hoewel Wim ze steeds van het nest afjoeg had het weinig zin. Eens broeds, blijvend broeds en dat minstens drie weken lang. We hebben de natuur maar zo hun gang laten gaan. Eén kip zat verstopt achter de schutting op twee eieren. Drie zaten er boven op elkaar broeds te wezen en ik wist niet eens of er nog een ei onder zat.

En de haan liep trots as een pauw rond met de andere twee kippen. Nu hadden die een nest gevonden in een plantenbak op het terras. Lekker makkelijk. Elke dag 1 eitje. Daar moesten we het mee doen.

Het was even afwachten hoe lang dit proces ging duren. Zes kippen en één haan en toch maar één ei per dag is wat armetierig toch?

Kippengedoe Meer lezen »

Te slim af

Het duurde even, maar ze waren ons toen toch weer te slim af. Rob stuurde die morgen net een berichtje dat zijn stagiair de afrastering van de wei zou komen repareren. Pa zou zeggen: vrochten, maar ik denk dat de meesten van jullie dat woord niet kennen. Net als die middag een tijd terug toen we samen de nieuwe expo hadden ingericht. Het gesprek kwam op namen voor vogels en ze vroegen zich af wat toch een geiteling was. Eigenlijk zeiden ze gaiteling. Was dat misschien Twents? En ze keken mij daarbij aan. Ik kon ze vertellen dat het een gieteling is, een merel. Hoe ik dat wist. Ik zei: ‘Opoe noemde hem al zo’, zoals ik zoveel van opoe leerde.

En wie me te slim af waren? Een paar schapen. Ze vonden het gras aan de andere kant van het gaas groener. Een ooi liep er zonder de lammeren, die stonden aan het gaas te kijken. Met het bekende gele bakje lokte ik de ooi weer naar het hek en deze familie ooi was weer verenigd. De andere uitbreekster had haar lammeren bij zich en liet ik maar want morgen worden ze waarschijnlijk ook weer omgeweid. Ik vulde in elk geval de waterbak maar.

Toen het ging schemeren keek ik nog even. Nu liepen dezelfde uitbrekers weer aan de andere kant.

De rust is weergekeerd. Bean kwam en heeft de afrastering nagelopen en hersteld.

Foto: nog even een foto  van deze trotse moeder ooi met haar lammeren!

Te slim af Meer lezen »

De drie..

16 juni 2014–Zie ze daar eens zitten, die drie. Ter ere van Vaderdag waren ze alle drie tegelijk op bezoek. Ik moest meteen denken aan deze brave broeders 30 jaar geleden, net na de verhuizing naar Kuifmees 20. Toen kwamen ze zomaar stilletjes de tuin in en gingen ook zo maar op het bankje zitten. ‘Biecht maar eens op’, zei ik toen, want dit kende ik nog niet… zo maar op een rijtje op de bank. Toen kwam het hoge woord er uit. Ze hadden samen Gerhards brommertje uitgeprobeerd. Mark was gepakt zonder helm en nog geen 16, een dubbele bekeuring. Gerhard moest zich de volgende morgen melden op het politiebureau om zijn registratiebewijs te laten zien. Heel even was ik terug in de tijd…..

De drie.. Meer lezen »

De jacht

Daniel Lohues heeft eens in een tv programma gezegd dat hij het lied van Jules de Corte ‘Ik zou wel eens willen weten’ het mooiste Nederlands talige lied vindt. Wim Groot Nuelend wees me er al op. Daar kan ik in meegaan al vind ik zijn eigen liederen ook heel erg mooi. Ik hou van zijn gevoelige stem net als van zijn beschrijvingen rondom de plek waar hij weg komt, zoals hij dat zo mooi zegt. Alleen maar mooi, mooi, mooi….

Ik vraag me toch ook wel eens af: zou hij nooit vliegende mieren in huis tegen komen of zich verstappen in de gaten die molshopen achterlaten. Of zou er nooit een kip van hem zijn opgevreten. Ach… die heeft hij natuurlijk niet, hij is te vaak weg. Net als een hond. Hoeft hij ook nooit pillen of druppeltjes te halen tegen vlooien en teken.

Het was een paar jaar terug onze nieuwste jacht, de jacht op de vliegende mieren. Daar heb ik Daniel nog niet over gehoord. Ze zaten bij ons in de studio. Ze kwamen ergens uit een spleet vandaan en verzamelden zich bovenaan tegen het raam. Meteen kregen we de drang om de boel uit te roeien, want dat wil toch geen mens, vliegende mieren in huis. Ik heb er over gelezen. Eind juli, begin augustus is de tijd dat ze vleugels hebben om zich verder te kunnen verspreiden. Nou, die van ons hebben geen kans meer. Een klein deel had geluk. Die waren zo verstandig om de open deur naar buiten te kiezen. De rest ging zonder pardon allemaal in de stofzuiger. Niet een stuk of 10, nee honderden.

Een week lang hebben we toen alles wat te voorschijn kwam opgezogen. Alle voorkomende spleten in het hout ben ik toen nog even nagelopen met die lange smalle bek van de stofzuiger.

Na de jacht zaten Wim en ik bij de wei en genoten van alle natuur om ons heen aan het Schoolpad. Ik heb nog nooit zoveel verschillende vogelzang gehoord als dat jaar.

De jacht Meer lezen »

Opoe Bijenhof

k weet niet goed meer hoe opoe Bijenhof kookte op de Haar. Het zal wel op het grote fornuis geweest zijn. Misschien hadden ze al wel een gasstel op Butagas, want ook de verlichting ging op gas, je weet wel met van die gaskousjes die meteen stuk gingen als je ze aanraakte. Ik herinner me ineens een petroleumstel. Zo ging dat op De Boomgaard ook, al hadden ze daar in 1950 al wel electriciteit. Opoe was een goede kokkin. Ze was vroeger als bellenmeisje opgeklommen tot kokkin en daar hebben de Bijenhofs en ook wij veel profijt van gehad. Ook later op de Boomgaard waarheen ook opoe en opa meeverhuisden deed zij ‘ de pot’ zoals dat heette. Wat is er veel veranderd in de afgelopen 60 jaar. Waar zouden we zijn zonder ons gas-, keramisch- of inductiefornuis, koelkast, vriezer en centrale verwarming. En wat te zeggen van het koffie en thee zetten. Opoe maalde de koffiebonen nog in een molen die ze tussen haar knieën klemde. Dat rook al lekker. Dan ging die gemalen koffie in een met kokend water omgespoelde koffiepot en werd er kokend water op gegoten. De koffie trok een minuut of tien en daarna was het tied van koffiedrinken. De koffie werd door een zeefje ingeschonken en aangevuld met kokende melk. Voor ons als kinderen was er de chocolademelk. In die tijd waren de koeien ook nog niet tbc- vrij. Het was dus niet zo gek om die melk aan de kook te brengen.

Met de thee werd net zo met zorg omgegaan, bedacht ik toen ik vanmorgen het theezakje in de thermoskan hing. Ik spoel die nog wel net als opoe met kokend water om, maar of dat moet? Het is meer de ingeslepen gewoonte van opoe. Als je tegenwoordig ergens een kop thee bestelt krijg je 10 tegen 1 een glas warm water met een theezakje. En daar kan ik nou nog steeds niet aan wennen. Dan heb ik liever de thee in een tearoom in Engeland: een hele pot Engelse thee met heet water erbij om nog eens aan te vullen, suiker en melk apart en… natuurlijk een scone erbij met jam and cream. Maar ’t beschuutje van opoe smaakte net zo lekker.

foto: opoe en opa Bijenhof met hun gezin begin 30er jaren

Opoe Bijenhof Meer lezen »

Een Maarten ’t Hartje

foto: Met Dineke bij kasteel De Slangenburg – december 2013.

Een Maarten ’t Hartje

Wim Daniëls is als neerlandicus altijd bezig met taal. Ik ben al fan van hem nadat ik zijn boek Dingen van Daan had gelezen. Soms aan het eind van een les Nederlands in de brugklas las ik wel eens een stukje voor uit dit boek. Ze zaten allemaal te grijnzen en de een na de ander haalde het boek bij de Bieb. Ook al weer wat jaren geleden had Oud Vorden hem gecharterd voor een lezing over streektaal en wij trokken voor die gelegenheid ook even die kant op. Op zijn FB pagina vroeg hij pas om herinneringen aan je schooltijd. Die gebruikt hij voor een nieuw te schrijven boek. De laatste vraag die hij stelde was of er zelfbedachte spontaan ontstane woorden waren binnen je familie. Nee niet zoals sesycar en rotronde, woorden die door onwetendheid zijn ontstaan. Ik kon er even geen bedenken in ons gezin. Alleen de hazelslag die gebleven is nadat Gerhard als peuter de hagelslag zo noemde en hij niet meer maar wij wel om de hazelslag vroegen.

Pas was ik bij vriendin Dineke die een heel vervelende val maakte met haar fiets en nu met een erg gekneusde voet de tijd moet uitzitten. Ze vertelde over het steile paadje dat ze in het donker genomen had en dat ze zomaar omgevallen was. ‘En het was niet eens een Maarten ‘t Hartje’, zei ze. Die schijnt ooit in een tv programma het over een paadje te hebben gehad dat ontstaat als je een stukje weg wilt afsnijden. Zo’n woord bedoelde Wim Daniëls. Dineke had er nog een. Op de camping waar ze een huisje huurden was een biologisch winkeltje. Dat had alleen oersuiker. Haar kinderen kregen eigenlijk nooit extra suiker maar hier kregen ze yoghurt met deze oersuiker. ‘Wel decadent’, vond moeder Dineke. ‘Dikkedenne’, zeiden de kinderen haar na. Het woord is al jaren in deze familie verankerd . Als ze iets decadent vinden is dat gewoon dikkedenne.

Ach… en nou weet ik er nog wel een… Mijn moeder had het ook wel over het Gele gevaar. Ik dacht meteen aan… China misschien? Nee, ze bedoelde de forsythia, een ouderwets maar mooie struik die al vroeg in het voorjaar haar gele bloemen krijgt. Of wat te denken van ‘vleisbloemen’? Daar werd het wilgenroosje mee bedoeld door mijn familie…..inderdaad met een beetje goede wil vleeskleurig….

Een Maarten ’t Hartje Meer lezen »

Geblèèr…

‘Dat geblèèr um ’t huus, nee ik vinne d’r niks an’, zei Diny toen Lientje en Lotje, twee bruine schaapjes uit Drenthe, eenmaal bij hen in de wei liepen. Die kregen lammeren en dat leek toch erg leuk bij een huis met een stukje weiland. Al gauw werden de schaapjes ingeruild voor hun paard en sindsdien bleef het paard. Ik heb er verschillende zien gaan en komen waarvan Frits me is bijgebleven en natuurlijk nu Cassandra die regelmatig de show steelt wanneer Wouter als hertog van Gelre te paard ten tonele wordt gevoerd bij een optreden van ‘Het Woud der Verwachting’.

Die morgen zat ik met m’n eerste kopje koffie bij de wei en het geblèèr begon zo gauw ik verscheen. Ook de kleinsten lammeren kregen al geen melk meer ’s morgens, alleen nog ’s avonds. Dat stond ze maar matig aan. Denk niet dat ze allemaal hetzelfde geluid produceren. Het gaat van een hees stemmetje naar een voluit sterk geblaat en alles daar tussenin. ‘Vanaovend bunt iele an de beurte’, vertel ik ze want praten doe ik met alle dieren. Ze antwoorden meteen met een nog duidelijker vraag in alle toonaarden. Ik snap Diny wel want zo gauw zij buiten de deur komt zien ze haar en hier aan het Schoolpad zit je toch nog een 30 meter van de wei af en zien ze je pas als je voorbij de kapschuur komt.

Rob had de schapen de vorige avond omgeweid. De ooien met hun kroost liepen nu achterin en het gras was zo hoog dat je de lammeren niet eens meer kon zien, laat staan dat je ze ’s morgens even kon tellen. Met de ooien mee waren het er 11 in de achterste wei en vooraan de 13 fleslammeren, waarvan toen nog drie één keer per dag hun fles krijgen. De kleine Luella, de eerst geboren Herdwick, begint al een meer witte kop te krijgen, grappig, en met de kleine er bij zie je dat Luella al aardig gegroeid is. Nog even en de kop wordt witter, zoals ik ze ken uit het Lake District waar Beatrix Potter, de schrijfster van kinderboeken, ze ooit introduceerde. De Herdwicks is een sterk ras dat heel geschikt is voor de soms barre omstandigheden in het bergachtige gebied zoals delen van het Lake District..

Geblèèr… Meer lezen »

Herders , teckels of een bordercollie

Je hebt families die echt van één type hond houden. Swenny heeft altijd een teckel, ook nu nog op hoge leeftijd. Ben en Diny net zo. Ze hebben wel een bordercollie gehad, maar voor Diny blijft het bij één soort. Nu is het Wiesje, genoemd naar teckel Wiesje van oom Jaap en tante Riek waar wij als kind graag kwamen. Het is bij de Harwigs bij die ene teckel gebleven. Toen Jaap en Wim opgroeiden was het altijd een herder waar ze al lopend hele afstanden mee aflegden… naar de Wildenborch, naar de Boomgaard. En ik merk dat het bij de Harwigs altijd bij herders is gebleven. Wim en Marjan zijn al een paar keer met hun camper bij ons aan het Schoolpad geweest, eerst met herder Mo en later weer een opvolger. En nu zie ik het ook bij Jacco, de zoon van Jaap en Sjennie. Geboren in Zuid Afrika en gesetteld in Australië. En ook bij hem zie ik de voorliefde voor herders. Mooi om te zien..

Hier is het Wim die met Marjan en Mo èn hun hippe camper een paar dagen bij ons aan het Schoolpad hebben gestaan. Hier stond ie even vast en kwam buurman Jans hem met zijn tractor weer los trekken….. Je weet het hè… Een goede buur…

Herders , teckels of een bordercollie Meer lezen »

BB

‘Jullie wonen wel erg afgelegen’, werd er regelmatig gezegd, gevolgd door: ‘t Zou niks voor mij zijn!’

We hebben er bijna 30 jaar gewoond en ik herinner me de vlucht staartmeesjes nog als de dag van gisteren die ik toen zag nog voordat we er zelf woonden.. De meesjes doken in de ruig uitgegroeide ligusterheg en vandaar naar een bosje verderop. En ik kan me nog steeds verbazen over de vele soorten vogels die daar aan kwamen vliegen.

Ik hoorde pas de verhalen aan van iemand die ‘in de bouw’ woont, zoals dat ook wel genoemd wordt. Ze had zo’n vreselijke last van de barbecue van de buren en het geschreeuw van de kinderen om haar heen terwijl zij daar in haar eentje woont. Dan probeer ik me voor de geest te halen of ik dat vroeger in de Rietlanden of in Hengelo ook had. Nee, wij hadden geen hinder maar misschien onze buren wel van ons.

Zo moesten we in Hengelo een lange pijp op de ruwbalken aanbouw met sauna zetten vanwege BB (buurvrouw Boet). Zij had last van de rokende schoorsteen als de houtkachel in de sauna eens per week gestookt werd. Dat deden we maar want deze aanbouw hadden we er samen met Bertus en Marijke achter onze huizen illegaal neergezet. Ik zal nooit het spektakel vergeten toen die minstens drie meter hoge degelijke roestvrij stalen Stork pijp op de aanbouw geplaatst werd, zodat de rook veel hoger de lucht in kon gaan. Marijke en ik hielden de kinderen binnen en wij hadden bijna hartkloppingen van het spektakel van onze mannen met die zware lange pijp op het dak..

BB was gek op kinderen, kleintjes dan. Zo gauw er wat ander lawaai geproduceerd werd was het minder. Dan kwam ze aan de deur haar beklag doen. Onze jongens wisten ervan, maar ja… dan gebeurt er juist extra wat. Zo kwam onze BB eens aan de deur met een pijltje, zo’n zelf gedraaid papieren pijltje. Die had zij om de oren gekregen. ’En het kwam uit dat raam’, wees ze aan. Het kon niet missen, het was een streek van Gerhard.

Tja… wij woonden daar aan het Schoolpad misschien wat afgelegen, maar wij hadden alleen plezier van onze buren en zij van ons… neem ik aan.

Foto: mei 1994, net verhuisd naar het Schoolpad.

BB Meer lezen »