Hetty Site

hetty

Ach… nog even eentje van toen…

‘Wat is dat dan, ach gutteguttegut..he-j d’r weer iene?’ Onze trouwe hulp is er weer en in het voorbijgaan ziet ze het kleine lam in het nest staan. Hij heeft z’n buikje vol en laat zich even niet horen. Vaak laat ik hem een tijdje in de keuken met het spinnewiel en de vuilnisbak als afscheiding, maar nu heeft hij even zijn oude plekje naast de open haard.

De eerste dag was het een kleine lastpak, sterk en stevig, maar met geen mogelijkheid wilde hij uit de fles drinken. Ik moest er telkens 50 ml induwen. Ik had Rob al gewaarschuwd dat het niet zo vlotjes ging dit keer maar dat ik nog even zou proberen.

Dit rammetje was er een van een drieling en dan is het vaak beter om er een aan de fles te doen zodat ze alle drie hun kansen krijgen om tot glorie van moeder ooi en Rob flinke schapen te worden. Uiteindelijk gaf hij de pijp aan Maarten en kreeg hij de slag te pakken van drinken aan een speen die dan wel niet als moeders tepel aanvoelt maar waar wel warme melk in zit. Ik hield hem eerst een warme vinger voor en als hij probeerde te happen stak ik de speen ervoor in de plaats.

Eindelijk. Nu drinkt hij als de beste, maar net als de andere twee in het begin heeft hij wel wat dunne poep. Tja… het is net als met baby’s, je houdt bij wat er in gaat en er weer uit komt.

Nu volgt hij me op de voet en loopt gewoon mee naar de wei om kennis te maken met de andere twee en even later ligt hij tevreden aan de voeten van Wim te slapen. Het was ook niet niks zo’n kennismaking. Drentje was jaloers en moest niks van hem hebben zodat hij door het gaas weer gauw bij ons was.

Ach… nog even eentje van toen… Meer lezen »

Alles sal reg kom…

‘Alles sal reg kom’, zei een van ons. ‘Behalve de kromme benen van Hofmeier’, antwoordde moeder Siet gevat. Het schijnt te maken te hebben met de vroegere slager Hofmeier die het varken dat geslacht moest worden tussen de benen klemde. Het zijn van die Hattemse gezegden en daar wist moeder Siet er wel wat van. Het was de laatste keer dat we haar opzochten in de Bongerd en we gezellig samen in het restaurant van de Bongerd koffie hadden gedronken en vooral veel gezongen, want dat kon ze tot het laatst nog heel goed. Bijna het hele liedboek plus het Hattemse volkslied kende ze uit haar hoofd.

Vandaag is het haar verjaardag en ik denk dat de rest van de familie er ook wel even bij stil staat. Op 23 april 1913 werd ze geboren als oudste in het gezin de Bruin in Wapenveld. Gerard, Wim en Bé volgden. Ze schijnt altijd al een bijdehandje geweest te zijn. Oom Bé vertelde eens dat hij als jongen zijn hand op een dubbeltje legde, maar dat zus Siet daar ogenblikkelijk gewag van maakte. ‘Moe, Bé hef een dubbeltie onder zien hand’.

Behalve bijdehand was ze een geweldige moeder en oma. Paul Sietse en Gerard vertelden pas nog over haar wanneer ze eens per week tussen de middag bij haar kwamen eten en toen Gerard in Zwolle naar school ging mocht Paul Sietse een vriendje meenemen. Onze jongens mochten ook graag bij haar logeren. Gerhard is zelf in Hattem geboren en heeft tijdens zijn studietijd nog een paar jaar bij zijn oma Siet gewoond. Tot op hoge leeftijd bleef ze het stralend middelpunt.

Dank je wel oma Siet voor wie je was.

Alles sal reg kom… Meer lezen »

Tante Aart

En dan ben ik maar zo nog niet van tante Aart af. Ken je dat… dat er door aan één bepaald iemand of een gebeurtenis te denken, gewoon in een flits, er een hele verzameling achteraan komt. Die nacht in mijn dromen ging het zo verder. Opoe en opa Bijenhof waren in 1949 40 jaar getrouwd. Er moest natuurlijk door de kleinkinderen wat in elkaar geknutseld worden. Het werd een wit bord versierd met allemaal plakkertjes om de rand en een prachtige 40 in het midden. Ik meen het bord gezien te hebben in de hunkerbunker van Diny tussen allerlei andere voorwerpen met een herinnering.

In 1954 was er natuurlijk weer een huwelijksjubileum van deze opa en opoe, nu 45 jaar. Hier werd tante Aart bij ingeschakeld. De kleinkinderen waren nu zo groot dat er een dansje ingestudeerd kon worden. Daar ontfermde tante Aart zich over. Ze was bovendien een kunstenares met naald en draad. Wij kregen allemaal een paar gazen vleugels aangemeten en daarmee dansten we ons vlinderdansje… met een liedje natuurlijk. Intussen woonden wij èn opa en opoe al op De Boomgaard en het vlinderdansje werd onder de spekkersenboom uitgevoerd.

Opa en opoe Bijenhof waren gewoon meeverhuisd vanaf de Haar toen pa en mama trouwden. Ik weet eigenlijk niet of Jaapje Harwig ook meegedanst heeft als vlinder. Misschien weet hij het nog.

Toen Gerke, Gerrie, Lia en ik jaren later Belijdenis van ons geloof aflegden in de NH Kerk werden daarvoor door de kleermakerij van oom Sjoerd mooie mantelpakjes gemaakt. Toen we na kerktijd zoals gewoonlijk ook even bij oom Sjoerd en tante Hermien aan gingen zat daar ook tante Aart die met een brede glimlach vertelde dat ze precies de pakjes van Sjoerd er uit kon pikken in de kerk, zulke mooie schouders zaten er in, heel anders dan de confectiepakjes.

Tja…. En zo gingen mijn  gedachten zwerven na een telefoontje uit Barchem van Henk die bedacht dat ik het wel leuk zou vinden om te weten dat Aartje Aartsen als geboren Vordense in het Contact stond vermeld nu ze de 100 had gehaald. Ze is intussen overleden, maar deze tante Aart  blijft me altijd bij. Zij was het ook die de verjaarspartijtjes van de kinderen overnam. Tante Hermien zorgde voor eten en drinken van de feestgangers.

Tante Aart Meer lezen »

Wie is de baas?

Al woonden we wat afgezonderd aan het Schoolpad , er viel altijd wat te beleven met dieren om je heen. Onze haan, een prachtige donkere Barnevelder was een half jaar daarvoor gesneuveld, waarschijnlijk door een roofvogel of andere rover. Ik was in de veronderstelling dat er bij de laatste kuikens  wel een paar haantjes zouden zijn, maar nee dus. Gerald heeft ze bekeken en kwam al snel tot de conclusie: allemaal hennetjes! Intussen hadden we tot mijn grote vreugde  een haan gekregen van Rob. ‘Ik heb er ook nog wel een paar dezelfde hennetjes bij’, voegde hij er aan toe. En die bracht hij dus ook voor ons mee. Intussen was ons haantje al geacclimatiseerd en de enige bruine kip, naast de donkere Barnevelders, had hem al voor zichzelf

 uitgekozen. Toen dus die beide nieuwelingen bij in de ren kwamen was het hek van de dam. Madam de Bruine vond het helemaal niks dat die witte er bij kwamen. De haan was namelijk nogal  geïnteresseerd in de nieuwe twee want die kende hij nog. In de ren bleek de bruine een kwaaie, zo jaloers als het maar kan en joeg de nieuwelingen alle kanten op. Die middag ging de ren na een anderhalve dag gewenning weer open. Bruintje liep in het kielzog van de haan en zorgde dat de witte indringers op afstand bleven. Toch zag ik eventjes de haan  bij de witte de baas spelen… je weet wel… Tja, het zou nog even duren voor hiërarchie hersteld was.

Wie is de baas? Meer lezen »

Bram, de filosoof

Oom Bram is er niet meer. Ik moest gewoon weer even aan hem denken, zo’n unieke man. Hij was rustig ingeslapen te midden van veel dierbaren. Hij was er klaar voor.

Hij heeft niet alleen voor zijn eigen familie veel betekend maar ook voor die van Betty en voor de hele buurt waar hij toch al 30 jaar woonde nadat hij stopte met zijn Doe het zelf zaak in Amsterdam.

In die tijd kwam hij regelmatig met zijn Pick up hout halen bij de zagerij in het Medler dat begin 40er jaren was opgericht door zijn broer en onze vader Hendrik Jan. Na het motorongeluk en overlijden van Hendrik Jan hebben twee van zijn knechten het bedrijf overgenomen, Ribbers en ten Brinke. Bram kwam er graag. Tot 1990, zolang de zagerij bestond, heeft de zagerij de naam van zijn oprichter H. J. Eggink gedragen en heeft de foto van Hendrik Jan daar gehangen op de plek waar koffie werd gedronken. Toen de zagerij stopte gaf Albert Ribbers de foto aan zijn schoonzoon Johan Aartsen om hem aan een van de dochters van Hendrik Jan te geven. En zo is het gebeurd.

Bram, de filosoof Meer lezen »

Geesje

Hallo, ik ben Geesje. Tenminste,… ik hoorde mijn nieuwe moeder zeggen: ‘Den kleinen zol ik Geesje neumen. ’t Is toch een echt Drents heidelämmeken’.

Mijn eigen moeder, daar heb ik geen beste herinneringen aan, die was gruwelijk in de war en zodoende kwam ik hier. Er loopt hier nog veel meer rond. De katten doen net of ze mij niet zien, maar Tessa wel. Die houdt mij in de gaten. Ik werd meteen netjes in een klein hokje gezet en telkens als ik weer een slaapje uit had mocht ik er uit en mee naar de wei naar de andere schapen. Die snuffelden nieuwsgierig, alleen die ene met de beide lammeren deed vals tegen mij. Nee, ik blijf voorlopig maar bij mijn nieuwe moeder in de buurt.

Vanmorgen was ik ineens niet meer alleen in het nest. Er kwamen zomaar twee anderen bij. ‘Zo zielig’, hoor ik, ‘ze hebben geen moeder meer en ze zijn al 9 dagen’. Ik vind ze niks niet zielig. Ze zijn zwart met wit en kijken heel stoer en gaan samen in de andere hoek van het nest liggen. Na ons eerste slaapje mogen we er uit. Die twee schieten er vandoor naar de andere hoek van de keuken. Ik niet, ik blijf dichtbij de moeder. Ik krijg ook het eerst die lekkere melk. Mmmmm! Dan worden de anderen ook gepakt als ze klem achter een stoel zitten, maar die lusten die lekkere fles melk ook wel.

Als het middag is mogen ook die twee nieuwe vriendinnetjes mee naar het terras om te spelen. ‘Da’s niks weerd’, hoor ik de moeder zeggen, ‘ze vret al an de planten.. dat ku’w niet hebben, straks bunt ze nog giftig’. Dat was voor die twee een korte vreugd. Midden op de middag krijgen ze instructie, lijkt het wel. De moeder heeft een fles met melk en ieder keer als ze ‘kom dan.. kom dan’, roept krijgen we wat melk. Ik ben altijd eerst natuurlijk, dan de meest zwarte en warempel na een tijdje komt die andere er ook bij als er weer geroepen wordt.

’t Is wel een heel ander soort’, zegt de moeder tegen de man, ‘disse Schoonebekers bunt trotse schaopen’, kiek maor hoe ze de kop rechtop holdt. Die mot eigenlijk een chiquere name hebben, ik zol den enen Diana neumen of Priscilla.

Vanavond hebben we een speeluurtje gehad in de voorste kamer en opnieuw werden die twee geroepen: ‘Kom dan, kom dan’…. En warempel ze beginnen het door te krijgen dat er dan melk aan komt. Ik mocht er als enige wat later vanavond nog even uit. Ik had een aanloop genomen in het nest en ging bijna over de rand. Ik denk dat het me morgen gaat lukken.

Hier ben ik weer… Ja hoor, ik heb het gered. Met een klein aanloopje en een flinke afzet ga ik over de rand van het nest. ‘Kiek den kleinen toch es’, hoor ik de moeder zeggen. ’t Wodt tied dat et spul naor de schure geet. As ’t er visite kump rök et hele huus nog naor schaop’. We mochten vandaag toch weer even maar buiten op het terras. De moeder ging er bij zitten en af en toe hoorde ik: ‘Ho ho’. En dan zaten die beide druktemakers tussen de struiken. Dat was wel lachen.

Toen kwamen er heel veel kinderen en die mochten meehelpen de melk klaar te maken voor mijn fles en kregen we die lekkere warme melk van hen. Ik hoorde ze roepen: ‘Daan, goed vasthouden he’. Maar ook Tim en Sanne en Frank waren er bij. En we werden allemaal geknuffeld. Wat hebben we geslapen toen we weer in ons nest waren!

Ken je dat, verhuizen? Nu hebben we een heel groot nest met hooi in een hoek, maar ik hoor niks meer, geen gepraat, geen muziek. We zijn hier gewoon met z’n drieën en we moeten het maar gezellig maken hier. Gelukkig komt onze melk wel op tijd en gaat de moeder er op haar gemakje bij zitten. De man is er nu ook steeds bij en die geeft mij m’n melk, want anders is die dikke me altijd voor. Een vechtersbaas is dat hoor! Nee, dan die andere, die is heel wat aardiger. ‘Da’s een tutje’, wordt er gezegd. Wat dat nu weer is?

Vandaag had ik even twee moeders. Dat was handig. Ik kreeg tenminste genoeg melk. Die dikkerd had de fles eerder leeg dan tutje en ik, maar kreeg lekker geen kans om ons wat af te snoepen. We hebben ook het hooi in de hoek ontdekt en dat ligt toch lekker! Nou ajuus hoor!

Groetjes. Geesje.

Geesje Meer lezen »

Even terug naar 4 jaar geleden….

Het grut begint al aardig te wennen. ’s Nachts zitten ze lekker warm in de stal, overdag in de wei en daarbuiten. De laatste nachten laat ik zelfs de deur van de stal open.

‘Bij mij liggen alle lammeren altijd gewoon buiten’, zei Rob. Ik mag ze van hem niet te veel verwennen. Toch kwam hij een extra baal stro brengen op mijn verzoek.. Ze zijn beiden van een sterk oerras, uit deze streek. De witte is een Schoonebeker heidelam en het zwartje een Drentje. Beiden zijn sterke lammeren.

‘Maar die bij jou hebben wel een moeder om warm tegen aan te liggen’, is mijn reactie dan. Toen ik net van een boodschap terugkwam fietsen, zag ik ze onder de schommelbank liggen. Ze breken nogal eens uit en dan is dat de veilige plek want daar zitten we vaak en wij zijn nu eenmaal een soort van moederfiguren voor ze.

Gisteravond vonden ze het blijkbaar wat te lang duren voor ‘de fles’ kwam. Storm was ook bij de wei om voorbijgangers op de Bargerweg in de gaten te houden. Maar toen hij er op een gegeven moment genoeg van had kwam hij op huis aan, beide lammeren in zijn kielzog. Ja wat doe je dan? Als ik me laat zien komt dat stel steeds terug. Ik liet de hond gauw binnen en deed de deur dicht. Vonden ze niet leuk, te horen aan het kabaal dat ze maakten, maar binnen een paar seconden namen ze een sprintje terug naar de wei. Toen ik later met de fles kwam lagen ze onder de schommelbank op me te wachten. Het zwartje klimt na de fles altijd tegen me op, heel even warm op schoot. Het duurt niet lang meer en dan is ook dit afgelopen.

Even terug naar 4 jaar geleden…. Meer lezen »

Met ons Marsmannetje de wereld rond

Het was een tegenvaller dat mijn auto niet op tijd klaar was en ik Aly moest afbellen. Maar zij was niet voor één gat te vangen en kwam meteen richting Torflang om mij op te halen. Geweldig, want het zou jammer zijn om de avond met ons Marsmannetje te missen.

En het werd een prachtige avond. Aly had een, bij deze avond passende, inleiding over onze levensreis en met het zo bekende Lied Beveel gerust uw wegen was de toon gezet voor de reis met Gerda Marsman. Ze was net herstellende van een vervelende val in mijn favoriete Nieuw Zeeland.  Ze had het plan om er een week of 6 te fietsen, maar op dag 4 was het al gebeurd en ging ze met spoed het ziekenhuis in. Dat was flink aangekomen wat haar , intussen redelijk hersteld, de kreet ontlokte: ’A-j iets doot, mo-j ’t goed doon’.

Die avond nam ze ons mee naar Noorwegen, 3509 km lange trip op de fiets, met een gemiddelde van 103 km per dag. Nou ja, een stukje met de boot op de terugweg. Ze had graag contact met mensen, maar liever geen camper naast haar tentje. Dat maakte ze hen snel duidelijk. Ze genoot van alles wat ze onderweg tegenkwam, maakte zo een ritje op een IJslandse pony. Ze passeerde de Hardanger Vida, De Geiranger Stigen wat het een en ander van haar uithoudingsvermogen eiste. Onderweg kon ze vaak kamperen in een shelter wat prettig was in het vooral ’s nachts toch wat koude Noorwegen. Door Zweden ging het  weer zuidelijk. We zagen Trondheim met de gekleurde huizen op palen ( gratis verf ), Lillehamer waar de Olympische spelen gehouden werden, de ijsbaan van Hamar in het Vikingskipet. Hier in Zweden wordt veel graan verbouwd en we zagen de lieflijke bloemenweiden. Hier wordt de Midsummer, als het ’s nachts niet meer donker wordt, uitbundig gevierd. Gerda liet ons de eeuwenoude rotstekeningen in Tanumshede zien van heel vroege bewoners. Ze daalde verder af langs de Scherenkust en ging het op de boot naar Denemarken, natuurlijk naar Kopenhagen en de kleine Zeemeermin en later door NW Duitsland. Het begon zelfs op Drenthe te lijken helemaal toen de hunebedden verschenen. Allemaal mooi mooi mooi! Eenmaal weer thuis in Salland belde ze haar broer: ‘Bu-j in huus? Want dan kom ik d’r an!’ Typisch Gerda. Zo reisden we een avond met haar mee. Ze heeft ons  mee laten genieten en we krijgen nog lang niet genoeg van haar. Wie weet… Ze werd hartelijk bedankt.

Daarna eindigde Ida de avond en zong een prachtig lied voor ons en samen zongen we het refrein mee: het zijn de kleine dingen die het doen… die het doen…

Het is jammer genoeg de laatste Hedera avond van het seizoen. Op 30 mei kunnen we gelukkig nog samen lunchen bij de Stadsboerderij ’t Nije Hoff.

Met ons Marsmannetje de wereld rond Meer lezen »

Jan Steen…

Zo af en toe begon het aan het Schoolpad op een huishouden van Jan Steen te lijken. In de lammertijd mocht ik graag de zorg op me nemen voor verstoten- wees- en ‘een van een drieling’ lammeren. Het gevolg was wel dat je eerst een paar dagen met een stel lammeren in de keuken zat die je overdag vrij had rondlopen. Het kwam er op neer dat ze de beste plekjes uitzochten zoals de warme mand van Storm of een leunstoel met een schapenvacht er in. Er was na de voeding wel het een en ander op te ruimen en de wasmachine met oude handdoeken draaide regelmatig en de dweil aan een stok deed goede diensten. maar leuk dat het was!

De drie sterksten waren die dag verhuisd naar de schapenstal en de zwakste begon aardig bij te komen na de eerste tijd onder de warme lamp. Storm was er al helemaal aan gewend en had een soort vriendschap

 gesloten met dat vreemde goedje. Maar als ik teveel met ze bezig was kwam hij zijn aandacht wel opeisen… Ach.. we hadden er een mooie tijd en denk er graag aan terug….

Foto: De cover van de laatste Tweets van het Schoolpad. Mark nam het op een onverwacht moment tussen de middag. Het schetst wel een beeld zoals het er in het voorjaar af en toe aan toe ging.

Er is een herdruk van alle Tweets plus Brieven uit Barchem. Wie dus nog iets te wensen heeft mag zich melden.

Jan Steen… Meer lezen »

Tja….

Alweer paniek in de tent. Was vorige week ook al en kwam mijn redder van de Hedin garage persoonlijk een nieuwe accu installeren. Gisteren begon er weer een rood seintje met iets over de elektrische bedrading met het advies om het te laten repareren. Dus vanmorgen gebeld en ik mocht komen want waarschijnlijk moest de auto nog gereset worden na het plaatsen van de nieuwe accu. Daar zat ik dus aan de koffietafel met twee mannen die na de krant verlekkerd naar de spiksplinternieuwe auto’s zaten te kijken. Ik nam onder het genot van een kop chococafé het blad Nouveau onder handen en dacht aan Anda die altijd graag dit leesvoer had. Kan ik me nu ook helemaal in vinden. Er waren interviews met vrouwen die over hun gezinnen vertelden. De meesten vroegen zich vaak of ze het wel goed gedaan hadden in de opvoeding. In gesprek met hun grote kinderen bleek dat erg mee te vallen. Alleen Sylvana Simons, ja zij…, kreeg tegengas van haar kinderen terwijl zijzelf vond dat ze heel tevreden was over haar moederrol. Zo vroeg ik eens aan Gerhard en Mark of zij er last van hadden gehad dat Rick meer aandacht kreeg in ons gezin. Dat was gewoon zo. Maar allebei hielden ze vol dat we het prima gedaan hadden en dat ze echt geen aandacht tekort waren gekomen.

Tja… de monteur kwam melden dat er meer storing in het systeem zat en dat ik naar huis gebracht kon worden zodat ze uitgebreider konden testen en resetten. Ik vroeg nog even wat er kon gebeuren als ik er toch mee door zou rijden tot de geplande grote beurt. Nou… dat was niet best. Er kon van alles uitvallen….

En zo geschiedde…. Een aardige monteur bracht me in een gloednieuwe Citroën naar Angelslo. Het bleek dat hij hier was opgegroeid, hij wees met de plek van zijn basisschool en de straat waar hij woonde. Was voor hem jeugdsentiment. En ik wacht gewoon af… En zo zie je… ook zonder lammeren en vogeltjes zoals aan het Schoolpad, ook hier beleef je van alles.

Tja…. Meer lezen »