Hetty Site

En… wij vongen er toch een klad

Roelie hield deze bewerkte tekening met een prachtig gedicht over aan de ontluikende liefde tussen haar en Albert. Hier zitten ze samen op een bankje terwijl het hoofd der school dhr Aartsen de boel goed in de gaten houdt. Jazeker… ook uit de hoge hoed van deze Johan!

Wat gebeurt er wanneer je je eigen naam in toetst op Google? Dat probeerde een oud-collega uit de Hattemer tijd, Johan Frijlink. En hij kwam warempel op deze site en vond gezamenlijke belevenissen uit de tijd dat ik als net afgestudeerd juffertje in Hattem voor de klas kwam. Johan was ongetrouwd, een jaar of zes ouder dan Roelie en ik. En hij had humor. Toen men in de gaten kreeg dat er een romance opbloeide tussen die jongen van van der Kolk die vaak over het hek van het plein hing en die juf Eggink, begon er wat opmerkingen hier en daar. Toen ik eens mijn fiets wilde pakke uit de fietsenkelder zat er zelfs een briefje opgeplakt met de tekst: Val niet in de draaikolk! Ik verdenk deze Johan er van dat hij hier meer van weet. Ons eerste sinterklaasfeestje onder elkaar vierden we bij collega Betty Engelsman en toen Roelie en ik uit de bus stapten om op weg te gaan naar de Randweg stond daar een soort kar waarop wij door enkele collega’s naar haar huis gereden werden.
Roelie stuurde me eens een gedicht met tekening, ook gefabriceerd door deze Johan. Ja… dat kon hij ook nog en hoe!
Ik denk dat we 20 jaar geleden op vakantie waren in Oostenrijk en we zondags naar de plaatselijke kerk gingen. Wie zien we daar zitten?… Johan Frijlink met moeder en een hele club van de NCRV.
Toen hij dan mailde als reactie op mijn website waarin ik vertelde over mijn Hattemse tijd, verbaasde het me niet dat hij sinds een half jaar in Oostenrijk woont en een uitgebreide mail stuurde om onze Attemer tijd weer op te halen. Die taal was me ook wat. De H vergaten ze vaak en waar hij niet hoorde te staan kwam hij wel. Wims ome Anton staat nog steeds bekend als de oom die het verhaal van David en Goliath zo’n speciaal einde gaf: Hen ij ieuw em et oofd haf. Ook kreeg je van die klassegesprekjes: Juf,… ik en mijn vader zijn vissen geweest… en wij vongen er toch een klad.
Het ga je goed daar in Oostenrijk Johan!

Dit gedicht hoorde bij de tekening die op een personeelsavond vertoond werd.

Sij saten in het corenvelt bij wilgh en vogelnest
Het was so stil, de harde banc so sacht
De nagtegaal deet goet sijn best
want over nogh geen uurtje wert ’t nacht

Hij dacht niet meer aen het papier
Sij intresseerde sich voor ’tscooltje geen sier
Sij lacht ende cijct so vriendlijc naer sijn snor
En geeft hem noch daerbij een por.

Doch plots verstomt des nagtegaelen wijs
Hi siet een donkere gedaente naedren
Si schuifelt nu dichtbij als een patrijs
Si scijnt te horen tot de vroede vaedren

Opeens bemerckt hi iets………