Hetty Site

Hattem 1940 -1945

Moeder van der Kolk geboren en getogen in Wapenveld had een tante, tante Geert. Dat moet een lelijk iemand geweest zijn. Ben was altijd bang voor haar. Ze had steeds zo’n zwarte stola om en een zwarte muts. Ben griezelde er van. Hij vond haar er uit zien als een heks en schreeuwde moord en brand wanneer hij als klein jochie met moeder mee moest naar tante Geert. Moeder was natuurlijk flauw van dat gejammer en had er het volgende op gevonden. Ze zette de fiets met Ben in het zitje tegen het huis van tante Geert, vlakbij het raam. ‘Als je mooi blijft zitten hoef je niet mee naar tante Geert’, was de afspraak. En Ben koos voor het zitje, maar niet langer dan een kwartier.

De oorlog ging zeker niet onopgemerkt aan Hattem voorbij. In de meidagen aan het begin van de oorlog moesten alle Hattemer gezinnen geëvacueerd worden. Ze woonden immers zo dicht bij de brug over de IJssel en lopend gingen de meeste richting Wezep. Ook Wims moeder met Wim die pas een paar maanden oud was ging op pad met de kinderwagen die onderin volgestouwd was met de noodzakelijke dingen. In Wezep verbleef ze bij een gastgezin tot na de overgave en toen kon ze pas weer terug.
Wims vader bleef achter om hand- en spandiensten te verrichten en om de vliegtuigen in de gaten te houden het zgn. Luchtalarm. Daarvoor moest hij het dak op, een koude klus. Hij had, net als zijn broers aanleg voor jicht en dit heeft hem geen goed gedaan.

Vader van der Kolk hielp ook mee op het distributie kantoor. Hij kon op deze manier gemakkelijker aan extra bonkaarten komen voor onderduikers. Die bracht hij dan op de fiets met Wim voorop weg. Het toen nog schriele kereltje was helemaal ingepakt met bonkaarten. Ook de kan met verf – hij was immers schilder- had een dubbele bodem en werd gebruikt voor dit soort werk.

De IIsselbrug ging er toch aan tegen het eind van de oorlog. De Duitsers lieten die springen.
Ik heb me laten vertellen dat Bé de jongste broer van moeder bij hen was en bij de open deur om de hoek naar buiten keek. Op dat moment was moeder van der Kolk de gang bij de trap aan het dweilen en een ogenblik later zaten links en rechts van haar de granaatsplinters in het hout. Wim was toen ongeveer een jaar of vier en zag het vanaf de trap gebeuren en heeft er lang last van gehad. Om hun gram te halen aan het eind van de oorlog hebben de Duitsers een bus vol gevangenen, mensen uit het verzet, in een bus gezet en overal langs de weg werden er een paar neergeschoten. Er is nog steeds een gedenkplek aan de Gelderse Dijk tussen Hattem en de IJsselbrug.