Hetty Site

Herman 19

De Groninger Blaarkop.

Het gebied in Holland waar ik geboren ben ligt dicht bij de Duitse grens . Daar zijn ook 8 kastelen. Tot 1907 woonden onze buren op kleine boerderijen van de kasteeleigenaren, de baronnen. Ze moesten werk voor die baron verrichten tegen weinig loon. In 1907 werd er veel van dat land verkocht aan die kleine boeren. Ook bos en laaggelegen weilanden werden verkocht, behalve het land vlak om het kasteel. Het hout van deze percelen was voor de verkoop al verkocht aan een houtverwerkingsbedrijf.
Mijn ouders woonden net buiten dit gebied en mijn vader had deze bomen gekapt. Hierna werd het land zelf ook verkocht tegen een zacht prijsje, maar de mensen die hier altijd gewoond hadden konden dit extra stuk niet betalen. Mijn vader en een ongetrouwde oom wel en een laaggelegen weiland er bij ook.
Mijn vader begon alle stronken er uit te spitten en te takelen. Daarna vulde hij de gaten met zand. Mijn oom deed toen het meeste werk op de kleine boerderij. Er werd mest op de nieuwe stuk grond gebracht, want kunstmest kenden ze nog niet. Toen de pachtbaas dat in de gaten kreeg vond hij dat niks en verzocht mijn ouders te vertrekken per maart 1908. Hij stuurde dat echter te laat en ze konden nog een jaar blijven. Samen met mijn oom maakten ze dit land klaar voor productie, bouwden een huis en met die laaggelegen wei hadden ze genoeg weiland voor het paard en de koeien.
In deze tijd zijn veel landgoederen verkocht omdat de belastingen niet meer op te brengen zijn.

[i]In Heidelberg maken ze het Wijnfest mee, veel lawaai en de film die ze wilden gaan zien was alleen in het Duits. De boot, waarmee ze de Rijn zouden gaan afzakken kan niet varen vanwege de mist en ze pakken de trein. Eenmaal bij onze bus gaan ze direct door naar Amsterdam, de hoofdstad van Holland net als het Washington DC van de USA. De Kalverstraat, Artis, de Bijenkorf… hier kijken ze hun ogen uit.
Herman vertelt verder over hun bezoek aan een melkveehouderij met Holsteiners, tevens kaasmakerij, in de polder. Een boerderij op de bodem van de voormalige Zuiderzee. Helemaal goed, bovendien zien ze een bedrijf dat ook suikerbieten verbouwde, die naar een suikerfabriek vervoerd worden. Deze boer heeft rode koeien met een witte kop: de Groninger Blaarkop, deels gebruikt voor de melk en deels voor het vlees. De boer had z’n stier al voorgeleid, maar deze was ook al niet erg gesteld op vreemd volk. Hij keek heel gemeen. Herman stelde de man voor hem gauw weg te brengen voor hun veiligheid.[/i]