Hetty Site

Herman 7

Een zelfbinder die door 4 paarden aangeduwd wordt, in Brule County–1930

Een foto van Garnard and Zola Ashley of Pukwana, S.D.

[i]Herman vertelt verder over de geboorte van Charlie, over zijn extra werk voor de buren om een extra centje te verdienen, zijn aanstelling als deken en leider van een zondagschoolklas. Dit laatste zou hij 30 jaar volhouden. De farm werd uitgebreid. In 1933 ploegde hij 66 acre met vier paarden en een enkele ploeg. Hij beschreef zijn werk met de paarden en het temmen van een wilde bronco tot hij geschikt was voor alles. Ik ben onder de indruk van zijn kennis van het werken met en zijn liefde voor paarden en dieren in het algemeen.
In 1934 ging het ze zo goed dat ze een radio kochten die op batterijen werkte. Die werden weer opgeladen met windenergie.
De winter van 1936 was zo streng dat Netty en de jongens 6 weken lang niet van huis kwamen. De eieren en room die weggebracht moesten worden gingen via Andy Knocks en ze gebruikten de spoorlijn met een slee met paarden er voor. Ze moesten er eens af omdat er mensen van het spoor hun kant op probeerden te komen. Het was n.l. verboden om de spoorlijn te gebruiken. Herman en Andy probeerden over het veld te gaan, maar de hele boel kapseisde en Andy zat tot z’n nek onder de sneeuw. Ze moesten de paarden aan de achterkant inspannen om de zaak weer los te trekken.[/i]

Na deze barre winter besloot ik tot het kopen van een tractor. Ik ruilde 4 paarden en de meeste van de machines in en omdat ik geen schulden bij de bank meer wilde hebben en bood ik ook twee flinke Hereford stieren aan de John Deere dealer. Zo kreeg ik behalve de John Deere tractor ook een 12,5 foot disk, een cultivator en een 12 inch dubbele ploeg en ontdekte dat ik met een kleine tractor meer werk kon doen dan met 4 paarden. Alleen voor het mais planten, hooien, dorsen en mais plukken had ik nog steeds een stel paarden nodig.
Ik hielp een buurman die achterop geraakt was met mais planten en om m’n paarden te sparen mocht ik naar huis zijn Model T coupé gebruiken. Maar onze jongens Harold en Charlie wachtten me vaak op. Onze creamophaler had daarvoor al eens gewaarschuwd dat ze op moesten passen voor vreemden. Toen ik die keer met die Model T coupé aankwam zetten waren ze vreselijk bang. Charlie, 3 jaar oud, ging er zelfs vandoor en ik moest hem vangen. Die middag vertelde ik Netty hoe bang de jongens waren geweest en stelde voor om een ritje met ze te maken, maar geen van beiden wilden mee.

Na die 6 weken dat Netty met de jongens opgesloten zaten door het barre winterweer voelde Netty zich niet goed en de dokter adviseerde een onderzoek in het ziekenhuis. Ze had een probleem met de schildklier, maar de dieper liggende oorzaak was psychisch (Herman noemde het: the nerves) en hij adviseerde dat ze er meer op uit moest. Daarom huurden we een meisje in voor het werk thuis en Netty ging de tuin verzorgen, de kippen en de kuikens en deed ook werk met de tractor.
Na die vreselijk strenge winter volgde een vreselijk droge zomer met weinig oogst. In de herfst liet ik een bron boren voor water en liet er een windmolen opzetten.
Gemiddeld over de jaren hadden we toch een goede oogst en we wilden een grotere farm.

Dat gebeurde in 1938. Er kwamen een paar koeien bij en 20 schapen die ik kocht voor 400 dollar. Er was nl een stuk land bij huis dat steeds vol onkruid zat. Daar wisten die schapen wel raad mee net als met de bloementuin! Ook hier hadden we goede buren en hielpen elkaar waar we konden.
Mijn grote doel was om een echte melkveehouder te worden en kreeg hulp van mr John Struyk die in 1930 één van mijn getuigen is geweest toen ik Amerikaans staatsburger werd. Hij wist dat ik geïnteresseerd was in een goed stel Holsteiners en bood me een paar geregistreerde vaarzen aan tegen een redelijke prijs. Ik kocht ook een stier en die liep wegens gebrek aan een eigen plek gewoon los bij de koeien. Tot hij me op een keer wilde aanvallen toen ik de koeien uit de wei wilde halen. Maar onze trouwe hond was bij me en ik riep hem om de stier aan te vallen en dat deed hij door de stier in de achterpoten te bijten. Daar was de stier bang van en rende naar huis. Na die tijd had ik steeds de hond bij me en de stier had heilig ontzag voor hem en bleef op afstand. Toch vertrouwde ik hem nooit meer en verkocht hem in de herfst samen met de andere jonge stiertjes.
Dit werd een goed jaar voor ons.