Hetty Site

Herman en Anton

Ik heb hem al eens laten zien, maar ik vind deze toch bijzonder. Toen oom Herman in 1946 na het overlijden van Hendrik jan naar Nederland kwam, was zijn eerste bezoek aan de Voortmans. Die brachten hem vanuit Eefde via ‘De Haar’, waar wij toen woonden, naor zien oldershuus in Barchem, de Boskamp. Je ziet dat Anton al een hele kerel was in 1946, allebei in dezelfde houding…., beentjes over elkaar..

Herman beschreef zijn bezoek aan Nederland in zijn autobiografie: Goals in Life. Hier volgt een stukje…:

[i]Met 99 man werden we bijna met onze bagage het vliegtuig in geduwd. Op New Foundland werd de crew gewisseld en konden we in een café snel ontbijten. De nieuwe bemanning had zo’n haast dat we al weer vertrokken voor iedereen klaar was. Daarna vlogen we naar Shannon, waar opnieuw een nieuwe crew kwam en bijgetankt werd. Opnieuw waren ze erg gehaast. Ze wilden de verloren tijd inhalen, maar niemand legde uit waarom ze zo ’n vertraging hadden opgelopen.
Die nacht boven Engeland kwamen we midden in een vreselijk onweer terecht en degene die wat gedronken hadden moesten overgeven. Gelukkig was het licht uit en zag je het niet. We landden op Schiphol en een busje bracht ons naar het station.

Ik wilde naar Zutphen, maar vlak er voor moesten we stoppen want de IJsselbrug was opgeblazen door de Duitsers. We moesten onze bagage met handkarretjes over de loopbrug duwen.
De bussen waren overvol en konden me niet meenemen. Daarom probeerde ik één van de twee taxi’s die Zutphen toen rijk was, maar omdat die niet op zandwegen wilde rijden vanwege een tekort aan banden, bedacht ik dat hij we wel naar mijn zuster in Eefde kon brengen. Ja, die Gerrit Voortman kende hij wel. Dat was een hele verrassing voor ze, want ze hadden er geen idee van dat ik zou komen.
Ik vernam die dag dat mijn vader me de volgende dag naar Amsterdam wilde gaan om me op te halen. Ik vroeg Hanna waar Gerrit was, want ik dacht dat die me wel naar mijn ouders zou brengen. Hij was een buurman aan het helpen met hooien. Jonge Anton werd naar de buurman gestuurd om Gerrit te waarschuwen. Ik wist dat hij dat paard niet zou kunnen gebruiken, die was immers bij de buurman. Maar ik had een mooi jong paard in de wei ontdekt, pakte die bij de halster en zette hem vast in de paardenstal omdat ik dacht dat deze me wel naar huis zou kunnen brengen. Na een heerlijke maaltijd vroeg ik Gerrit om me naar huis te brengen. Dat werd moeilijk want dit jonge paard was bedoeld om mee naar de keuring te gaan en zou er na dit tochtje niet meer uitzien. Maar toen hij begreep hoe belangrijk het was wilde hij me wel brengen. Hij stapte met Hanna en jonge Anton in de vierwielige sjees. Meteen begon het jonge paard rondjes te lopen op het erf. ”Spring er gauw in”, zeiden ze. Maar dat durfde ik eerst niet, omdat ik dacht dat hij op hol zou slaan.
Eindelijk sprong ik er ook in en in gestrekte draf met het schuim op de bek ging het richting Vorden waar ik eerst Coba, de vrouw van mijn pas overleden broer Hendrik Jan bezocht.

Toen ik thuis aankwam vond ik mijn beide ouders op de bank voor het huis. Daarna gebruikte ik de fiets om gedurende de komende twee maanden mijn familie en vrienden op te zoeken, want reizen per trein en bus was erg beperkt zo vlak na de oorlog.
Maar voor dat eerste ritje moest ik wel mijn broers fiets lenen. Die had echter maar één goede band, maar had al wel een bon om een nieuwe band te kopen. De staat gaf ieder gezin de mogelijkheid één goede fiets te hebben met twee luchtbanden. Dus voor ik aan mijn rondreis begon stopte ik eerst bij Ben Boerle die als immigrant in Minnesota bij een getrouwde zuster gewoond had. Hij had daar gewerkt bij de aanleg van een nieuwe spoorlijn. Zijn vriendin was achtergebleven in Nederland en wilde niet mee. Daarom kwam hij terug en trouwde zijn lief. Voor hij z’n rijwielshop begon had hij in een fietsenfabriek gewerkt. Hij heeft het nooit helemaal naar de zin gehad in dit overvolle Holland.

[/i]Ik vraag me af of dit misschien ‘Bervo’ is, de vriend van oom Sjoerd Aartsen die samen op de motor in de 30 er jaren door Engeland en Schotland reden, Dat zou ook de vader van de verzetsman Karel Overijssel zijn.