Hetty Site

Het Huis van Zijn

Het totale gevoel van verlatenheid en als kind niet gezien worden overviel me gisteren.
Deze volgende dag staat in het teken van het huis van Zijn, een vorm van spirituele- en psychotherapie. De belevenis is zo bijzonder en emotioneel dat ik het zo kort mogelijk weer zal geven, want voor iedereen zal de belevenis anders zijn.
Terwijl ik me helemaal probeer te ontspannen wordt er muziek opgezet met drums er bij en ik mag me een landschap voorstellen.
Ik kom terecht in een prachtig berglandschap, met paadjes pal over de graad, heel steil maar niet angstwekkend. Ik loop precies over dat pad. In de verte zie ik een hut. Voor ik die kan binnengaan staat er een wachter die iets van me wil. Het blijkt een kabouter te zijn, ter grootte van een kleuter. Ik moet iets afgeven en dat wordt m’n zilveren hanger en kettinkje waar ik nogal aan gehecht ben. Dan moet ik zelfs mijn schoenen afgeven en dan mag ik verder de hut binnen. Om de hoek in het donker van de hut komt een gestalte op me af, een oude man met stralende ogen die me welkom heet en met mij naar het raam loopt en mij de prachtige bergwereld laat zien met de grote vogels die vlakbij komen. Een bijzondere ontmoeting met veel emotie en als ik weer wegga krijg ik iets van hem. Het blijkt iets te zijn wat ik op dit moment het hardst nodig heb: ik zal me nooit meer alleen hoeven voelen. Dat te weten is nu het mooiste cadeau dat ik kan krijgen.
Ik ga weer terug… dezelfde weg… terug naar het huis van m’n ouders.
Wat is er veranderd”, vraagt Fokke even later. “De muur om me heen is weg”, antwoord ik.

Een paar dagen later maak ik nog eens in zo’n visualisatie een reis naar het huis van Zijn. Dan ga ik langs rotspaadjes met struikgewas en kom in een soort grot met … opnieuw een prachtig uitzicht over de wereld. Maar eerst moet ik bij de andere wachter, een harnas zonder ogen, die ik eerst een gouden ei aanbied, man en kinderen los kunnen laten en krijg ik van de gestalte een groene appel.

Ik had in deze tijd al een behoorlijke fobie opgelopen voor veel mensen om me heen, thuis was het veilig.
Tijdens een visualisatieoefening moet ik me bedenken dat ik door de slokdarm en maag bij mezelf naar binnen ga en vanuit een luikje naar buiten kijk. Ik moet zeggen wat ik zie. “Veel rennende spelende kinderen.” “Wat zou je willen?” “ Nou… ikke… niks… ik blijf hier mooi zitten.” Dan moet ik me indenken dat ik de Gestalte ben. Ik doe dat en meteen heb ik de behoefte om naar buiten te stappen en mee te doen met de spelende kinderen.

En steeds is er na zo’n ochtend Mark die mijn belevenissen van de ochtend aanhoort en ’s avonds Wim voor een herhaling.

wordt vervolgd