Hetty Site

In het Deventer Dagblad van 4 januari 1974

Tussen de familie schatten in de doos met negatieven, foto’s en stukjes krant zit ook een krantenknipsel uit het Deventer Dagblad van 4 januari 1974, kort na het overlijden van opa Eggink. Hier wordt hij samen met de eveneens overleden emeritus predikant J.B.Th. Hugenholz, christen-socialist en bekend door zijn zowel nationale als internationale activiteiten op vredesgebied, herdacht. Hugenholz was bovendien een van de oprichters van NOVIB.
Hoewel opa zelf de kerk verlaten had is Hugenholz de kerk trouw gebleven en streefde naar oecumene.
Opa reageerde vaak op artikelen waar hij het niet of juist wel mee eens was, net als op radio- of tv uitzendingen. Hij schreef met gelijkgestemden, Hilbrandt Boschma, ds Buskes, pater Leopold Verhagen en ds Okke Jager, maar ook met politici. En daarnaast zoals jullie al weten met zijn kinderen, kleinkinderen en nichtjes.
Over opa Eggink schreef deze J.W. het volgende:

En dan overleed, eveneens tegen het eind van het jaar, op zijn boerderij in Barchem, de heel oude Johan Eggink. Hij werd 95 jaar.
Heel Nederland heeft die wijze, die waarlijk in Gods mysteries “ingeleide” man leren kennen, toen de NCRV hem voor de tv haalde en hij daar op zijn heel eigen manier het zijne mocht zeggen.
Johan Eggink was een trouw lezer van mijn kerkrubriek. Als iets wat daarin gezegd of gemeld werd, hem had getroffen, schreef hij mij vaak. Dat waren brieven in een beverig handschrift.
‘Ik heb moeite om iets leesbaars te schrijven, maar toch, het moet maar’, schreef hij mij in één van zijn laatste brieven.
Hij mocht in zijn epistels graag herinneringen ophalen aan mensen die we beiden gekend hadden: Kees Boeke en zijn vrouw Bettie bijvoorbeeld en Hilbrandt Boschma, wiens christen- antimilitarisme hij als man van de vrede deelde.
De toestand in de wereld kon hem vooral de laatste tijd afschuwelijk benauwen. Toen ik hem een goed nieuwjaar had toegewenst – maar hij zou dat jaar niet meer beleven – schreef hij;”Maar dat krijg je niet en ik ook niet.”
Hij doelde op de oorlog in het Midden Oosten, waarover hij, zoals zoveel, zijn heel eigen mening over had. “Wat een dom spektakel om met geweld het geweld weg te krijgen.”
En daar liet hij, half boos en half berustend nog een kort”Toe maar”op volgen.
Johan Eggink, de heel wijze, de man van een heel eigen gelovigheid, de mysticus ook, die in unieke ogenblikken van man tot man en oog in oog met Christus sprak, moet zijn einde hebben voelen naderen.
In de laatste brief die ik van hem mocht ontvangen (‘zo zachtjes heb ik van u leren houden’, schreef hij ontroerend, want hoe zelden schrijft een lezer zoiets aan een krantenman) heeft hij dat einde aangekondigd.
Eerst nog schreef hij over ons beider vriend ds Buskes, ziek geweest en gelukkig weer opgeknapt. En dan:’En ik, ik weet het niet. Ik erger me nog aan alles wat fout is, maar takel toch wel af. Ik laat mijn goeie schoondochter maar aardappelen schillen. Voor een week of drie gaf ik het op. Goeie vriend, als we elkaar verliezen, houden we God, onze eigen God, toch over. Dag, vriend Johan
Zo schreef Johan Eggink, de oude boer uit Barchem, in zijn laatste brief. Ik, die alle brieven weggooi, zal deze brief als iets heel kostbaars bewaren.
J.W.-

Uit pas door Joop doorgemailde brieven noemt opa de naam van Johan Winkler van het Deventer Dagblad.
Meer weten over deze Johan Winkler– klik op de titel.