Hetty Site

Interview met Gijs van Velthuizen -7-

Gijs en Mies met Harry, denk ik. Ongeveer 1946

Drama in de Onzalige bossen

Tijdens surveillance had van Velthuizen in de Onzalige bossen een grofwildstrik ontdekt waarin een roodwildhinde een marteldood was gestorven. Het bijbehorende kleine kalf lag nabij de hinde en was van honger ook omgekomen. Hiervan stelde van Velthuizen de voormalige jachtpachter de heer Hermes, eigenaar van
de Staalindustrie te Rheden in kennis. Die riep: ´Donnerwetter, wij gaan naar de Sicherheitsdienst in Arnhem´. Daar aangekomen bracht de heer Hermes de Hitlergroet en vertelde het relaas wat hij van Velthuizen had vernomen. Velthuizen hield zijn handen stijf in de zakken en mengde zich niet met het gesprek. Hij kon de conversatie toch niet volgen wegens het feit hij de Duitse taal niet machtig was. Hij begreep wel dat de Sicherheitsdienst dit voorval hoog opnamen. Ondanks dat men van Velthuizen met zijn handen nog steeds stijf in zijn zakken niet geheel vertrouwde, kwam men toch een afspraak overeen. De volgende dag diende van Velthuizen aan te treden om een hoge delegatie van de Sicherheitsdienst de plaats van het drama aan te wijzen. Toen zij de [i]Schlinge [/i](lus/wildstrik) en dode dieren zagen, knapte men van woede- en verontwaardiging zowat uit elkaar. Als vermoedelijke daders werden de te werk gestelde bosarbeiders in de Onzalige bossen aangemerkt. Zij konden rekenen -terstond- op algehele Haussuchung, zo werd ter plaatse werd besloten. Tot slot oordeelde de gehele delegatie unaniem dat hier sprake was van een schandalige zaak. Jachtopzichter Gijs van Velthuizen had aan vertrouwen bij de Sicherheitsdienst gewonnen en kon bij hen geen kwaad meer doen!