Hetty Site

Kom maar bij opoe….

Dat is een hele duidelijke herinnering: “Kom maar bi’j opoe”.
-Opoe was warm, opoe was er altijd. Wanneer mama zo verdrietig was en ik tegen mama zei:”Niet huuln mama, niet huuln…ik bun d’r toch”, antwoordde ze meestal:”Och kind… i’j liekt zo op oew vader”. En dan huilde ze nog meer.
-Opoe zong liedjes met ons:
’t Karretje dat op de zandweg reed,
De maan scheen helder, de weg was breed.
En ’t paardje liep met luste.
Ik wed dat het zelf de weg wel vindt,
De voerman leidt te ru u u ste
Ik breng je wel thuis m’n vrind, m’n vrind,
Ik breng je wel thuis m’n vrind
Of:
Roodborstje tikt tegen ’t venstertje aan….Laat mij erin Laat mij er in….
En ook:
Op de grote stille heide , dwaalt een herder eenzaam rond
En zijn witgewolde kudde, wordt bewaakt al door zijn hond
En al dwalend ginds en her
denkt de herder: ach hoe ver
hoe ver is mijn heide,
hoe ve- er is mijn heide, mijn hei- ei-de

-Opoe wees me het nest van de gieteling ( merel) in de heg.
-Ze wees de vleisbloemen aan( wilgenroosje) en het gele gevaar (forsythia)
-Opoe vertelde van kabouter Pum die op reis ging en over de muuskes die in een dreuge sloot woont….
-Bij opoe zat je op schoot als je tandpijn had of gevallen was.. Van mama herinner ik me wel dat ze ons knuffelde: “Jullie bunt alles wat ik nog heb”, zei ze dan. Om de beurt sliepen we bij haar in bed. Echt luisteren naar ons kon ze pas weer toen ik allang naar de kleuterschool ging.
Ik geloof dat ik wel een beetje een wilde was. Ik had nl altijd wel ergens een schaafplek.
Een keer heb in een gekke bui m’n schopje om de hoek van het huis gegooid en laat Diny daar nou net aankomen. Ze heeft nog steeds een litteken op haar voorhoofd. Of die keer dat we kappertje speelden…Ik had net haar krullen, waar ik toch wel jaloers op was, gekortwiekt toen we ontdekt werden.
De tandarts was een ramp. Dat was een kreng van een mens. Ik heb haar een keer van schrik een klomp naar het hoofd geschopt en toen zei ze later steeds als ze mama met een kind zag :”Het is Hetty toch niet?”
En opa?…… Opa droeg vaak het gedicht van Hans Knol voor met zien magere motte (moedervarken). Dat heeft hij zo vaak voorgedragen, dat ik het nu op m’n 66e nog uit m’n hoofd ken. Wanneer er op school bij de brugklassers het hoofdstuk “Schooltaal, thuistaal” aan de orde was, heb ik het nog vaak laten horen!
Ik weet ook nog dat nichtje Gerrie uit de Wildenborch bij ons speelde. Wij waren geloof ik een fraai stel bij elkaar en al spelend gooiden we een melkbus mèt melk om. Dat was een drama, want zoveel koeien had opa niet, misschien 4 of 5. Gerrie werd toen toevallig net opgehaald door oom Wim en ik…..ik moest voor straf de paardestal in van opa.
Dank zij opoe en opa hebben Diny en ik een warme tijd gehad op “De Haar”.