Hetty Site

Mensen Onderweg

Opoe en opa uit Barchem samen met oom Jan en tante Jantje

In één van de 5 minuten- toespraken die ds Buskus op zondagmorgen hield vertelde hij over Opa uit Barchem. In Mensen Onderweg zijn deze toespraken gebundeld en wordt het op de volgende manier weergegeven:

Een Godsvriend

Johan Eggink woonde al jaren op zijn boerderij in Barchem in bij zijn zoon Jan en diens vrouw Jantje. Eind december is hij gestorven, 95 jaar oud. Hij was zoals hij zelf zei, hoewel calvinistisch opgevoed, geheel aan het calvinisme ontgroeid. Het was hem te wettisch: àl maar verboden. De leer van uitverkiezing en verwerping kon hij niet aanvaarden. Op de meest onverwachte ogenblikken had hij visioenen en was, zij het op zeer ingetogen wijze, spiritist. Ik weet eigenlijk niet, of ik dat woord moet gebruiken. Zelf gebruikte hij het zelden. Maar er was dan toch een onzichtbaar iemand, die hem zijn visioenen uitlegde en die hij zijn leider noemde. Johan Winkler die in het “Deventer Dagblad”schreef, noemt hem een mysticus. Dat trof mij omdat ik Eggink eens schreef:”Ik zie u niet als spiritist, maar als mysticus.” Hij vond dat best.
Winkler noemde hem “de heel wijze, de man van een eigen gelovigheid, de mysticus ook, die in unieke ogenblikken oog in oog met Christus sprak”.
Al vele jaren schreven wij elkaar. Voor mij was het altijd weer een vreugde om een brief uit Barchem te ontvangen. Wie wil mag achter Egginks visioenen en gesprekken met Christus een vraagteken zetten. Ik heb dat in het begin ook gedaan, maar ben er van teruggekomen. Geen mens heeft het recht aan een ander mens, wat het geloof betreft, een verplichte reisroute voor te schrijven. Wanneer Eggink vertelde wat hij in zijn verborgen omgang met God- die gesprekken met Christus- ontvangen had, deed ik steeds weer de ontdekking, dat de woorden die hij sprak volkomen bijbels waren, maar ze hadden door zijn uitzonderlijke omgang met God een nieuwe glans gekregen. Johan Eggink, de wijze èn de mysticus. Zijn wijsheid was een zeer diepe wijsheid.
Hij luisterde naar mijn zondagmorgentoespraakjes en spaarde mij zijn kritiek niet, een heilzame en opbouwende kritiek, gegeven vanuit een wezenlijke verbondenheid en zijn diepe wijsheid. Ik denk aan de woorden uit de oude psalmberijming:”Het heilgeheim wordt aan zijn vrienden naar zijn vrêeverbond getoond". Johan Eggink was een Godsvriend.
In zijn jonge jaren liep hij eens op de weg van Lochem naar Barchem. Een onzichtbare wolk omringde hem: de liefde van Christus. Hij raakte buiten zichzelf van intense vreugde. Nu was hij bekeerd. Tot zijn vrouw zei hij:” Ik heb de 100.000 gewonnen. Ja dat zei ik, idioot die ik was, ik ontdekte, dat ik nog altijd de oude hannes was, nog even prikkelbaar als altijd”. Een paar jaar later zegt de Stem tot hem: “Sla de bijbel open”. Hij doet het en leest: “Gij zult uw ziel tot een buit hebben, omdat ge mij hebt vertrouwd”. Dan ziet hìj Christus en volgen in de loop der jaren de visioenen. En dan komt eindelijk de grote dag, die zijn leven radicaal verandert. In grote angst durft hij God niet meer om vergeving te vragen. Hij laat alles los en zegt tot God: “Ik stel mij tot Uw beschikking”. Alle angst valt van hem af. Hij kan niets anders zeggen dan: “Mijn Vader”.
Sindsdien is God hem meer nabij dan zijn harteklop. Voortaan keert hij elke dag tot zichzelf in en zegt: “O, mijn God” en dan ervaart hij, dat hij alles heeft. “Laten de dominees maar de mooiste geloofsbelijdenissen maken, mijn belijdenis is alleen: “O, mijn God”. Zijn boodschap is door de jaren heen dezelfde gebleven: overgave, alles los laten, God de vrije hand laten en zo zelf ongekend vrij worden, willen wat God wil, in Hem geborgen! “God is geen paal, om je aan vast te houden, maar een afgrond; om de bodem te bereiken is het je geraden, je nergens aan vast te houden”.
De gehele wereld is in Gods hand en ieder, die God kent, moet een deel van het wereldleed dragen.
Hij zei eens tegen mij: “Ik schrijf aan velen, maar voor weinigen”.
Hilbrandt Boschma, de uitzonderlijke godsdienstonderwijzer van Ruurlo, was een trouwe vriend van Eggink. Beiden waren dwarsliggers, christen – antimilitairisten. Geen geweld. Nooit. Wie Christus wil volgen moet Christus laten voorgaan. Zo alleen kun je nergens komen, waar Christus niet is. Eggink verliet de kerk, omdat deze het oorlogsgeweld sanctioneerde en de dominees te bang waren, om ernst te maken met de Bergrede.
Toch schreef hij de kerk en de dominees niet af.
Het was dan ook voor Barchem niet vreemd, dat hij vanuit de kerk begraven werd, al was het geen officiële kerkdienst. Maar ds Barnard las uit de bijbel en vertelde over zijn leven. En de vrienden zongen een lied dat hem zeer lief was: “Nader, mijn God, tot U “.
Zijn laatste brief aan mij, heel kort voor zijn dood, eindigde met de woorden – zijn laatste woorden tot mij – : “Dag, goeie vriend”. Hij was er gelukkig mee, dat Trudy Klein ervoor zorgde, dat de NCRV hem voor de tv haalde en heel Nederland zijn boodschap van overgave aan God op genade of ongenade kon horen: aan allen, voor weinigen!
Enkele keren heb ik hem opgezocht. Dan zaten we naast elkaar op een laag canapeetje. Hij rookte zijn sigaartje en sprak met mij over de Godsmysteries.
Johan Eggink, geboren 1879, gestorven 1974. De wijze. De mysticus. De Godsvriend. Nader mijn God, tot U!