Hetty Site

Ome Jans dagboek uit 1945- 9 Over de opmars en het bivak bij Gotink

[i]Opa Bijenhof met Koos en een vracht knollen bij de Kroezeboom aan het begin van de Vordense enk. Opa was behalve boer ook vrachtrijder en heeft heel wat vrachtjes vervoerd met paard en wagen.[/i]

T. Klein Ikkink is naar Leesten geweest om te zien hoe het met z’n familie is gestemd, maar hij kwam een paar dagen later lopend weer terug. De Duitsers hadden hem vastgehouden, bang voor spionnen. Z’n meisje en zuster waren al op zoek naar hem en kwamen een dag of drie later weer thuis.
Een meisje uit Vorden is als spionne voor de Engelsen naar Zutfen gegaan, heeft daar met de Duitsers meegedaan en op de Tommies mee gescholden om op die manier de verdedigingswerken te zien te krijgen en zo goed op te nemen wat ze daar maakten. Op de terugweg naar Vorden vertrouwden de Duitsers het ineens niet meer en begonnen haar te bekogelen met handgranaten, maar omdat het al donker werd is ze er toch goed doorheen gekomen en heeft ze haar belevenissen kunnen vertellen.
Vannacht werd er nog weer hevig geschoten van Vorden naar Warnsveld en Zutphen. Vanuit een groot gebouw in Warnsveld werd er door de Duitsers geschoten met zware mitrailleurs om de Engelsen in hun opmars te stuiten op de hoofdweg naar Warnsveld. En doordat men dat gebouw graag wilden sparen, hebben ze maar met gas gespoten om hen zo onschadelijk te maken, zo werd ons later verteld. In Almen en Lochem zijn ze intussen al het kanaal overgestoken en zijn de vijandelijkheden gestaakt.
Voor de middag ben ik naar Gotink geweest en heb een paar moffenschoenen gehaald. Er waren daar nog heel veel Engelse en Canadese troepen met vrachtauto’s met bootjes voor bruggen, verder tanks, kraanwagens, auto’s en motoren. Allemaal stonden ze in de weide voor het huis geparkeerd. En daartussenin stonden hun tenten wat hun nachtverblijf is, een prachtig gezicht! Het is net een kermis op de markt, men loopt door elkaar en praat met iedereen. Ze slaan niet aan en springen niet in de houding als er een hogere voorbij komt. Een gebaar dat is alles, je ziet trouwens bijna niet of het een hogere is. Ze hebben naar gelang hun functie sterren op hun schouder.
Bij Bart Gelting stond de keuken waar ze alles bekokstoven, een lange rij pannen was buiten opgesteld waar dan een lange steekvlam onder brandt. Daarin zaten allerlei gerechten. Zo stonden ze dan in een lange rij, de jongens met hun bordje in de hand, waarop ze aardappelen kregen en in een blikken kom een heerlijk soort cake met een schep volle melk er op. De restjes werden verdeeld onder de aanwezigen, een alleraardigst gezicht.
’s Avonds was er dan koopgelegenheid bij verschillende tentjes: schoenen, kledingstukken en eetbare waar. Maar wij hadden die avond pech, er waren hoge heren op bezoek en durfden ze niet met hun waar voor de dag te komen. Een pond suiker en een ons thee hebben we nog gekocht voor 5 gulden.
Gotinks wei heeft nogal te lijden van al dat gerij. Als er een auto vastzit komt er eerst een kraanwagen en als het dan nog niet gaat komen er tanks, of ze dat nu willen of niet. Dat is de schaduwzijde er van. Daar hebben ze een heel werk mee om het weer in goede structuur te brengen. Maar aan de andere kant hebben ze ook kleding gekregen en eetbare waar. Er werd pas een hele emmer vol rijstsoep gebracht. Daar heb ik ook nog een paar borden van gehad, overheerlijk om zulk spul weer eens te proeven.

[i]Pas reden we op onze terugreis van de vakantie van Vorden naar Zutphen en kwamen voorbij de plek bij Buitenzorg. Het koetshuis staat er nog. Tijdens zo’n aanval van de Engelsen was opa Bijenhof precies bij Buitenzorg aanbeland en liet z’n paard en wagen in de steek. Hij èn z’n paard hebben het er goed afgebracht, maar als kind heb ik dit vaak gehoorde en de spanning gevoeld.
Ook vertelden ze over het verplegend personeel van ’t Groot Graffel dat met grote witte lakens naar de Engelsen was gelopen om te laten zien dat het hier een psychiatrisch ziekenhuis betrof. [/i]