Hetty Site

Opa’s reis 14 Afscheid

De Carinthia.

13 september
Vandaag een goede dag gemaakt. Weer een silo helpen vullen. Heb nog een paar kiekjes genomen, dat was bij Patrick.

16 september
Een paar dagen niet geschreven. Er gebeurt ook niet altijd evenveel bijzonders. Eergisteren wat om ’t huis geklungeld, ik was nog niet erg vlug. Gisteren weer bij een buurman silo helpen vasttrappen. ’t Is nu morgen. We gaan vandaag nog naar Theo Kaemingk en misschien nog naar anderen.
–Naar Theo Kaemingk geweest, naar Keunen en naar Theo’s schoonvader Schut. Ook nog naar één van de Levenkampjongens, die evenwel niet thuis was. Zonet kwam buurman Knock nog en bracht mij een paar zijden sokken en een knipmes met mijn naam er op. Dat moest ik mee naar Holland nemen.. Slaap wel.

18 september
Gisteren wat geklungeld om het huis. Gisteravond nog alleen naar van Dijk geweest en vandaag nog mee naar de kerk. Vanavond kregen we nog visite van een zekere Struik met zijn vrouw. Ze hadden gehoord dat ik gauw wegging. Nu… morgen nog een grote visitedag. Slaap wel.

19 september
Vandaag de hele van Heuvelenhuishouding op afscheidsvisite gehad, nu komt de dominee nog. Weer avond. Slaap wel.

20 september
Van voormiddag gestadig visite gehad. Eerst kwam Jan Hoogland afscheid nemen, toen van Dijk met zijn vrouw, en toen de naaste buur Andy Knock. Ik heb van allen kiekjes genomen.
Toen werd het tijd om de thuisreis te beginnen. We reden naar het Sheldon Station. Daar moest ik afscheid nemen van mijn jongen, van Netty en van kleine Harold. Een zeer moeilijk uur. Ik verlangde hard naar mijn gezin en ik had toch ook zo gaarne gebleven, ik was er helemaal gewend en zoveel was me daar lief geworden. Ik zei tegen Herman:”Blijf daar maar zolang staan, dan kunnen we mekaar nog zolang mogelijk in de ogen zien”. Ik had de deur van mijn coupé open gelaten. Eindelijk… de conducteur wenkt, nog een laatste blik in mekaars ogen, misschien op ’t laatst op deze aarde, de deur gaat dicht en het is voorbij.
Nu is het half 11 en we zijn op weg naar Chicago.

21 september ’s morgens 8 uur
Zojuist in Chicago aangekomen, moeten 2 uur wachten.
Half 2 Battle Creek, dat is het punt waar de heen- en terugreis elkaar kruisen. Nu gaat het richting Detroit, op de heenreis kwam ik van Lansing.
Jackson half 3… An Arbor kwart over 3… Detroit 4 uur… St Thomas half 7… Buffalo half 9. Hier moesten we wat wachten en zagen nog een kleine Zeppelin, van de Good Year fabriek, wat roadkruisen.

22 september half 11 We zijn juist in Hoboken aangekomen, we gaan logeren in het Chr. Zeemanshuis.
’s Avonds. Ik heb een potlood van Toon gekregen, ik had er één willen kopen, maar nu was ik het vrij. We eten hier in een restaurant, goedkoop en goed. Ik heb een brief aan Herman geschreven. Slaap wel allen.

23 september.
Vannacht hebben we in het Chr. Zeemanshuis goed geslapen. Ben nu weer in het restaurant voor het gebruik van de lunch. Verder zijn we vandaag met een passagiersboot voor 5 cent overgezet naar New York, toen voor een paar cent dwars door New York gereden, 18 mijl naar een plantsoen met een diergaarde. Daar zag ik voor het eerst een stokoud negerinnetje op een bank zitten, een echt zwartje, ze keek nogal goedhartig. Dan in de stad een uur in een movie en vervolgens met een bovengrondse trein weer terug naar de haven en weer met een ferryboot terug naar Hoboken.
Dit alles onder geleide van een arme jongen, een Hollander van geboorte, een zeldzame jongen. Hij was ook al zeeman geweest, eenmaal alleen van een schipbreuk gered, vliegerleerling geweest, op ’t kantje af bijna verongelukt door het in de brand vliegen van de plane. Hij brengt ons terug naar onze boot, de Carinthia.
Kwart over 8 Nu ben ik weer aan boord. Ik zit op dit moment in de smokingroom. Toon vraagt alvast de weg naar de wc. Het lijkt me hier veel deftiger dan op de Aurania. ’t Mag misschien de tweede klas wezen, maar dat moet ik nog uitvinden.
Zo’n boot is ook zo groot, nog wat anders dan een groot hotel. Slaap wel.

24 september
Vannacht goed geslapen. We hebben best weer. In Hoboken was het broeiend warm, maar hier is het heel koel. Het eten is, net als op de heenreis, heel goed. Toon houdt zich ook heel best. We zitten nu samen op het dek, op een bank. Juist dinner gehad. Weer avond, ik denk vanavond bijtijds naar bed te gaan. Slaap wel.

25 september half 9 ’s morgens
Goed en lang geslapen en Toon ook. De zee maakt meer beweging dan gisteren, van zeeziekte zie je nog niet veel. Toon houdt zich ook best. Het is nu zondag, de volgende zondag, als alles meevalt, kunnen we thuis wezen.
Dat nimmer nimmer rustende water, altijd in beweging, alsof het altijd is waar het niet wezen wil. Net als de mensen in New York, altijd op weg naar een andere plaats. De zee is een wondere wereld, goed voor je zenuwen. Het is hier al haast een Hollandse lucht.
Juist naar de kerk geweest, ik liep de mensen maar na, die ook vragen moesten. Deze dienst was precies als in de Londense kerk, zoals wij die over de radio horen. De voorganger leest iets, een lofpsalm of een gebed, en de mensen lezen het mee. Dit maakte een diepe indruk op mij. Veel gezongen, heerlijk is dat om die Engelse hymnen mee te zingen. Ik kon moeilijk verstaan welk lied er opgegeven werd. Ik zag bij de uitgang dat de Engelsen vreselijk royaal waren, allemaal dollarbriefjes of meer. Ik heb de Schot gespeeld en gaf een dubbeltje.
—Maar die dienst vergeet ik niet weer.
Namiddag op dek. Wat wonder toch, terwijl ik over de verschansing staar de zee in, is het net of ik de vorige reis net achter de rug heb en toen ik bij Herman was, in ’t laatst, leek het mij zo lang geleden dat ik bij hem gekomen was. De wind steekt wat op, het wordt kil en mistig. Wat een verschil met die broeierige warmte in Hoboken en New York
Half 9 We zitten na het dinner nog wat op ’t dek. Ofschoon het weer wat ruwer wordt, merk je nog niet veel van de zeeziekte. Een heel enkele maar. Ik zal deze dag meer besluiten. Slaap wel, moeder en kinderen.

Maandagmorgen 26 september
Weer heel best geslapen en Toon ook wel. Hij was er al bijtijds uit. De mist is nu weg, de zon schijnt, maar het waait nogal. ’t Voelt zo fris aan, als je op dek komt. Ik denk er nog weer aan dat het z.g. kerkgebouw hier zo prachtig mooi is
Half 10 Schitterend mooi weer, kan ik dat mooie toch maar vastleggen op een kiekje en dan ook dat geluid. Weet je moeder, waar dat geluid goed op lijkt? Als je ’s zomers in de weide aan Baanks kant onder een peppel ligt te zoemen, maar dan sterker. Het is toch zo mooi! De tranen springen je soms in de ogen van ontroering over dat mooie! Je komt in zo’n soort dommel, net als onder die peppels, maar dan met die schitterende zonneschijn! Je zou wensen dat je zo zou mogen blijven zitten, maar dan mijn vrouw naast mij, hand in hand. De grote boot schommelt zo behaaglijk. Ik zit op een bank vlak bij de verschansing, elke 10 seconden ben je het verst van het water èn het dichtst er bij. Zojuist een school vissen gezien, ze sprongen uit het water op en neer, net als een troep konijntjes. Zou dit speelsheid wezen of zou er een ondier in de diepte worden bespeurd?
Van voormiddag een uur goede muziek gehad, nu vanavond dansmuziek, meest foxtrot, niets aan. Het laatste stuk een tango, daar zat nog wel muziek in. Nu komt er nog een soort foxtrot, maar zo wild, net goed om jonge mensen het hoofd te doen verliezen. Nu ga ik slapen. Ook allen wel te rusten.

slot volgt.

=========================================================================================

September 13
I had a good day. Helping to fill a silo at Patrick ‘s place. Took a few pictures.

September 16
I did not write for a few days, it does not always happen some thing new. The day before yesterday I was bungling around the house again, I wasn’t very fast yet. Yesterday again stamping down the greencorn in neighbours silo. It is morning and we are leaving to day to go to Theo Kaemingk and perhaps others.
— Went to Theo Kaemingk, to Keunen and Theo’s grandfather Schut. And also to one of the Levenkamps boys, who wasn’t at home. Just neighbour Knock came in and briught me a pair of silk socks and a knife with my name on it. I had to take it with me to Holland. Sleep well.

September 18
Yesterday I was bungling again, did all kind of small things. Yesterday evening I’ve only been to van Dijk and today to church. This evening a certain Struik was visiting us with his wife. They had heard I was leaving soon.
Also tomorrow another last visiting day. Evening again. Sleep well.

September 19
Today the whole van Heuvelen household was here to say good bye, now the reverent will come. Evening. Sleep well.

September 20
This morning we had visitors all the time. At first Jan Hoogland came to see good bye, then van Dijk with his wife. After them our next door neighbour Andy Knock. I took pictures of all of them. It was time to go home now. We drive to Sheldon Station. There I had to say farewell to my boy, to Netty and little Harold. A very difficult moment. I desired for my family very much and I would have stayed here too. I‘ve got used to this place, the people and the country. I loved it all. I said to Herman: ”Please, keep staying there, so we can have a look in each others eyes as long as possible”. I had left the door open. At last… the conductor gave a sign, one last look, it might be for the last time on these earth, the door closes and it is over.
Now it is half past 10 and we are on our way to Chicago.

September 21 – 8 o’clock in the morning
Just arrived in Chicago, we’ve to wait for two hours.
Half past 1 Battle Creek, this is the point where we crossed the way in May when I came to Iowa. Now we are going toward Detroit. When I came it was from Lansing.
Jackson …. half past 2—. An Arbor…. a quarter pas 3 … Detroit 4 o’clock… St Thomas …half past 6…. Buffalo half past 9. Here we had to wait and saw even a small Zeppelin from the Good Year factory crossing the road.

September 22
We just arrived in Hoboken and we stay here in the Chr. Sailors home. We’ve had dinner in a restaurant, cheap and good. I wrote Herman a letter. Sleep well all of you.

September 23
We slept very well in that Chr. Sailors home. We are in the restaurant again for lunch. We’ve been on a ferry who brought us for 5 cent to the other side of the river to New York. Then we went through New York for a few pence, 18 miles to a garden with a zoo. It was there that I saw a very old black woman sitting on a bench, a real black person, she was looking as a mild little woman. Afterwards we went to the movie for an hour and then with a train back to the harbour and again with the ferry back to Hoboken. A poor boy, a Dutchman too was our guide, a strange boy. He has been a sailor, once saved as the only one in a shipwreck ,was student pilot, almost died in an accident because of an aircraftfire. He brings us back to our boat The Carinthia.
A quarter past 8— We are on board and on this moment I’m sitting in the smoking room. Toon is asking for the toilets. It seems much genteel than it was on the Aurania. May be it is the second class, I have to find out. Such a boat is so huge, very different from a large hotel. Our supper we’ve had in Hoboken already. Sleep well.

September 24
I’ve slept very well. The weather is nice. In Hoboken it was sweltering hot, but here it is cool. The food is as it was on the Aurania very good. Toon is doing well. We are sitting on a bench on deck. We just have had our dinner. Evening. And I think I will go to bed early. Sleep well.

September 25— half past 8 in the morning.
I had a long and good sleep tonight like Toon had. The sea is making more movement than yesterday, no sickness to see. Toon is doing well. It is Sunday, next Sunday when all is going as it would go, we’ll be home again.
That never resting water, always moving, just as it is where it doesn’t want to be. Just like the people in New York, always on the move to other places. The sea is strange, surprising, good for your nerves. We almost have a Dutch air here.
I’m just back from church, I followed the people who had to ask the way to church too.
This service was the same as in the London church, as we heard by radio. The reverent is reading something, a psalm or a prayer, and people are reading too. This impressed me very much. We were singing a lot, wonderful to sing all those English hymns. At the exit I could see that the English were very generous, all dollar notes or more. I’ve been playing the Scotchman and gave a dime—- but that service I will never forget!
Afternoon on deck. It is strange, it looks like I’ve just had my first trip to Quebeck. And when I was at Herman’s farm, especially the last few weeks, it looks like I came there long time ago. The wind is rising, it is becoming chilly and misty.
What a difference with Hoboken and New York.

September 26 Mondaymorning
Again I had a very good sleep and Toon too. He rose up early The mist is gone, the sun is shining, but it is rather windy. It feels so fresh when you are coming on deck. I have to think at that service in the church, that so beautiful church room.
Half past 9— Such a beautiful weather. I wished I could make a picture of it and than with that sound. Do you know mother what it is like? When in summer you are lying under a poplar at Baanks side and hear that humming that sound, but stronger. It is so beautiful! Sometimes you’ll get tears in your eyes of emotion. You just are in a kind of doze, just as under the poplars, but than with that beautiful sunshine. You could wish sitting there for ever but then with my wife next to me, hand in hand. The large boat is fluctuating so nice. I’m sitting on a bench near the railing, every 10 seconds I’m the farthest and the nearest to the water. I’ve seen just a school of fishes jumping out of the water, just like small rabbits. Can it be playfulness or would they have discerned a monster in the depth.
This morning we’ve had for an hour very good music, now in the evening dance music, most foxtrot, that’s nothing. That last piece of music, a tango, that was real music. Now there is a foxtrot coming again, but so wild, young people should loose their head.
I’m going to sleep. Have a good night, all of you.