Hetty Site

Pionieren

De Dijkpoort in Hattem. Die auto moet je er in die tijd even bij wegdenken, maar toch is veel van oud Hattem bewaard gebleven.

Nee hij werd geen boer, deze Albert Jan Eikelboom geboren in 1904 in Welsum, maar na zijn studie aan de HBS in Zwolle zou hij in eerste instantie naar de TU in Delft gaan. Toen echter kwamen er de dokter, de dominee en mensen, die het dachten te weten, aan te pas. Ze vertelden over ingenieurs die als trambestuurders in Amsterdam en Rotterdam aan het werk moesten omdat er gewoonweg geen werk was voor een ingenieur, dachten zij. Toen een vriend van hem het over de Veeartsnijschool had, was dat een vondst. En zo is het gekomen dat hij in 1932 afstudeerde aan de Veeartsenijkundige Hogeschool in Utrecht en uiteindelijk, na een jaar als vervanger in Veghel gewerkt te hebben, in Hattem terecht kwam.
Daar begon het pionieren want er wachtte hem geen prachtig huis en bloeiende praktijk zoals het nu het geval is. Nee, hij begon in drie gehuurde kamers op de bovenverdieping van pension Aurora aan de Nieuweweg waar nu Chinees Restaurant Kota Radja zit. Een slaap- en een zitkamer èn een apotheekruimte, dat was het.
Tot die tijd hadden de Hattemers de veeartsen uit Kampen, Zwolle, Oldebroek en Heerde erbij moeten roepen. De Hattemers keken trouwens eerst eens goed de kat uit de boom. Die Eikelboom moest zich eerst maar eens bewijzen. Z’n eerste patient overleefde het niet, vertelde hij. Het was ook een 17 jaar oude hond met teveel kwalen die hij een spuitje moest geven. Maar toen kwam al gauw zijn tweede kans.
Reinder van Emst kwam aan de deur; hij had een vaars waar het kalf niet af wilde. Dus op pad naar één van die kleine boerderijtjes in de Koestraat. Hij ging achter het vaarsje liggen met de benen op straat en de achterdeuren los, zo klein was de behuizing daar. Het nieuwtje dat de dierenarts aan het werk was, ging snel rond en in een mum van tijd stonden de boeren die toen binnen de stadsmuren woonden, er om heen.
Het was een zware klus, maar verloskunde was zijn hobby, dus dat kwam goed uit. De zoon van van Emst, de toen 17 jarige Jacob kwam kijken en vroeg hoe lang hij al zo bezig was. Een uur of drie was het antwoord. Nou dan kunnen jullie het beest straks meteen naar het abattoir in Zwolle brengen, want het staat nooit weer op. Eikelboom ging stug door en na drie en een half uur had hij het kalf er eindelijk af. Meteen stond ook de vaars weer op de benen en Eikelboom zei: ’ Nou jong, nu hoef je ook geen auto meer te huren, het beest kan nu zelf wel naar Zwolle lopen.’
De boeren hadden schik en Eikelboom had het voor elkaar in Hattem.