Hetty Site

t Is ’n eersten maor ok ’n laatsten….

’t Is ’n eersten en  ’n laatsten was het wat Willem zei toen hij kwam vertellen dat er een jonge zoon geboren was op ’t Hissink. Tante Dine en ome Gert Kornegoor hadden na jaren wachten eindelijk hun zoon in de armen. In 1951 woonden we nog niet lang op de Boomgaard en in de eerste drie jaren maakten we drie bruiloften mee van de zussen en broer van tante Hanna, de eerste vrouw van vader Hein, die jong overleed. Willem was een ongetrouwd oompje die later als knecht bij hen werkte en als lid van het gezin werd gezien. Zo ging dat vaak als een van de jongens in een boerengezin ongetrouwd bleef. Soms bleef hij thuis en anders werd in de buurt graag van zijn diensten gebruik gemaakt. Zo ging ome Jan, de broer van opa Eggink, de vader van Hein, aanvankelijk bij Hein en Hanna inwonen. Dat bleek niet altijd een genoegen, voor Hanna dan. Hij zat haar altijd dwars met nare opmerkingen. Ze had wel eens verzucht tegen Hein: ’Ie-j hebt mien wel een mooi kadootjen met’ebracht. Ome Jan zou in 1950 naar de Prinsenhoeve gaan in Mossel waar ook opoe bij haar dochter Aaltje en ome Bertus inwoonde. Willem kwam uit de buurt van de Kornegoors, had een hazenlip zoals dat vroeger heette, maar kon zijn mondje verder goed roeren. Hij woonde in bij de Kornegoors op het Hissink.

Zo kreeg ik een tijdje terug onverwacht contact met deze ‘kolde naeve’, zoals hij zich wel noemde: Jan Kornegoor, de baby van toen.

Ach koud of warm. Bij onze familie op De Boomgaard maakte dat allemaal niets uit.  Toen mama met pa trouwde leek alles heel eenvoudig. Toen hij voor het eerst met ons kwam kennismaken werden Diny en ik ieder op een knie gezet bij hem en mama vertelde: ”Jullie hebben een nieuwe papa”. Wij waren toen 4 en 6 jaar en wij vonden dat een goed idee, want nu hadden wij ook weer een papa. In Linde veranderde er heel wat, Toen opoe en opa Bijenhof ook mee gingen naar De Boomgaard werd het wat vol en ging ome Jan naar tante Aaltje en ome Bertus Berenpas in Mossel wonen net als de moeder van pa, opoe uut Mossel, die daar al woonde.
En met Riek Antink die jarenlang ons meisje voor dag en nacht was, was De Boomgaard vol. Nou ja Henk en Johan kwamen er nog bij, maar die sliepen de eerste jaren gewoon bij pa en mama op de kamer. Moet je nu eens om komen.
Toen deze neef Jan wat later werd geboren was het ongeveer 1960. Toen was ik al bijna de deur uit, maar toen deze Jan vertelde dat hij mama tante Popeca noemde, omdat hij Coba waarschijnlijk wat lastig vond, moest ik wel even slikken en een klein traantje wegpinken. Gek dat zoiets je ineens zo kan raken. Mama was een warm mens die goed met kinderen overweg kon.
Ik vroeg pa eens op wie tante Hanna nu leek. Had ze meer van zus Jantje, die alles heel traag deed en overal te laat kwam, maar wel een gezellig pratertje was. Of had ze meer van zus Dine, die razendsnel met alles was en heel bijdehand. “Ach”, zei pa… Hanna zat er net zo’n beetje tussenin. Ik vond een foto tussen Diny’s spullen van pa en tante Hanna en warempel…in haar gezicht lijkt ze op Jantje.
Het was de gewoonte om met het Lindese feest in september stokvis te gaan eten bij de Kornegoors op ’t Hissink. Mama lustte het eigenlijk niet, maar heeft het nooit durven zeggen. Ik kan me niet meer herinneren hoe het smaakte, maar zelf eten we het nooit.