Hetty Site

Van jannewarie tot december…

De ganzenmarkt op 10 november in Coevern.

Het werd even spannend. Nadat de boswachter ons de vorige maand in de steek liet, stond Alie nu wat nerveus in de gang dhr Lesschen uit Oosterhesselen, onze spreker van deze avond, op te wachten. We hebben al eens eerder dhr Nijkeuter bij ons, Passagevrouwen van Zuidbarge- Rietlanden, gehad over Paasgebruiken in Drenthe en dat was ons goed bevallen. Nu verheugden we ons op zijn verhaal over feesten en bijzondere gebruiken en gewoonten in Drenthe het hele jaar door, van jannewarie tot en met december.
Ze had zich geen zorgen hoeven te maken. Onze spreker, voormalig onderwijzer en later lokatiedirecteur van het Esdal in Oosterhesselen, was keurig op tijd. Nu is hij o.a. streektaaldocent voor het Huus van de Taol.
Het Drents van Midden- Drenthe waarin hij ons meenam het hele jaar door was een lust voor onze oren. Van het Anthoniusgilde, een kerkelijke instelling van liefdadigheid in Dwingelo, de botterpacht, de boerhoornblaozer tot het fossie stro of heuj aan de weg om te melden dat er biggen of kalveren te koop zijn, er passeerden heel veel aardige wetenswaardigheden de revue.
Mei en november, de maanden van de pacht. Mei met zijn trouwen en vergeet de IJsheiligen niet. We houden er nog steeds rekening mee met het buiten planten van sommige zomerbloeiers.
Veel van de culturele gewoonten hier ken ik ook uit mijn eigen geboortestreek: de Achterhoek, maar Gaanzen Geessie hadden we daar niet. Dhr Lesscher had dit jaar het voorrecht om samen met de nieuw gekozen miss ganzenhoedster aanwezig te mogen zijn in de Ridderzaal bij het uitspreken van de troonrede op de derde dinsdag in september, een hele eer!
Sint Maarten kenden we vroeger niet in de Achterhoek, ook niet in Twente waar we 15 jaar woonden. Ik maakte voor het eerst kennis met Sint Maarten in Hattem waar ik mijn eerste baantje kreeg aan de van Heemstraschool en waar ik mijn Wim ontmoette. De kinderen in de klas leerden me daar de versjes voor Sint Maarten in plaats van andersom. Maar de volgende was wel iets verbasterd, lijkt me:

Sunte Marten veugeltien
Met zien rond rond reugeltien
Met zien rood rood rökkien an
Daor kump sunte Marten an
Sunte Marten hef ’t zo kold
Geef em toch een stukkien holt
Dan kan hij zich warmen
Met zien blanke darmen( blote armen)
Hier woont toch zon rieke man
Die zo veule geven kan
Veule zal hij geven
Lange zal hij leven
honderd jaor en iene dag
dan wordt hij naor ’t kerkhof ebrach.

En ook het liedje van juffrouw Kikkerdril kenden ze daar.