Hetty Site

What’s in the name?

Ben en Riet samen met Wim bij de discuswerper in de tuinen van de Wiersse.

Wanneer ik Wim met veel respect hoor praten over ene Titia zou ik toch denken dat het een statige vrouw zal zijn. Een beetje adellijk type zal ik maar zeggen. Bovendien is ze de drijvende kracht achter de Voedselbank. Toen ik haar deze winter zag bij een bijeenkomst bleek het een gewone vrouw te zijn met een alledaags uiterlijk maar wel met een bijzondere uitstraling.
Bij een naam alleen kun je blijkbaar niet een goed beeld krijgen. Ik ken ook een paar Jantje’s, die bijzondere gaven hebben. Of Jannie’s. Soms vindt iemand zijn of haar naam niet passend en wordt een Wilma zomaar Berber. Of Marijke Christina of zoals in onze familie een Marry die Marijke wil zijn.
Ik ben nog uit de generatie dat iedereen vernoemd werd. Dat veranderde in de jaren 60 en 70. Toen kwamen de Franse en Engelse namen in.
Oom Paul, de vader van Niesje, had het niet zo op de nieuwere generatie met de buitenlandse namen. Hij had een goed lopende textiel- en beddenzaak en kreeg wel eens ouders met kinderen in die winkel die bijzonder onopgevoed op de bedden sprongen. De –meestal—moeders riepen ze dan voorzichtig tot de orde: Monique niet op de bedden springen…! Chantal ga eens weg bij die gordijnen….! Isabel… blijf met je vingers van die lakens af! Maar luisteren? Ho maar. Wat had hij de pest aan die vrijgevochten kinderen met hun buitenlandse namen.
Nu zie je weer een teruggang naar eenvoudige vaak Hollandse namen. Emma, Eva, Kim, Vera, Tim, Tom, Bas en Daan…
Vorige week vertelde Riet dat ze in hun C1000 supermarkt niet afwachtte tot de ouders hun kinderen in het gareel hadden. Ze greep gewoon zo’n racemonster bij de arm en kneep er eens flink in. Daar kreeg ze eens de opmerking van zo’n meisje:”Mijn vader is hier ook hoor!” Net of Riet daar bang voor moest zijn.
Ik ken er gelukkig ook een paar andere. In de vakantie op de camping in Mechelen liep een jongetje voor me uit en zag een meneer die liep te sjouwen met visspullen. Die liet z’n net vallen. Het jongetje schoot er op af en gaf de meneer netjes zijn net weer aan. En buurjongetje Frank deelt alles wat hij krijgt met je. Ik had hem vanmiddag een schaaltje chips gegeven. “Je mag er ook wel wat pakken, hoor”, zei hij.
Je kunt nooit vroeg genoeg met opvoeden beginnen.