Hetty Site

Aan de jonge Johan

foto: 1965- Met zijn allen gaan ze Herman en Nettie wegbrengen naar Schiphol. Opa heeft de verrekijker bij zich.

Broer Johan zal een bedankje teruggeschreven hebben want opa Eggink klimt meteen weer in de pen om terug te schrijven. En hoe! Hij was in een bijzondere bui zoals je ziet!

Van huis 7-1- ‘67

Geagte Vrienden

Daar kreeg de eene Johan van de andere Johan een brief, weezenlijk waar, en ook geen taalfouten of zo. Wel bedankd hoor!
Maar ik zit nu met een ander geval, maar niet zo slim als brant. Het zit zo, ik vont in de blaaden van mijn spaarbankboekje 9 briefjes van 25 gulden. Ik denk als de kommenisten daar agter komen schelden ze me nog uit voor kappietalist. Nou, ik vont er wat op, ik denk allemaal een briefje ervan sturen, dan ben ik er af en kunnen ze mij niks maaken. Zie, dat was dan voor die agt kinderen, nog één voor Jantjen haar verjaardag. Maar mijn hersenen neemen er de tijt voor om dat goet uit te vissen en toen schooten mij de kinderen van H. Jan in de gedagten en daarom schrijf ik nu. En Coba zal het naar haar beste weeten wel teregt brengen.
En dus kunnen me de kommenisten niks meer maaken en ben weer vrei man. Ik stop dan dad briefje van 25 in de brief en dan neemt de bode die wel mee. Wij genieten alle een goede gezontheid en ik lees in Johan zijn brief dat het met de zijne noch niet zo best wil. Ja dat out worden zal wel lastig weezen en als ik dan ook eens zover ben moet ik daar ook rekening mee houden. Maar ik wens u en ook de bejaarde Johan het beste voor dit jaar.
Johan

Nu geen grollen meer en even met de bejaarde Johan praten
Ja, we willen er zo moeilijk aan wennen dat we weldra dit leven dat ons zo vertrouwd is los te moeten laten. Wij weten best dat dit de gang is van alle mensen. Het is niet zo makkelijk als we pijn hebben of benauwd zijn niet aan ons zelf te denken. Daar weet ik van, van verleden zomer.
Ik probeer zoveel mogelijk mijn gedachten te richten op God. Ik heb niet om het leven gevraagd. God heeft mij willen zien zoals ik ben. En Hij kan niets scheppen of Hij bemint het meteen. Onze harten zijn koud, goed. Maar als wij bedenken hoe afhankelijk wij van Hem zijn, hoe Zijn liefde ons het aanzijn gaf, dan kunnen wij Hem toch liefhebben. Niet met ons koude hart maar Hem liefhebben met Zijn eigen tot ons en dan kunnen wij onszelf toch loslaten en denken: Hij zal ook wel verder voor mij zorgen, ik ben toch een klein kindje van Hem die zelf niets vermag. Ik ben Zijn eigendom. Ja, dit zijn mijn eigen gedachten en dit wilde ik u toch even zeggen.
Vriendengroet, Johan