Hetty Site

Amber en Sara.

‘Jullie bunt gien peerdeluu’, zei Diny ooit. Ergens had ze gelijk. We hadden de jonge Shetland veulens van Jans en Geesje overgenomen, maar luisteren.. ho maar! Als ik ze riep kwamen ze niet. Soms was Amber nog gewillig maar die zwarte, Sara, deed net of ze gek was. Alleen was het zo vreemd dat Agnes en Eva er alles mee konden doen. Aan de lijn en zonder lijn. Ze lieten zich de manen invlechten. Alleen wij tuttelden er waarschijnlijk niet genoeg mee.

Toen zouden we op vakantie, Mark hield de pony’s en de rest voor ons in de gaten. De dag voor we op vakantie zouden gaan kwam Wim thuis met de mededeling: ”Kees heeft wel belangstelling voor onze lammeren”. ”Kees”? “Ja… Kees van Valerius en hij komt morgenvroeg even kijken”.

We hadden inderdaad afgesproken dat de lammeren weg zouden gaan vóór de winter. Voor Mark zou het ook wat werk minder zijn tijdens de oppas. Op de dag van vertrek kwam Kees, een vriendelijke man, die ook als hobby schapen houdt. Terwijl hij onze lammeren bekeek en Brammetje eens in de rug kneep ging zijn oog ook naar onze pony’s. “Bint die ook van jullie”? Ja als de pony’s ons zagen bij het hek, stonden ze al op een rijtje te wachten tot één van ons met brood komt. Amber en Sara bij elkaar en Hector op een afstandje. Die had niet veel in te brengen bij de beide dames. “Die zwarte”, zei ik, “daar kan ik niet goed mee overweg. Je kunt haar zo pakken, maar verder kun je er niks mee. Als Eva er is traint ze van alles met Amber, maar met Sara wil het maar niet.” Ze waren pas drie jaar en dat moest toch kunnen.

Kees vertrok en belde even later op en deed een bod op de lammeren èn Sara. We hoefd niet lang na te denken. De lammeren mochten bij hem nog een paar maanden blijven lopen, altijd prettiger dan dat ze meteen naar de slacht zouden moeten. Het blijft altijd moeilijk om er afstand van te doen.

Kees kwam meteen met de kar en haalde eerst de lammeren en even later kwam hij voor Sara. Ik zag de bui al hangen. Ik moest vaak de hele wei met haar door en ze vertikte het meestal om mee te lopen. Die keer kon ik haar zo pakken en toen ze aan het touw zat zei ik zoiets van: “Zo Sara… kom maar mee… je krijgt een hele lieve baas, dat zul je zien”. Tot mijn verbazing hoefde ik niet eens aan het touw te trekken en liep madammeke opgewekt mee, een hinnikende Amber achterlatend. We liepen de wei uit en meteen door naar de ponykar. Ze liep zonder te aarzelen de kar in en liet zich door Kees netjes vastzetten. Ik was perplex. Snap jij het?

Amber was toen haar maatje kwijt en hebben we haar teruggegeven aan Geesje. Af en toe zie ik haar nog lopen. Als ik haar roep kijkt ze soms even op. Nee, bij Jans en Geesje loopt ze met een paar anderen in de wei en een pony is ook eigenlijk een kuddedier.