Erna Bloemendaal zat daar in de Wildenborch dichter bij het vuur en weet hoe het een en ander in elkaar zit in de ‘zaak Boeyink’.
Ze vertelt: [i]Oom Boei, zoals ik Hendrik Jan Boeijink als klein meisje noemde, hielp veel met het werk op Top. Zeker toen pa bij de GOS werkte kwam oom Boei helpen. Tijdens de koffie of middagpauze kon hij hele verhalen ophangen over zijn zaak. Als kind hoorde je het aan maar begreep er niets van. Ook mama ging het wel eens vervelen. Generaal Tonnet werd veel genoemd.[/i]
Nee… niks geen brand of stormschade, maar een domme vergissing die uit de.hand liep. Een vergissing door de landarbeiderswet van 1918 die aangaf dat landarbeiders subsidie konden krijgen wanneer ze een boerderij wilden bouwen. Dat leek Boeyink wel en door de Landarbeiderswetvereniging Lochem- Laren werd geadviseerd vast uit te kijken naar een geschikt stukje grond. Toen hij dat dus kocht en zijn eigen huis al te koop had staan, bleek hij niet voor subsidie in aanmerking te komen omdat hij al een eigen huisje had. Hij was tot dan landarbeider en klompenmaker, maar omdat er sinds de komst van een klompenmakerij in Ruurlo minder vraag naar klompen was wilde Boeyink zich meer op het boeren aanleggen.
Nu moest hij noodgedwongen zijn stukje grond met verlies weer verkopen, de notaris eiste wel een dubbele toelage van 900 gulden. Daarop kon hij de hypotheek van zijn huisje de Klompenmaker aan de Schoneveldsdijk niet meer betalen. Hij schreef brieven aan de Koningin en politici zelfs liet hij dat door een advocaat nog eens doen. Het haalde niets uit. Na drie jaar meldde de burgemeester van Lochem hem dat hij hem niet kon helpen.
Ten einde raad wendt Boeyink zich tot Generaal Tonnet op Huize de Hoetinkhof in Vorden in de veronderstelling dat hij onder hem gediend had. Het bleek wel familie maar niet zijn generaal. Maar Tonnet was zo getroffen door het onrecht aan deze man aangedaan dat hij weer is gaan schrijven naar politici en zelfs opnieuw aan de Koningin.
Tonnet vroeg haar de zaak opnieuw onpartijdig te laten beoordelen om uitzetting van het gezin Boeyink te voorkomen, maar om die onpartijdigheid te verzekeren om:
-[i]burgemeester Arriens van Vorden, die zich op hoogst onvoegzame, burgermeester onwaardige wijze heeft gedragen tegenover hem en de landbouwer Boeyink,
-Burgemeester van Lochem Luttervelt, voorzitter van de Landarbeiderswetvereniging,
– Burgemeester van Laren Baron Rengers en W.L. van Weyderen, met niet erkenning van de loco-burgemeester, het oudste raadslid Wethouder Scholten die zelf ofwel zijn familie geldelijke voordelen geniet van grondverkoop aan landarbeiders
– Burgemeester van Zaltbommel, Cambier van Nooten, en notaris Everwijn te Lochem,[/i]
tijdelijk in hun ambt te schorsen.