Hetty Site

Bosbaas Wildeman 2

Tijdens de bezetting 1940-’45 en de daarin voorkomende razzia’s waren Hattemers die gevaar liepen als bosarbeiders aan het werk.
Na de 2e W.O. stond er praktisch geen boom meer in het bos en moest er weer flink worden aangeplant. Toen de heer Plat hem vroeg hoelang hij daar werk aan zou hebben, antwoordde Wildeman resoluut: ’Mijn leven lang en dan ben ik er nog niet.’ De Ned. Heide Mij werd ingeschakeld en met zo’n 150 man personeel werd de bosgrond omgespit, de stobben uitgegraven en toen met een man of 20 opnieuw aangeplant. Vanuit Zundert in N.B. kwamen heel wat vrachtwagens met wel 5000 stekken per keer naar Hattem: eik, grove den, douglas, larix, fijnspar, Corsicaanse den e.d. Weekend kampeerders mochten gratis kamperen als ze even een handje meehielpen onder leiding van de bosbaas.

In 2002 toen dit boekje uit kwam was Wildeman al geen bosbaas meer, maar nog dagelijks in het bos te vinden en ook toen kon hij het niet laten om bij een gehoord geweerschot het bos in te gaan, vergezeld door zijn trouwe viervoeter. Deze laatste, een Mechelse herder werd hem bij zijn afscheid cadeau gedaan. Dat hij daarna een aanslag van de Gemeente Hattem voor hondenbelasting kreeg gaf hem inspiratie voor het volgende gedicht:
[i]Mijne heren,
Bij het afscheid gaf u mij een hond cadeau.
Nu moet ik gaan betalen, gaat dat zo?
Nu ik van mijn pensioen moet leven,
Moet ik u jaarlijks hondenbelasting geven.
Op deze wijze mijne heren,
Zal de gift bij u wederkeren.[/i]

Er kwam geen opvolger voor Johannes Wildeman. Het hout bracht minder op . Dat gaat ten koste van het bos. Er wordt geen onderhoud meer gepleegd. Met lede ogen zag bosbaas Wildeman het aan.