Hetty Site

Brief opa Eggink aan de Voortmans — 2 1968

Wat ik van mijn leven onthouden heb?
–In de Vordense kerk hoorde ik van een onbekende dominee zeggen: Het volgend leven is een voortzetting van het aardse leven.
–En een andere dominee zei:” Wij moeten ons aan God overgeven op genade of ongenade.”
–En van Boschma:”Ik zou wel beter, anders willen wezen, maar ik wou voor nog zoveel geen ander willen zijn.”
–En ook een keer:”Er bestaat eigenlijk niets dan—God.”
–En ook eens:”De kerkgewelven galmen van de naam van Christus, de mensen willen alles wel doen en laten, ze willen zich wel in alle mogelijke bochten wringen. Alleen… ze willen Hem niet gehoorzamen.”
–En van ds Steenbeek aan mijn schoonmoeder:”Niet alles wat er in de bijbel staat is even goed. Je leest van David: ik zal de kinderen van mijn vijanden tegen de rotsen te pletter slaan.
–En van meneer Maurits Brants: een matroos valt uit de mast schreeuwt naar boven: God help mij. Hij valt in de touwen en schreeuwt naar boven: het hoeft niet.
–En in het Heilsleger zongen wij: God der eeuwen, o mijn toevlucht. Dan zegt de adjudant: ”Dat is een mooi lied, zullen we dat nog eens zingen en we zongen het nog eens uit volle borst.
–En van Emerson: Alles is dubbel, elke daad is de helft van iets, en de andere helft is altijd overeenkomstig de daad.

Ja, dit zit allemaal vast in mijn geheugen.
Vader Johan