Hetty Site

“Dat is helemaal niet slim”, gromde buurman

De dialectenkaart van Nederland.

In het Dagblad van het Noorden gaan er bijna van uit dat ze het alleenrecht hebben op een aantal streektaalwoorden die in het hier gebruikte Nederlands geslopen zijn. Zo worden er hier veel wonings verkocht en dropjes zitten in een puutie. Ze houden hier rekenschap met elkaar, terwijl er rekening houden wordt bedoeld. Als er veel troep van een boom dwarrelt zeggen ze hier wel:’Wat geurt die boom’. Dan zal een westerling antwoorden:’Ja die ruikt lekker’. Ik herken de mensen van hier ook als ze zeggen: Ben je dat nodig, terwijl we in de rest van Nederland juist zeggen: Heb je dat nodig?
Een ras- Rotterdammer had net in Schoonebeek zijn nieuwe woning betrokken en kreeg het bijna met de buurman aan de stok. Deze van oorsprong Drent had verteld dat hij na een feestje vrij had genomen. De gewezen Randstedeling noemde dat slim. Hij kreeg meteen de wind van voren. ‘Dat is helemaal niet slim’, gromde de Drent, die dit woord gebruikt als iets erg gevonden wordt. Dit laatste voorbeeld wordt natuurlijk in heel oostelijk Nederland gebruikt, net als de deur die los staat i.p.v. een open deur.
Mijn Achterhoeks heeft langzamerhand ook wat aanpassingen gekregen, wat Hattems en een tikje Drents. Geen Twents, gek eigenlijk, maar in Hengelo heb ik mijn eigen moedertaal, behalve tegen Wim, bijna niet gebruikt. Bij Stork kwam Wim wel in aanraking met het Twents en moest al gauw horen: ‘Geef mie-j die kuierdraod es an’.
Soms valt me het ineens op als ik in een supermarkt in Vorden loop en naar de taal om me heen luister. Ik voel me weer helemaal thuis en denk: Hier praot ze teminste weer gewoon.

Wanneer je de dialectenkaart van Nederland bekijkt, zie je links onder het gebied waar het Westvlaams gesproken wordt. Met een paar gelijkgestemden heb ik af en toe contact. En dit gedichtje kreeg ik mee.
Ik heb bij die een na laatste zin wel om uitleg moeten vragen:
Het fruut is gewoon fruit en de fruutt’niers zijn de bijen.

[i]DE MENSCH’N ,
’t is van ouds bekênd
bebabbeln geern makândre ,
’t is woa vo’mi, ’t is woa vo’joe
vo’neén’n is’t lik vo’nândren.

Wuk doe’j , ojje bebabbeld ziet ?
j’hoalt’re ê spreuke bie :
” OCH , ’T FRUUT WOA DA’T DR’ FRUTT’NIERS up zien …..
’T IS NOG ’T SLICHTSTE NIE !!!! [/i]