Hetty Site

De Sage van Rixt van ’t Oerd

Ritskemooi woonde in een hut van wrakhout op het Oerd, de oostkant van Ameland. Daar zat ze vaak onder haar flarieboom (vlier). Niemand wist waar ze vandaan kwam. Ze verzamelde hout op het strand en zocht naar kruiden in de duinen. Daar brouwde ze toverdrankjes van.
Eens per jaar kwam ze naar het dorp, maar de mensen gingen haar uit de weg, omdat ze dachten dat Rixt een zeeheks was die met de duivel optrok.
Als vissers en jutters toch op het Oerd moesten zijn, zeiden ze eerst gebeden op om zich tegen het kwaad te beschermen.
Op een dag had ze haar op het strand gevonden goederen geruild tegen een oude koe .
In donkere nachten bond ze het dier een lamp om de nek en joeg het de duinen over. Schippers kwamen vaak af op het misleidende licht, zodat de schepen te pletter sloegen op het strand. Rixt ging dan de dag erna op zoek naar de aangespoelde buit.
Op een stormachtige herfstnacht laat Rixt op deze manier een schip stranden en al voor de dageraad gaat ze de volgende morgen naar het strand. Ze ziet een enorme buit van gouden sieraden liggen, groter dan ooit. Begerig knielt ze op de grond en dan valt haar oog op het lichaam van haar eigen zoon Sjoerd, die jaren geleden naar zee was gegaan.
Daar ligt hij dood tussen de wrakstukken. In wanhoop steekt Rixt haar handen omhoog en schreeuwt het uit:
“Sjoe-oe-oe-oerd, Sjoe-oe-oe-oerd…!”
Van schrik valt ze dood neer naast haar zoon.
Men zegt dat er toen een barmhartige golf is gekomen, die de oude vrouw en haar zoon heeft meegevoerd, ver de zee in. Haar vervallen hut heeft er nog jaren gestaan. En van de vlier sneed men de takken af om ze te planten in eigen tuin, ter vermaning van al degenen die zich verharden in het kwaad.
Soms in duistere nachten, hoort men nog de stem van Rixt, weeklagend om Sjoerd, haar enige zoon.