Hetty Site

Hattem 1962- 1965

Ik merk intussen dat ik niet de enige ben die onder de indruk was van mijn eerste jaren in Hattem. Leuk om te horen, dit keer ook weer van Anneke Rouwenhorst.
Het eerste jaar in Hattem vierden we met een stel jongere collega’s sinterklaas.
Ik kwam op een zondagavond met trein en bus regelrecht van huis af net als collega Roelie Stapel en we werden bij de bushalte opgehaald met een soort kar. Daar moesten we op gaan zitten en zo sjouwden ze, aangevoerd door Johan Frijlink, ons beiden vanaf de Apeldoornseweg naar de Randweg waar Betty Engelsman woonde en waar onze bijeenkomst zou zijn. Leuke avond. Zo raak je gauw gewend. Bart Dekker was ook nieuw, kwam net uit militaire dienst en was een vrolijke noot in het geheel. Een afwisselend stel collega’s.
Tja… dat ik Wim al zo snel ontmoette had ik ook niet verwacht en dat de kinderen in mijn klas dat ook opmerkten en zelfs meeleefden is me wat. Ik hoorde al van een paar meisjes dat ze zich herinnerden hoe ik uit het raam hing als Wim van zijn reis terugkwam en ik hem aan zag komen. Zouden ze ook mijn emoties gezien hebben als hij vertrok? Onze eerste paar ontmoetingen speelden zich ook in mijn schoollokaal af na schooltijd. Ik had eens knikkers af moeten pakken waar door een paar jongens maar steeds mee gerommeld werd en die lagen er nog. Zo hebben we met z’n tweeën nog een potje zitten knikkeren. Je blijft zelf ook kind, toch? Wim weet het nog. Toen ze iets groter werden maakte ik er zelfs een soort aardrijkskundeles van als ik over zijn reizen naar Afrika of Indonesië vertelde.
De collega’s kregen ook door dat er wat opbloeide tussen ons en dat hebben we geweten.
Op een bijeenkomst met collega’s werden er zelf gefabriceerde dia’s vertoond, waarop wij getekend stonden maar met ons echte hoofd er op. De tekst erbij was: Zij kwam, zij zag, zij overwon. Niemand van ons die het vlugger kon. Ik verdenk Johan Frijlink ervan dat die zijn creatieve aanleg zo liet zien. Zo werd er ook een briefje op mijn fietszadel geplakt met de waarschuwing: ‘Val niet in de Draaikolk’. Moet hij ook geweest zijn, maar hij stond wel altijd voor me klaar als er een film gedraaid moest worden helemaal boven in een filmlokaal en mijn technisch inzicht het liet afweten.
Ze zagen mij natuurlijk ook regelmatig na schooltijd het hekje doorglippen naar het huis van de familie van der Kolk. Wim was veel weg en zijn moeder en de jongere broers Henry en Ben vonden het altijd gezellig als ik aan kwam.
Na een jaar hebben we ons verloofd, dat deed je toen nog, en weer een jaar later werd er getrouwd. En de kinderen waren er bij, mijn kinderen, met bogen in alle soorten en maten. Er werd daarna hevig getekend over de ook voor hen indrukwekkende gebeurtenis en ik herinner me dat Tineke van de Zwaan zelfs mijn sluier met de roosjes aan de voorkant precies had nagetekend.