Hetty Site

Henk en Ank

Ergens in ons gezamenlijk verleden midden jaren 70, we woonden toen in Hengelo, zagen we in de Hengelose Schouwburg een toneelstuk waarvan ik de titel niet meer weet, maar wel de namen van de hoofdrolspelers. Dat waren Henk van Ulsen en Ank van de Moer. Het was een eenakter, een stuk voor de pauze, qua onderwerp een zwaar stuk vonden we.
We zagen een stuk van een vergane wereld, een grote bult zand met van Ulsen die onder aan de bult rondkroop door de modder en helemaal treurend zijn leven overdacht dat er nu zo uitzag. Eén brok zieligheid en ellende. Ank van de Moer daarentegen zat boven op die kale berg zand maar zag er verzorgd uit en was daar mee bezig om dat in stand te houden. Ze had haar toilettasje bij de hand, maakte zich op en kamde haar haren tot een prachtig kapsel.
Maar die wereld zelf? Het einde van alles. Zo zou de wereld er uitzien na een vreselijke oorlog of inslagen van meteorieten of ander vreselijks, suggereerden ze.
Na de pauze kregen we een vrolijker stuk, ik meen van John Lanting… wie kent hem niet?
Dit laatste stuk weet ik niks meer van, alleen dat het een vrolijke boel was zoals altijd met John Lanting, maar het beeld van die beide figuren in dat desolate landschap is me altijd bijgebleven.
Dat schoot me in mijn latere leven steeds weer te binnen als er over klimaat, oorlogen en virussen bericht werd. Maar och… we leven gewoon door. We scheiden ons afval, proberen gezond te leven, zien om naar elkaar.
Nu begint het er op te lijken dat we toch wakker geschud worden. Hebben onze kleinkinderen nog toekomst op deze mooie aarde. Als ik vroeger wel eens in gedachten zat, zei opa Bijenhof : ’ Zo…bu’j an ’t prakkezeren hoe oew kindskinder an de kost mot kommen?’
Nu zag ik van morgen een artikel met foto in ons eigen Dagblad van het Noorden over Groninger studenten die bezig zijn met deze overlevingsstrategie. Met deze nieuwe generatie is er hoop!

Foto: Duncan Wijting, die ook mijn foto met Queeny op de arm ooit maakte toen mijn eerste kinderboekjes uitgegeven werden.