Hetty Site

Herman 12 Don Gregg

Een Creamery, ..nee niet in Iowa, maar de Union Mills Creamery in Oregon in de eerste helft van de vorige eeuw.

Een aantal boeren wisselden van de Creamery (zuivelfabriek) van Sibley naar die van Sanborn, omdat Sanborn werkte met vaste melkboeren, die de melk ophaalden. Daarom werden er in Sanborn nieuwe melkboeren aangenomen.
Eén van hen was Don Gregg, een jonge man die in Sioux City in een fabriek had gewerkt die vaccins tegen cholera, een dodelijke ziekte bij varkens, produceerde.
Maar Donald was net getrouwd en wilde weg uit die bloedbusiness en nam een melktruck over van iemand die er mee wilde stoppen. Later werd hij onze melkboer, omdat de onze een farm begon. De melkboeren moesten de gevulde kannen optillen en in een van de andere melkbussen op de truck schenken. Maar Don Gregg was een kleine magere man en het was moeilijk voor hem om die zware kannen boven op de andere melkbus te tillen. Op een dag toen hij het meeste al opgehaald had stopte hij om onze melk op te halen. Hij was te ziek om die zware kannen op te tillen en vroeg of ik hem wilde helpen. Hij moest nog naar een paar andere boeren en vroeg me om met hem mee te willen gaan. Bij de Creamery zou hij zijn vrouw bellen om hem op te halen.
Ik ging met hem mee en ontdekte dat hij bij één farm die melkkannen zelfs helemaal van de andere kant van de farm moest halen en er het hele erf mee over moest sjouwen. Ik zag dat je voor een melkboer een sterke flinke man nodig had.
In 1955 of 1956 ontdekte ik dat Don Gregg in z’n vrije tijd een markt voor cottage cheese ontwikkeld had tot in Cherokee toe. De zuivelfabriek kocht een nieuwe truck voor hem om de cottage cheese te kunnen afleveren. Ik was best trots op mijn kleine melkboer met zo’n grote ambitie.

De Sanborn Creamery had een vooruitstrevende manager, Mr Alvin Baldwin. Hij kreeg het voor elkaar om veel boeren uit de buurt van Sibley over te halen hun melk aan hen te leveren. Op een jaarlijkse meeting van de Coöperatieve Creamery’s ontdekte ik als secretaris dat onze directeur zich zowel door de Association in Mason City als door onze eigen Creamery liet betalen voor de onkosten. Omdat onze manager vond dat ik het voor me moest houden vertelde ik niets aan de andere bestuursleden. In 1957 zou onze bestuursmeeting in de winter gehouden worden.
Er werd verteld dat onze directeur op een visvakantie in Canada was met andere andere directeuren van de State Brand Creamery’s. We hadden echter een groot probleem met onze melkboeren. Ze staakten voor hoger loon. Eén van hen was op de meeting en vroeg om een redelijke verhoging. We realiseerden ons dat ze er recht op hadden en we boden ze ¾ van wat ze vroegen. Daar gingen ze mee akkoord en ze gingen weer aan het werk.

Op onze volgende meeting was mr. Wheeler, onze directeur, weer aanwezig en leek zeer boos over de salarisverhoging van de melkboeren. Voor de meeting begon schreef hij op een groot schoolbord het bedrag dat we hiermee verkwist hadden. Hij vond dat die salarisverhoging teruggedraaid moest worden anders zou hij aftreden. Daar schrokken een aantal van, maar niemand durfde wat te zeggen. Eindelijk diende ik een motie in dat we zijn aftreden zouden inwilligen en ik kreeg bijval en unaniem stemden we in met het aftreden van deze directeur. Hij ging kwaad weg..
Daarna praatten we als bestuur met de manager. Hij had veel problemen veroorzaakt, maar beloofde beterschap. Toen dat echter uitbleef stelde ik hem onder vier ogen voor zelf te vertrekken en dan zou ik het bestuur voorstellen om 3 maanden salaris door te betalen, maar dat weigerde hij. Hierna diende ik de motie in om hem te ontslaan met doorbetaling van 3 maanden. Er werd gestemd: 4 voor en twee tegen. Die twee tegen beschuldigden me van een groot probleem omdat we zo gauw geen andere gediplomeerd manager zouden kunnen vinden.
Omdat niemand een geschoold manager wist stelde ik voor om onze melkboer Don Gregg te benoemen. Hij had in zijn eentje een grote afzetmarkt van cottage cheese ontwikkeld, waaraan hij werkte nadat hij iedere dag de melk opgehaald had. De Creamery had immers zelfs een nieuwe truck voor hem gekocht om alle producten te kunnen afleveren. Niemand had een beter voorstel en zo werd Don Gregg voor drie maanden benoemd op proef. Voordat de drie maanden om waren was iedereen zo vol lof door alle verbeteringen dat hij net zo lang als manager mocht blijven als hij wilde.
Van 1957 tot 1963 ontwikkelde zich deze Creamery van een noodlijdende fabriek tot de grootste Creamery van Iowa. Het meeste hiervan hadden we aan Don Gregg te danken.
Deze reisde veel om de verkoop te bevorderen en vroeg daarom het bestuur om een nieuw één motorig vliegtuig te kopen om grotere afstanden te kunnen afleggen. Dat werd toegestaan. Een paar jaar later werd deze ingeruild voor een tweemotorig vliegtuig om veiliger te kunnen reizen. Omdat ik als secretaris ook vaak naar meetings moest van zowel de Creamery als ook de American Dairy Association en andere aan de melkveehouderij gerelateerde meetings maakte ik ook vaak gebruik van dit vliegtuig dat door één van onze medewerkers gevlogen werd. Zo kon ik steeds diezelfde dag weer thuis zijn.