Hetty Site

Herman 8— Dina en Hendrik Jan

In deze herfst op 11 november werden we getroffen door een sneeuwstorm. Een dag later zou de winkelier komen om de jonge kippen uit de bomen te pakken. De hanen zou hij krijgen in ruil voor de boodschappen die we nodig zouden hebben. Die nacht waren de meeste uit de bomen geblazen, sommigen dood en anderen half bevroren. Ook was veel vee in de weilanden gedood door deze storm.
Er werd nu ook elektriciteit langs de weg aangelegd, maar onze landlord wilde dit bij ons niet laten aansluiten. Toen werd het tijd om een eigen bedrijf te kopen. Dat lukte met een lening en in 1942 verhuisden we naar de farm bij Sibley.
Daar werd Berdena geboren en kregen we meteen veel bezoek uit de buurt. Die hadden allemaal gewacht met kennismaken tot de baby er was.
De jongens gingen naar een school op 1,5 mijl verderop in Melvin. Harold molk elke morgen eerst 2 koeien en voerde de kalveren. Hierna had ik tijd om ze naar school te brengen. Het bleek ook dat ik veel voordeel had door mijn tractor en had iets uitgevonden dat ik zittend op de zelfbinder de tractor aan en uit kon zetten. Daardoor kon ik in mijn eentje veel meer werk verzetten dan anderen met meer man en hun paarden.

Tijdens de oorlog kregen we geen enkele brief van onze familie uit Nederland.
De eerste brief die we daarna kregen stond dat mijn zuster Dina was verongelukt in een auto en motorongeluk. Het bleek dat mijn broer Hendrik Jan haar naar haar nieuwe baan zou brengen in Hilversum om bij een rijke familie te gaan werken. Ze waren even gestopt om naar de verkeersborden te kijken toen ze geschept werd door een auto met een slingerende trailer er achter.

Hendrik Jan was in 1942 getrouwd en had twee kleine dochtertjes en hij en Coba verwachtten de derde. Hij had een zagerij op het Medler en was daarnaast timmerman en meubelmaker. Ze wilden bij die zagerij gaan wonen, maar woonden vanwege de oorlog nog bij de ouders van Coba in Vorden. Hij gebruikte zijn motor om van huis naar zijn werk te gaan en op een mistige avond terwijl zijn koplamp het niet goed werkte botste hij op een stilstaande legerauto die onverlicht half op en aan de kant van de weg geparkeerd stond met een verpleegster en haar vriend er in.
Hendrik Jan was zwaar gewond en werd naar het ziekenhuis in Zutphen gebracht. Coba bezocht hem dagelijks maar die dag zou Sjoerd Aartsen gaan met wat papieren van de zagerij, want hij begon al wat op te knappen. Toen een verpleegster bij hem kwam vertelde hij dat hij zich niet goed voelde. “Adem maar even diep”, zei ze. Hij deed dat en overleed plotseling. Het moet volgens de dokter een bloedprop geweest zijn die zijn hart blokkeerde.

Hierna besloot ik naar Holland te gaan om mijn familie te bezoeken.
In juni 1946 was ik aan de beurt als ouderling van de kerk in Melvin om naar de jaarlijkse Synode meeting te gaan niet ver van New York. Ik maakte daarom plannen om na die meeting te proberen naar Holland te reizen. Intussen had ik een melkmachine gekocht. Ik zorgde voor een oudere man als hulp bij de boys, vroeg een nieuw paspoort aan en probeerde een plaats op een boot van de Holland-
Amerika lijn te krijgen,maar dat lukte toen niet. Daarom besloot ik om na de meeting maar te proberen een plek op een vrachtschip te krijgen.

De meeting maakte veel indruk op mij. Ik trok veel op met een ouderling uit de West Sioux Classis. We vonden beiden dat het jammer was dat we onze vrouwen niet mee hadden gekund, maar in die tijd werden er nog geen vrouwen als ouderling gekozen.
We werden ook uitgenodigd om een Quaker Service mee te maken. Daar gingen we met een paar heen. Om 9 uur gingen de deuren dicht en werd de Service uitgelegd. Geen zingen of preken, slechts een paar korte gebeden en stukjes schriftlezing. Geen collecte en verder werd er geen woord gesproken. Een vreemde ervaring , ik voelde me wat ongemakkelijk tijdens dit uur stilte en meditatie, maar je moet wel bewondering hebben voor deze anti- militaristische beweging. Ze helpen de armen en mensen in nood.