Hetty Site

Hilbrandt Boschma

Zo af en toe krijg ik aardige mail over iets dat ik in het verleden schreef. Zo ook over opa’s vriend Hilbrandt Boschma, evangelist in Ruurlo. Nu is iemand alles bij elkaar aan het zoeken over deze toch bijzondere man en kwam ook op mijn website. Deze Kay vroeg zich af of ik nog meer over hem wist. Ik wees hem op een brief die Boschma schreef na het plotseling overlijden van Dina, die geschept was door een slingerende aanhanger terwijl ze met Hendrik Jan op weg was naar haar nieuwe werkgever in Baarn. Ik vond deze brief terug. In 1938 woonden ze nog in Ruurlo en hebben hierna altijd contact gehouden met de familie van de Boskamp. Toch de moeite waard om te lezen.

Ik dacht eigenlijk dat ik alle materiaal over onze tante Dina wel gehad zou hebben. Nu komt Joop toch nog met een brief van opa’s vriend en evangelist Boschma die in Ruurlo stond in die tijd. De meeste van de Egginks zijn bij hem op catechisatie geweest en hadden een goed band met hem. Toen vader Hendrik Jan met mama trouwde in september 1942 zijn ze op hun huwelijksreis nog bij hen blijven logeren in Hilversum waar ze toen woonden. Deze brief schreef hij na het bezoek dat opa aan hem bracht na het overlijden van Dina. Waarschijnlijk heeft hij hem iets van Dina gebracht—misschien haar spaarpotje?

Ruurlo, 5 mei 1938

Lieve vrienden,

Het is me moeilijk gevallen U na uw vertrek dadelijk te schrijven. Mijn hart was zo ontroerd, dat ik me eenvoudig niet tot schrijven kon zetten en liever, onder het overdenken van wat ge namens onze lieve Dien hebt achtergelaten, aan het schreien was gegaan.

Hoe wonderlijk, lieve vrienden, is toch het leven, en wat liggen de dingen uit de toekomst reeds hier, al is het als in nevelen om ons heen!
Toen onze zalige lieveling de laatste avond bij ons was zaten we, na enige tijd gepraat te hebben, wat stil bij elkaar. Ze mocht dat zo graag doen, want de woorden kwamen bij haar niet in een wilde stroom, maar welden uit haar op gelijk een bron, waarvan we in het evangelie lezen dat ze alleen dan in beroering kwam, als een engel daarin afdaalde.
In één van die stille ogenblikken nu, toen ze me had gesproken over haar reisplan en we beiden een beetje bedrukt waren, omdat we in de wereld zo weinig uitzicht voor haar zagen*, was het alsof de gedachte van haar ziel tot mijn ziel overkwam.
“En ik benoem jou tot mijn erfgenaam”!
En ge kunt begrijpen welke gedachte er dadelijk daarop in mij oprees.
“Mal kind”, dacht ik bij mezelf, hoe kan je nu zoiets in je hoofd halen. Jij bent nog zo jong en ik ben al oud! Het was beter dat ik plannen maakte om jou tot mijn erfgenaam te benoemen”
En zo ging die gedachte dus weer met bliksemsnelheid door mijn hoofd, gelijk zoveel ijdele gedachten, die door onze ziel fladderen!
Maar zie nu, dat het geen ijdele gedachte geweest is. Zo lagen dus toekomstige dingen alle reeds om ons heen.
Wat zal ze er nu een vrede mee hebben, in te zien, dat ze alles wel geweten heeft, gelijk onze Heer, die wist, “dat de Schriften vervuld moesten worden”.
Ik zegen haar lieve nagedachtenis, die als een engel door mijn leven is gegaan.
Ik weet haast niet wat ik met het geld doen moet; het is me bijna te heilig om het aan te raken. En toch is het me een beeld van rijkdom, die ze in mijn leven gebracht heeft.
Met hartelijkste groeten, uw

Hilbrandt Boschma

* Dit slaat waarschijnlijk op het feit dat de rechterarm van Dina niet goed ontwikkeld was door? een bacterie? Nu zouden we het misschien dystrofie noemen? Tante Jo vertelde me ooit dat ze ook zoiets aan haar been had gekregen en dat opa er uiteindelijk iets ingegoten had… jodium of nog iets anders en dat het toen genezen was.

Foto: September 1942 Hendrik Jan en Coba op huwelijksreis waarbij ze o.a. Hilbrandt Boschma en zijn vrouw bezochten in Hilversum waar de familie toen woonde.