Hetty Site

In de kost…

De jongeren in deze tijd kennen dit niet meer: in de kost. Maar als je vroeger buiten je eigen woonplaats een baan had was het vaak zo dat je in de kost ging. Je zocht een kamer en daarbij kon je mee eten en als het van beide kanten klikte had je het ook nog heel gezellig.
Voor mij werd er in het kerkblad in Hattem een advertentie gezet: onderwijzeres aan de van Heemstraschool zoekt per 1 september een kamer. Zo kwam ik bij mevr. Sobering terecht, inderdaad Berkenlaan 27, en heb er een hele gezellige tijd gehad. Sietse en Dineke woonden nog thuis. Ik kreeg een nette kamer met een wastafel en kon ook de badkamer gebruiken waar nog zo’n ouderwets lavet in zat. Het was voor mij een ideale overgang van mijn eigen thuis in Vorden op de Boomgaard, waar ik kamer en zelfs het bed deelde met mijn zusje, naar straks een eigen kamer met gebruik van keuken. Mevr. Sobering sprak keurig Nederlands maar er was één woord dat nieuw voor me was. Als Dineke het ergens niet mee eens was en vroeg: ‘Waarom mag ik niet…’, dan was het vaste antwoord van moeder Sobering: ’Omtoch’ en dat kende ik nog niet.
Voor de eerste sinterklaas die ik meevierde door lootjes te trekken kwam er met de post nog een pakje voor mij van thuis en dat werd bij de mand met verrassingen in gedaan. Er was grote consternatie toen ik het uitpakte en er een lichtblauwe onderbroek met lange pijpjes tevoorschijn kwam. Mijn moeder was altijd bang dat ik kou zou vatten.
Zoals de ouderen onder ons nog weten was het een berekoude winter van 1962-’63. Zo koud dat er een 11 stedentocht verreden is en de bussen niet meer reden vanwege de gladheid.
Ik wilde het weekend voor de vakantie wel naar huis en mocht daarom met dhr en mevr. Aartsen meerijden in een taxi naar het station in Zwolle. De treinen reden gelukkig wel.
Maar om na het weekend weer op tijd op school in Hattem te komen was me wat. Het had die nacht vreselijk gesneeuwd en pa moest eerst met de sneeuwploeg met paard de weg vrijmaken. Dat waren nog eens tijden. Die ochtend kwam ik te laat en het werd me vergeven. De deur tussen de beide klassen werd open gedaan en juf Roelie Stapel zal daar de Bijbelvertelling wel gedaan hebben voor beide klassen. Daarna ging ik liever op zondagavond weer richting Hattem.
Kort daarop maakte ik voor het eerst de rapporten voor de kinderen van klas 2 en zat hier op school aan te werken. Dat was de keer dat Wim, die studieverlof had, door de gangen liep en voor het eerst een praatje kwam maken. Hij hielp zijn oom Anton die conciërge was door ’s avonds de school te controleren. Hij woonde ook precies naast de school en stond ‘s middags te kijken hoe wij als collega’s na schooltijd eens per week gingen volleyballen. Vaak werd hij gewenkt want we kwamen meestal iemand te kort. Tja… zo begint er iets….