Hetty Site

Interview met Gijs van Velthuizen -3-

[i]Deze foto is gemaakt op 15-10-1943, waarschijnlijk bij het huwelijk van Gijs en Mies.
Links Koos en Heintje, een voor mij onbekende Bep en Ton en de rechtse vrouw is Leida die met Gijs’ broer Eep is getrouwd. De kinderen waren niet bekend bij Ton Heekelaar maar ik meen er de oudste vier van Koos en Heintje in te herkennen: Jozien, Diny, Coby en Johan.
Ton geeft nog wel een ‘nabrander’ bij de trouwdatum: 15 oktober is het begin van het jachtseizoen en voor Gijs een goede datum voor een dagje vrijaf.[/i][/i]

Oorlogsanekdote.

Tot 1942 had de heer Hermes, toenmalig eigenaar van de fabriek ´Staalindustrie´ te Rheden, het genot van de jacht in de Onzalige bossen gepacht. De heer Hermes was van oorsprong een Duitser en sprak derhalve vloeiend Duits. Hij kon goed overweg met de bezetters van ons land en dat had zo zijn voordeel. Hij regelde niet alleen voor jachtopzichters Gijs van Velthuizen (Onzalige bosch) en Driekus Minne (Imbosch), doch ook voor personeel van Natuurmonumenten zoals ‘onze Opper’ chef-boswachter Brinksma (De-Steeg) en boswachter Brunsting (Imbosch) een ausweis en een prachtig kaki-kleurig uniform met bijpassende zogenaamde berg jagerspet. Zo´n prachtig uniform zonder wapen stelde in feite niet veel voor.. Derhalve versierden zij een koppel en pistoolholster. Omdat zij in die tijd geen wapens mochten dragen, werd het pistoolholster om echt te lijken, opgevuld met poetsdoeken.
De broer van jachtopzichter Minne uit de Imbosch zat gevangen voor een of ander gering vergrijp in de cel op het toenmalige politiebureau te Velp. Minne ging in vol ornaat op bezoek bij zijn broer. De Duitse bewakers legden hem geen strobreed in de weg en hij werd met alle egards ontvangen. Vanzelfsprekend toch, met zo´n uniform!
Edoch, toen Minne na verloop van tijd het politiebureau weer wilde verlaten waren de Duitsers toch kennelijk enigszins wantrouwend geworden. Een der bewakers sommeerde Minne zijn dienstpistool te tonen. Met een mond vol tanden en oplopende rode wangen opende hij zijn pistoolholster en toonde zijn [i]poetsdoekenpistool![/i] Een illusie armer en met de staart tussen de benen verliet Minne haastig het politiebureau.
Toch had Minne niet altijd pech. Op een zekere dag fietste hij goed gehumeurd en lurkend aan zijn kromme pijp in vol ornaat door De Steeg. Toevallig hielden de Duitsers een fietscontrole, in de volksmond beter bekend als [i]Fahrrad-razzia[/i]! Een ieder die op het verkeerde tijdstip en op de verkeerde plaats met zijn rijwiel aldaar vertoefde kon deze onder dwang aan de Duitsers afstaan. Toen Minne echter in de fuik reed, raakten de controleurs zo onder de indruk van zijn imposante uniform dat zij terstond in de houding sprongen, beleefd salueerden en alleen hem met zijn rijwiel vrije doorgang verschaften.