De Grafkelder van Huize Vorden.
Ik kon die generaal Tonnet op die prachtige plaquette bij Boeyink niet thuis brengen en daar word ik toch zo nieuwsgierig van. Op internet kon ik aanvankelijk niks vinden. Alleen in het Jaarboek der Ned. Letterkunde wordt hij genoemd, wonend op Huize Hoetink in Vorden 1917, maar dat is het dan.
Toch moet hij in verband met Boeyink een rol hebben gespeeld. Tot ik ineens stuitte op een tv programma van Omroep Gelderland waarbij Marlies Claasen langs kerkhoven gaat om doden die van belang zijn geweest op te zoeken en… inderdaad ook de Vordense Algemene Begraafplaats bezocht.
En daar op die Vordense begraafplaats kwamen we hem tegen, J.C.C. Tonnet en nu snap je meteen waarom hij genoemd wordt op de boerderij van Boeyink.
Dit vond ik over haar bezoek aan Vorden en in haar ‘Ode aan onze doden’ en met name over generaal J.C.C. Tonnet:
Marlies wandelt over de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Vorden. Adellijke families uit de regio staan in de negentiende eeuw een stuk grond af voor een laatste rustplaats voor de Vordenaren. Wel met de voorwaarde dat ze er zelf voor niets een mooi plekje kunnen krijgen, net als de pachtboeren die voor de families werken. In 1828 vindt er de eerste begrafenis plaats.
[i]Generaal Johannes Cornelis Christiaan Tonnet (1867 – 1937) wordt in de crisisjaren een nationale held. Hij neemt het op voor een boer die geen recht blijkt te hebben op een subsidie voor een nieuwe boerderij. De generaal-majoor doet dat met veel passie, hij ontziet niemand ook de autoriteiten niet en daardoor komt hij zelfs tijdelijk in een inrichting terecht. Zodra hij weer vrij is zet Tonnet een landelijke inzamelingsactie op touw. Dat levert meer dan voldoende geld op voor een boerderij, die er nu nog staat, niet al te ver van de begraafplaats.[/i]