Hetty Site

Juffr. van der Meulen

Eierdijk 56 nu, de voorkamer was van ons en links boven was onze slaapkamer en hadden we bezoek… mochten we een extra slaapkamer gebruiken. Ik meen me te herinneren dat de huur iets van 52 gulden in de maand bedroeg.

We hadden geluk met juffouw van der Meulen, een oudere dame die met een nichtje in dat grote witte huis woonde aan de Eierdijk. Het oudere echtpaar dat bij haar inwoonde ging naar een plek waar meer verzorging beschikbaar was en toen zag ze er tegen op om alleen in dat grote huis te wonen. Ze had gehoord van ome Jan van der Kolk van onze trouwplannen en kwam ons vragen om bij haar in te komen wonen, maar wel graag zo gauw mogelijk.
Een knots van een kamer was beschikbaar, een keukentje en een ruime slaapkamer. Dat hoefde ze geen twee keer te vragen want trouwplannen waren er al wel voor dit verloofde stel. Maar woonruimte was even wat anders in die tijd. Vriendin en collega Roelie was al getrouwd met Albert en woonde in een piepklein huisje: kleine kamer, heel klein slaapkamertje en een keukenblokje achter de voordeur. Het toilet kwam uit in de woonkamer, maar wel met uitzicht op de IJssel. Wat waren zij blij met deze mogelijkheid.
Wij stonden wel ingeschreven voor een huis en hadden hier en daar al eens gevraagd. Zelfs bij van de Berg waar ik mijn kamer had met gebruik van keuken èn badkamer was al eens geïnformeerd. Als we trouwden zouden we hier eerst kunnen wonen, maar een tweepersoons bed paste niet eens in die kleine kamer. Dat zou een slaapbank of onderschuifbedje moeten worden.
Maar dankzij juffr. Van der Meulen konden we nu deze woonruimte krijgen en werd er getrouwd, zomaar tussen twee reizen van Wim door. Juffr. Van de Meulen hield de avond van de bruiloft de wacht zodat er niemand binnen kon komen want het was toen nog wel eens de gewoonte om het huis van een bruidspaar op de kop te zetten of minstens wekkers overal te verstoppen of erwten onder het laken strooien.
En zo begon ons leven als getrouwd stel, 25 en 21 jaar oud. ’s Avonds keken Wim en juffr. Van der Meulen achter het huis samen naar de lucht, beiden trekkend aan een sigaartje. ‘Wat dunkt je d’r van van der Kolk, kriege wie-j morgen nog regen’ en dan volgde dan een grondige discussie over wat ons te wachten stond.