Hetty Site

Mangels

Foto: Mangels ophalen van het land.
Uit de fotoverzameling van tante Jo.

Wanneer je in de 50er jaren ’s winters op de deel kwam op de Boomgaard hoorde je soms een hels kabaal: de mangelmölle stond aan.
Midden op de deel lag de stapel mangels, ook wel voederbieten genoemd. De mangelmölle sneed de mangels aan plakken voor de koeien. Deze werd aangedreven door een soort motor die daar boven aan de muur bevestigd was en de brede riem die vanaf die motor naar de mangelmölle liep zorgde ervoor dat de messen van de mölle goed bleven snijden. De koeien waren gek op mangels.
Ze waren wat oranjekleurig in tegenstelling tot de witte suikerbieten die hier in de omgeving in Zuidoost Drenthe verbouwd worden. De suikerbieten gaan allemaal naar de Fabriek Suikerunie in Groningen.
De drukste tijd voor de boeren in de omgeving hebben we nu gehad. Hier zien we de laatste jaren minder suikerbieten, nog maar een paar jaar terug zagen we de enorme bietenrooimachine aan het werk en de boer zelf reed met z’n tractor af en aan om de ladingen bieten weg te brengen.
In deze streek worden ook veel aardappelen verbouwd, meest fabrieksaardappelen die naar de Avebe in Ter Apelkanaal gebracht worden waar er van alles van gemaakt wordt wat met aardappelmeel te maken heeft. Buurman Jans heeft zijn aardappels afgeleverd. Vanmorgen om 6 uur werden ze gehaald. Je wordt van te voren uitgeloot of je aardappels vroeg of laat gehaald worden. Als je bij de late groep hoort moet je ze nog goed onderdekken ook, zodat je geen kans loopt dat de boel gaat bevriezen.
Melkvee zie je hier weinig. Ik meen dat er in Zuidbarge nog 2 melkveebedrijven zijn. De rest is allemaal akkerbouw. Vlakbij ons woonde nog een gepensioneerde hobbyboer Holties. Die had jarenlang één koe, een vleeskoe, een roodbonte blaarkop met zo’n witte streep op de rug. Die kreeg dan een kalf en aan het eind van het jaar ging dat kalf weg. Een paar jaar terug liet hij het kalf er bij lopen en het jaar er op hebben moeder en dochter beiden met een kalf. Mooi gezicht.
Mark probeerde ons in die tijd al over te halen om een kalf te kopen. Daar zijn we nooit aan begonnen.
Eén keer hebben we een paard in de wei gehad van iemand anders, een enorm paard. Het was het paard van de dochter maar ze hadden er geen weide voor, een noodgeval. Tja… wat doe je dan? Vader zou ons als tegenprestatie carboleum voor de schuur meebrengen.
Dat enorme beest brak telkens uit. We hadden net vrienden te kamperen. Ze vluchtten over de wal weg. De tweede keer kwam het ros het terras op rennen. Wim had het niet meer. Hij beval de eigenaar het paard meteen op te halen. Dat werd hem niet in dank afgenomen en ja… die carboleum hebben we dus ook nooit gezien.
Zoals Diny steeds zegt: ’Iele bunt gien luu veur peerde’. Ach Shetlandertjes wilde nog wel. Ze zijn altijd blij als je even komt tuttelen met een stukje brood of een brokje.
Toch heb ik behalve de honden, kat en kippen het liefst lammeren om me heen.