Hetty Site

Memories

Afbeelding van een suikerzakje van cafë De Zon

Door een website krijg je soms contacten die terugkomen. Zo ook die van Rob Menke vanuit Florida.
We zouden elkaar zomaar tegengekomen kunnen zijn toen we nog op De Haar woonden en hij vaak bij de spoorwegovergang vlakbij de Haar stond. ‘Tante Net’ is de eigenaresse van Café de Zon in die tijd. Ik weet dat ze thuis ook met respect over haar spraken. Wie Dieni is weet ik niet maar zal waarschijnlijk familie van ‘tante Net’ zijn. En Klein Hengelo? Ik denk Hengelo Gld.

Hij vertelt:
[i]Voor de oorlog hadden mijn ouders een speelgoed winkel in Den Haag. In de
oorlog moest die buurt ontruimd worden van de Duitsers vanwege een
mogelijke invasie uit de Noordzee. Wij zijn toen naar Vorden verhuisd en
woonden in een gedeelte van het huis van Plomp. Ik was in 1940 geboren, maar
mijn eerste herinneringen zijn uit Vorden. Mijn eerste herinnering is dat ik
in het vijvertje van Plomp viel. Ik zie nog het water naar mij toe komen.
Later in de oorlog gingen wij weer terug naar Den Haag, maar na de oorlog
ging ik elke zomer naar Vorden bij tante Net logeren. Ik had een fiets en
ging vaak bij de overweg staan om de trein voorbij te zien komen; ik stond
daar wel voor uren. Soms ging ik wel mee met Tonny melk ophalen bij de
boeren.

In 1952 ging mijn vader naar Amerika (Michigan eerst, toen Chicago). Mijn
zuster ging 1956. Mijn moeder en ik in 1959. Vlak voordat ik ging haalde ik
mijn rijbewijs en huurde een auto voor een dag om nog een keer naar Vorden
te gaan. Wij (Moeder en ik) hebben toen tante Net meegenomen en naar Klein
Hengelo gereden om Annie en Joseph goeden dag te zeggen.

Jaren later, ongeveer 1975, waren wij in Holland. Mijn vrouw, moeder, ik en
twee kinderen zijn toen naar Klein Hengelo geleden om tante Net en Jan op te
zoeken. Beiden waren daar in een tehuis. Toen tante Net ons zag, het eerste
wat zij deed was een paar kwartjes uit haar tas halen voor de kinderen
om een ijsje te kopen.

Ja, enige jaren geleden had ik contact opgenomen via je website. Mijn
moeder woonde toen in Den-Haag, omdat het te warm was in de zomer hier in
Florida. Vroeger woonde ze bij ons, maar zomers ging ze naar Holland en
kwam dan in het najaar weer terug. Twee jaar geleden is mijn moeder overleden; ze was 104.
Toen zij 95 was, ging ze naar Holland en dat was de laatste keer dat ze in
Amerika was. Haar geest was prima, maar op die leeftijd begint het lichaam
te verslijten. Ze klaagde niet veel, maar er was steeds wat. Ze was
onder andere zo goed als blind. Gelukkig had zij veel
kennissen, vrienden en goede buren. Mijn vrouw Anne en ik hebben de laatste
5 Kerstmissen met haar gevierd en ook vakanties daar door gebracht. Op een
van die Kerstvakanties (ongeveer drie jaar geleden) zijn mijn vrouw en ik,
toch nog een paar dagen samen weggeweest, twee dagen in Bronckhorst
en twee dagen in Vorden. In Vorden hebben wij overnacht in een B&B, een
soort atelier. Het was vlakbij (of achter) de twee hotels in de stad. Wij
hebben toen Dienie op gezocht en mijn moeders telefoon nummer gegeven.
Enkele weken later vertelde mijn moeder heel verrukt dat Dienie had
opgebeld.

[/i]
Wel, dit is mijn verhaal in het kort.

Vele groeten
Rob

Memories

Waar internet al niet goed voor is….Ik kreeg een mailtje van een oud- leerlinge uit mijn allereerste klas van de van Heemstraschool in Hattem. Ik zie haar nog voor me. Het was een heel lief rustig meisje die je met van die grote grijs-blauwe ogen vol verwachting aan kon kijken. Het was een heftig jaar. Ik was net 19 jaar, voor het eerst van huis en moest nog veel leren, maar heb ook veel plezier gehad met deze klas. Er was een band. Ik herinnerde me het potje met dikkopjes die iemand op verzoek voor me meebracht en een watersalamander die iemand anders weer mee had genomen. Ik meende dat zij was van die salamander. “Nee” vertelde ze, “ik bracht de dikkopjes mee. Die had ik, met gevaar voor eigen leven en de angst om gesnapt te worden door mevr. van Ittersum, gevangen en het slootwater omgeruild voor schoon kraanwater”.
Mijn bedoeling was om de ontwikkeling van kikkervisje naar kikker samen met ze te kunnen volgen. Het was al bijna half vier toen één van de kinderen, waarschijnlijk Hannie, naar de glazen pot wees waar geen enkel kikkervisje meer in zat. Ik was ontzet door m’n eigen domheid. Die salamander had vast die dikkopjes verorberd. Ik schijn haar de indruk te hebben gegeven dat ze dood waren door het schone drinkwater. Het sneed toen blijkbaar door de kwetsbare kinderziel. Ze weet het nog! Ze moet nu 53 zijn, heeft een leuk gezin met man en drie volwassen dochters. Ik hoop haar binnenkort weer terug te zien. Dat zou ik geweldig vinden. Haar vader die kunstschilder was heeft een portret van me geschilderd, wel wat geflatteerd, maar het heeft nog steeds een mooi plekje. Vroeger hing het bij pa en mama thuis en nu bij onze werkplek.
En…. het boek van Pinkeltje dat ik als dank meebracht heeft ze nog steeds.

That’s where internet is for… I’ve got a mail from a pupil of my very very first class at the van Heemstra school in Hattem: Hannie. I remember her as a very quit lovely girl with het beautiful grey/blue eyes who looked at me expectantly. It was a heavy year. I was 19, for the first time away from home, had to learn a lot. But also enjoyed it working with these children. It felt good with them.
I remember the bowl with polliwogs. I had asked for it to bring them to school to see what would happen the next days. But also one brought a common newt and I put him in it too. It was almost half past three when one of the children pointed to the bowl and said :”They are all gone… the polliwogs”. I was exhausted by my own stupidity and might have given her the idea it became by the clean water which was used when she had changed the water of the ditch for clear water. I must have hurt the little girl. The common newt must have eaten them. She ‘s 53 now, has a lovely family with husband and three grown up daughters.
I hope to meet her soon. I would love it!
Her father was a decorator and painter. He made a nice portrait and I brought him afterwards a children’s book named Pinkeltje. That portrait has until now a place on the wall, at first at my parents home and now at our studio