Hetty Site

Met Passage naar Veenhuizen

Een gepantserde wagen… voor de technici onder jullie… , maar ik ben het merk al vergeten..

‘Ik ben… ‘, zo begon onze gids vanmorgen in het gevangenismuseum in Veenhuizen. Hij was hier geboren en getogen en had als kind rond deze gevangenis gespeeld met zijn vriendjes.
Het was vandaag het jaarlijkse uitstapje met de vrouwen van Passage Zuidbarge/ Rietlanden. De reiscommissie had het dagje uitgezocht en vanmorgen werd de envelop pas overhandigd aan de chauffeur van de auto om de bestemming in te kunnen voeren op de Tom tom die iedereen tegenwoordig rijk is. Hij liet ons ervaren wat het is om opgesloten te worden, de straffen die vroeger uitgedeeld werden waren ook niet je dat. Handen afhakken, de vierschaar, ophanging, voor paal staan, een blok aan je been hebben enz.
Het werd wat meer ontspannen toen we de afdeling van het echte opvoedingsgesticht voor bedelaars en landlopers binnenkwamen. Het was een zelfvoorzienend geheel. Er werd gewerkt, kanalen gegraven, getimmerd, klompen gefabriceerd, genaaid. Het gidsen gebeurt vooral door vrijwilligers. Onze gids was een voormalig politieman en warempel… hij kreeg een groep kwekkende vrouwen zomaar stil. De gevangenis de rode pannen schijnt berucht te zijn, nooit is er iemand ontsnapt. Na de brand op Schiphol bleek hier de brandveiligheid niet meer up to date te zijn en nu staat het te wachten op… afbraak. Eén celdeur was bewerkt door Joop Klepzeiker, die van de cartoons uit de Panorama
En na een uitgebreide lunch… je bent uit toch?…. liepen we naar het glasmuseum dat er vlakbij is. Ik heb al vaker glasblazerijen bezocht, maar nergens zo’n leuke uitleg en demonstratie zien geven als hier.
Om vier uur kwam er nog een onderdeel: de boevenbus. Hierin werden we Veenhuizens dreven doorgereden tot aan het Eeserheem, de nieuwe gevangenis waar zelfs mensen hun levenslange gevangenisstraf uitzitten. Onze gids wist ons alles te vertellen over de namen van de verschillende huizen. Bitter en zoet was van een apotheker. Op Flink en Vlug de gymleraar. Een stuk of 10 kleine huisjes op een rij werden de 10 geboden genoemd en als iemand aan een vriendje vroeg waar hij woonde, werd er bv geantwoord: ‘In het derde gebod’.
Het laatste adres was een restaurantje in Assen: De Witterbrug. Het was even lastig een parkeerplaats te vinden waar Sjoukje met een gerust hart haar lange Volvo kon parkeren, maar een buurtbewoonster loste dat op: ’Ik doe het wel even voor je’ en stapte met haar hoogzwangere buik bij Sjouk achter het stuur en parkeerde hem netjes langs het kanaal. Had ze waarschijnlijk vaker gedaan. Het diner was heerlijk en er werd lang getafeld en aan het eind besloten we samen dat het goed was geweest. Het zegt wel wat dat in deze moderne tijd een club als Passage hier nog zo’n belangrijke rol kan spelen.