Hetty Site

Nieuwjaarskonijn

Even bijgekomen van oliebollen en appelflappen las ik dit verhaaltje bij Ludovikus, een Belgische medeblogger. Dat Vlaams heeft toch ook wel wat.

1945, België bevrijd, maar de oorlog woedde nog voort. Het geld was schaars. Het eten nog schaarser. Er werd geruild met alles wat er nog voorhanden was.
De dag voor Nieuwjaar kwam vader thuis met twee wilde konijnen. Al gestroopt en potklaar, met de hartjes en de levers er bij. "Van ne vriend, die gaat elke nacht stropen", vertelde hij.
Grote Jenny en haar partner, buren van het achterhuis mochten mee met de knietjes onder tafel. Het huis rook heerlijk naar gestoofd konijn, tijm en laurier.
Ik zelf lustte geen vlees, maar de saus en de appelmoes, geplet met aardappel, was dan weer meer dan lekker.
Tot Grote Jenny vroeg waarom de koppen niet bij in de pot waren, die zijn toch onontbeerlijk voor een goede saus.
"Ja, ja," zegde vader, "maar die heb ik er al uitgehaald, ’t is zo geen appetijtelijk zicht die koppen in je teloor."
Hij had ze op het koertje gelegd voor de "katten".
Dat woord had hij nooit mogen uitspreken. Iedereen aan tafel bekeek elkaar. Het was nogal taai vlees voor konijn zegde moeder.
Broer kon zo iets niet laten voorbij gaan: "miauw, miauw", deed hij. Een gelukte imitatie, want zus begon direct te kokhalzen.
"Verdomme" zegde moeder "waar is onze zwarte?" " ’t Is nie waar he!!"
Onze zwarte was een grote zwarte kater, die bleef wel eens meer enkele dagen weg. Dat hebt ge met een kater.
De poes van grote Jenny was ook niet naar huis gekomen, zegde haar partner.
Moeder sloeg grijs uit, "gij smeerlap, da kan nie he!".
Ze pakte de gietijzer pot, nog bijna halfvol, en stoof er mee naar achter, gevolgd door zus en grote Jenny.
"Zijde gij nu helemaal zot geworden" riep vader, die recht sprong, maar te laat. Moeder had de inhoud van de pot al door de ronde opening van’t gemak op de koer gestort. De drie vrouwen kotsten zich de ziel uit hun lijf.
"Ik heb er toch niet van gegeten" riep ik triomfantelijk.
Broer trok het zich niet aan, die had nog een flinke bil op zijn bord, en niemand ging die afpakken.
" ’t Is verdorie echt wild konijn" kreet vader.
"Ah ja!, en waar is dan onze zwarte," schreeuwde moeder, "en de kat van Jenny, en waar zijn die koppen, hier liggen geen koppen op de koer!!"
"Natuurlijk nie, daar zijn die katten mee weg," brulde vader rood van kolere.
De hele avond ruzie. Ook de volgende morgen, Nieuwjaarsdag, geen woord aan’t ontbijt.
Dan springt onze zwarte van de glazen koepel op het koertje. Op’t zelfde moment dat grote Jenny komt zeggen dat hunne rosse ook thuis is.
"Ziede na" krijst vader, en stiller…."zot wijf verdomme, der heb mijne nieuwe regenfrak voor gegeven he."

Salukes van Ludovikus.

Interesse in meer van zijn schrijfkunsten? je weet het: klik op…