Hetty Site

Ome Jans dagboek 1945 5 –De eerste dag van de Bevrijding

1 april
De hele nacht hoorde men schieten en het ontploffen van de granaten voor de enkele Duitser die in Ruurlo en Barchem nog stand hield. Hotel Bosch in Barchem zat nog vol met Duitsers die tegenstand boden. Dat begon de Canadezen al gauw te vervelen en schoten het in brand met de tanks die daar stonden.
Voor de middag zijn we lopend naar de Brandenborch geweest, ook omdat de Duitsers je alle fietsen die ze zagen afhandig maakten. De vorige dag waren ze bij Dika op deze manier nog twee fietsen kwijtgeraakt, ook van Jan. Maar toen we eenmaal bij oom Evert Jan waren, kwamen we al een grote colonne gevechtswagens tegen die naar de Wiersse reden. We wisten niet wat we zagen. We dachten eerst nog dat het Duitsers waren die zich daar wilden opstellen voor een slag tegen de Canadezen die in Ruurlo zaten. Maar toen we dichterbij kwamen hoorden we dat het Canadezen,- of wij zeiden van Engelsen-, waren.
Evert had ze al gesproken, maar je kon ze haast niet verstaan. Bij Gotink was nog een Duitse beroepssoldaat die de wacht moest houden op een wagen vol ransels en kledingstukken. Hij zat er erg over in dat hij zich gevangen moest laten nemen. Eerst wilde hij nog proberen om met zijn spullen de binnenweg naar Lochem te nemen, maar dat hebben ze hem maar afgeraden omdat hij daar toch niet aankwam door de vele vliegtuigen en de Engelsen die toch overal al waren. Zo heeft hij zich ’s middags maar overgegeven toen de Engelsen kwamen. Z’n spullen hebben ze later naar Vorden moeten brengen op last van de O.G.(Ondergrondse), maar bij het achterlaten van veel andere spullen hebben we ook ons aandeel gehad.
’s Middags zagen we hier de eerste gevechtswagens voorbijtrekken, een interessant gezicht om nu Engelsen te zien in plaats van Duitsers. Zij nu met hun enorme prachtige wagens en de Duitsers op hun fietsen en de meesten nog lopend of met geleende paard en wagen, wat een belangstelling!
Na de middag zijn Rein en ik en een paar buurjongens, die zich nu weer frank en vrij durfden laten zien, naar Ruurlo gefietst. Je keek je ogen uit bij het zien van al die rijen pantsereenheden, grote en kleine tanks, gevechtswagens, vrachtauto’s en motorrijders aan een stuk door. ’t Was een gedonder! Op kruispunten stonden verkeersagenten in uniform het verkeer te regelen. Bij ’t Huis te Ruurlo zag je ze vanaf de weg van Zieuwent af komen en dan een draai maken om op de straat te komen. Het waren net galopperende paarden, zo kwamen ze er aan hobbelen door grote diepe gaten die ze maakten, hele stukke straatstenen vlogen je om de oren als je niet oppaste, vooral door die zware tanks…. Een prachtig gezicht!
Bij de Wiersse stond nog een Duitse Rode Kruisauto waarvan ik nog een bos sleutels heb meegenomen.
Jantje is met de fam. Kettelarij naar Barchem geweest. ’t Was daar ook al een en al drukte. De kinderen hadden chocola gekregen en de heren hadden gelegenheid om, zoals men zegt, vooroorlogse sigaretten te kopen.
Dit was de eerste dag der bevrijding.

[i]The first of april
During the whole night we heard shooting and cracking of the shells while the last Germans hold out in Ruurlo and Barchem.
Hotel Bosch in Barchem was full with Germans who didn’t plan to leave. That was annoying to the Canadians and they shoot it on fire with their tanks.
In the morning we walked to the Brandenborch while the Germans should claim every bike they would see. Yesterday they claimed two bikes at Dika’s house, also Jans bike. When we arrived at oom Evert Jans farm, we run across a big colonne armoured cars driving to de Wiersse. It was fabulous. At first we thought it might be Germans, who want to fight against the Canadians in Ruurlo. But when we came nearer we heard it were the Canadians or, what we always said, the Tommies.
Evert already spoke to them, but could hardly understand them. At Gotinks place just one German soldier was left who had to watch a cart full of sacks and clothes. He was anxious about it to be kept as a prisoner. At first he would try to take the sandy road to Lochem to join his mates, but they advised him not to do that while the spitfires were very active and the English were everywhere. So he surrender himself to the Canadians that afternoon. His sacks and clothes had to be brought to Vorden, but a lot of stuff was left and all of us have got something.
That afternoon we saw the tanks and armoured cars coming, very interesting to see the English in stead of Germans. They with their huge beautiful carts and the Germans on their bikes and most of them walking or with a borrowed horse and cart. What an amazing day.
That afternoon Rein and I and a few other neighbour boys, who could walk where they wanted now( no need to hide any more), went by bike to Ruurlo. They stared their eyes out by seeing all those rows of armoured divisions, large and small tanks, armoured cars, lorry’s and motor drivers so far you could see. It was great! On crossings policemen in uniform were controlling the traffic. At Ruurlo Castle we saw them coming from Zieuwent, than they made a big turn to come on the road to Vorden. It looked like galloping horses by wobbling through the large deep holes they’ve made in the road. You had to watch for the street stones who flew through the air. Such a fantastic sight.
At de Wiersse a German Red Cross car was left. I took the keys with me. Jantje has been to Barchem with the Kettelarij family. Busy everywhere. The children has got chocolate and the men could buy real cigarettes.
This was the first day of our Liberation!
[/i]