Hetty Site

Opa’s brief aan zijn nichtje Heintje – 1961- 1

Vanaf de Reurlese kante kwam ie-j zo Vorden in riejen. Links steet de rogge netjes an de gaste.
Disse foto kump net as den veurigen van De Wiersse van een cd-rom van Joop, aover de Lamito in 1938, aover Vorden waor, iets later meschien, wi-j groot bunt ewodden.

Barchem, 26-11-‘61

Goeiemorgen nichtje Heintje,

Het is zondagmorgen, eigenlijk al voormiddag maar dat mag hem niet hinderen, het is toch ieder ogenblik morgen, middag, avond; de tijd vliegt, maar niet slim, je krijgt altijd weer een nieuwe dag waar je van alles mee doen kunt. Je kunt harmonie om je heen bewaren en je kunt ze verstoren, in ’t laatste geval verstoor je ook je eigen rust. Of beter gezegd, je eigen onrust gaat er vooraf en dan poot je die over met wie je in aanraking komt. Dat is ook besmettelijk, maar het goede met de rust die het vergezelt is ook besmettelijk.
Hier in Barchem is alles als voorheen, samen gezond en met ons drietjes een goede verstandhouding en altijd maar druk.
Van de zomer toen we alle drie op het land waren om de rogge op te zetten die de binder daar neergooide kwam uw moeder. Maar ze had gedacht als ik er nu heen ga, hou ik de hele boel van het werk en fietste ze maar weer weg. En toen we later de aardappelrooier hadden waren we weer alle drie op het land en toen kwam dat goeie mens weer voor een dichte deur en weer dacht Bartje: ik zal ze maar aan ’t werk laten en weer ging ze onverrichter zake naar huis.
En nu verlopen week kwam ze weer en weer voor een gesloten deur. Toen waren we met z’n allen bij Jantje haar huis aan het knollen plukken, zij hadden te veel en wij praktisch niets, de luizen en slakken hadden alles kaal gehouden. Dus je moeder is drie keer bij ons geweest en altijd was het mis. Ja, zo kan ’t lopen maar toch vreemd dat we juist op zo’n dag absent waren eigenlijk. We moeten altijd nog naar de Jager voor een kindervisite. Ik denk dat het nu gauw lukt. We hebben een auto en dan kan de ouwe baas zo makkelijk meekomen. En Heintje zit nog altijd in Roermond oudjes te verplegen. Wel, ik voor mij was toch liever in een ziekenhuis zoals Dina. Maar ja het moet beide behartigd worden en als je je maar geeft aan het werk dat je op de handen wordt gelegd dan maakt het voor jezelf ook geen greintje verschil.
Ik ben in de meimaand ook eens weer in ’t ziekenhuis geweest en het viel me weer op hoe opgewekt en soms vrolijk de zusters hun werk deden. Nee als je vervelende gezichten wilt zien moet je naar een café en omdat ze daar gelukkiger willen worden zonder dat het hun inspanning kost, valt het uit in het tegendeel. Als je uw eigen geluk zoekt vind je het nooit, zoek je dat van een ander dan word je je eigen geluk zo maar in de schoot geworpen. Wel, de wetten die hier alles bepalen zijn eerlijk en ik denk dat dezelfde wetten voor elke andere wereld gelden.
We staan hier nog aan het uiterste begin van ons leven. We weten heel weinig maar de ondervinding die we hier elke dag opdoen leert ons wel waar de hemel is. We hebben televisie en laatst met de dagsluiting van de KRO sprak een aalmoezenier daar over: “Ja waar zou de hemel zijn, misschien al wel op de hoek van de straat. Overal waar medeleven, ontferming is, daar is een stukje hemel”.
Dus om in de hemel te komen hoeven we eerst niet dood te gaan, die kunnen we hier ook overal en altijd zelf scheppen en dat stukje hemel dat we hier gemaakt hebben nemen we mee en dan ginds, zullen er kansen genoeg zijn om dat verder te ontwikkelen. Och, ik voor mij vind dat vagevuur van jullie een grof zinnelijke voorstelling waarmee eigenlijk wordt te kennen gegeven dat we niets kunnen ontlopen maar dat we nooit aan onszelf overgelaten worden.
En dat is genoeg. De weg omhoog die leren we hier alle dagen al, en zo is het leven altijd goed èn altijd eerlijk.