Orgelles

Het heeft me als kind opgebroken dat ik ogenschijnlijk op mijn vader leek. Als ik de verhalen van familie en vrienden mag geloven was dat een geweldige man.
Omdat ik dus veel van hem weg had dacht ik waarschijnlijk dat ik me er naar te gedragen had. Niet dat ik dat deed maar de verwachting was er. Ik was een wilde kleuter in mijn herinnering. Ik had altijd wel ergens een blauwe plek of een schaafplek. Was er net eentje genezen of er was alweer een nieuwe. Ik klom overal op en viel net zo vaak. Gingen we op een zondagmiddag op visite in onze nette jurkjes, zat ik binnen de kortste keren onder de wagensmeer en konden we meteen weer op huis aan.
Ik was een jaar of 8 toen mama het een geweldig idee vond als ik op orgelles zou gaan. Het orgel van Hendrik Jan inclusief de muziekboeken in Klavarscribo waren meeverhuisd vanaf de Haar en had nu een vaste plek had gekregen in het kleine voorkamertje van de Boomgaard. Hendrik Jan was blijkbaar erg muzikaal. De tantes vertelden dat er op de Boskamp elke zondagmiddag bij het orgel gezongen werd en toen Hendrik Jan en Coba eenmaal getrouwd waren kwam er ook op de Haar een orgel. Behalve psalmen en gezangen waren ook de liederen van Johannes de Heer favoriet voor wie dat nog weet.
Het lievelingslied van mijn vader was: Neem Heer mijn beide handen. Het werd in 1946 bij zijn graf nog gezongen en bij meer familiebegrafenissen.
In elk geval, ik was de oudste en ik leek op hem, dus ik zou zijn muzikaliteit ook wel hebben meegekregen, zo vond moeder Coba. De leraar orgel was de heer Fente. Die kwam speciaal uit Zutphen om mij en Willie bij haar thuis les te geven. Ik vond er eerlijk gezegd niet veel aan en thuis oefenen bleef beperkt tot een minuut of 10 per dag als het dat al was. Mijn herinnering aan dhr Fente was een mopje dat hij vertelde om het ijs wat te breken:
Hij had in het warme gras gelegen en naar boven gekeken naar de vogels en had gedacht… ik wou dat alle koeien ook konden vliegen .. tot hij een vogelpoepje in zijn gezicht had gekregen.
Toen Diny 8 was bleek dat zij er wel zin in had om orgel te leren spelen. Mama vond het goed. Ik denk dat ze door had dat het lesgeld aan mij wat verspild was. Zo ging Diny op een dag mee om in mijn plaats les te krijgen. Dhr Fente vond het heel raar en verwachtte minstens meer dan een net briefje over de wisseling van de wacht.
Aan Diny was het lesgeld niet verspild. Ze had er aanzienlijk meer plezier in dan ik en heeft behalve voor zichzelf nog jarenlang met Kerst het groepje buurvrouwen begeleid op het kerstfeest van de Lindese Vrouwenvereniging.
En ik? Ik kan nog steeds Neem Heer mijn beide handen spelen…